Jack

Jack de Vries – ik vind hem altijd nog het meest weg hebben van een stripfiguur. Als ik in de supermarkt dan weer een bonkie, een smurf of waarschijnlijk binnenkort weer zo’n kutwuppie opgedrongen krijg, dan beeld ik me wel eens in hoe mooi de wereld zou zijn als je bij het winkelen kans zou maken op een poppetje van Jack de Vries. Dat zo’n naïef caissièretje zonder stemrecht je dan vraagt ‘Spaart u ook spindoctors?’, en je vervolgens thuis vol spanning de verpakking losrukt om erachter te komen dat je toch weer een Kaj van der Linde hebt gescoord – waar je er natuurlijk al twintig van had.

Had Wouter Bos nog een lekker kontje, Jack de Vries heeft een stel oren en een eeuwige lach op zijn gezicht gebeiteld. Het lijken mij niet bepaald de ideale ingrediënten voor een woest aantrekkelijke man, maar ja, weet ik veel: Jack heeft intussen wel mooi een verhouding met een van zijn medewerksters, en dan bedoelen ze in Den Haag kennelijk niet alleen een hiërarchische.

Een buitenechtelijke relatie, anders dan een werkrelatie: het komt in de beste gezinnen voor, maar voor een stripheld van het kaliber Jack de Vries moet het een enorm spannend avontuur zijn, dat behalve het obligate afgrijzen nog bijna afgunst afdwingt ook. Helaas voor Jack zelf heeft hij echter een werkgever die daar heel anders over denkt, en hem linea recta naar de uiterste hoeksteen van de samenleving verbant.

Jack zou er zelf wel raad mee weten. Jack weet als spindoctor immers als geen ander hoe het er in Amerika aan toegaat: het boegbeeld van het ideale gezin zou daar geen brave borst zijn, maar juist iemand die geworsteld heeft met de grootst denkbare uitdagingen – ranzige hoeren, boze feeksen, vrouwen die meer verdienen, noem alle ellende maar op – en die dan na alle beproevingen en verleidingen te hebben weerstaan  herrijst als de hondstrouwe hoeder van het gezin.

Niet zo’n loser die op zijn veertiende zijn vrouw ontmoet en daar vroom tot zijn tachtigste mee getrouwd blijft.

Moeiteloos zou Jack het beeld van de ordinaire zetels kostende overspelige op deze wijze om weten te buigen in dat van de ideale stemmentrekker, als het maar om iemand anders was gegaan en hij aan het grote spinnenwiel had mogen draaien. Maar Jack mag dus niet meer spinnen omdat het niet om iemand anders gaat. Met andere woorden: Jack is mooi de sjaak.