Geert (2)

Voordat ik mij vanaf het eind van deze week stort in de uitdaging van Tien dagen zonder een enkele gedachte aan seks – ik doe weer mee aan het Corus Chess Tournament – moet ik eerst even wat post afhandelen.

Te beginnen met meneer E. uit L.K.net, die mij toebeet dat ik in de valkuil was gestapt die Geert Wilders gegraven heeft. Dat is niet zo’n vriendelijke, om niet te zeggen: ronduit beledigende beeldspraak in het geval van iemand die al jaren ondergronds moet leven omdat hij met de dood wordt bedreigd, maar het bleek te gaan om een figuurlijke valkuil die zegt dat je ofwel voor, ofwel tegen Geert Wilders bent.

Deze meneer E. heeft het niet goed begrepen. De kern van mijn hele betoog was nu juist dat er een derde weg is, die je in de gelegenheid stelt om Geert Wilders enerzijds een gigantische mafkees te vinden, maar anderzijds zijn recht om een gigantische mafkees te zijn te vuur en te zwaard te verdedigen. De bedoelde valkuil is niet door Wilders zelf gegraven, maar door een politiek correcte elite die er vervolgens zelf massaal instapt (een selffulfilling pitfall, als het ware) door stelselmatig iedere verdediging van Wilders, op welk vlak dan ook, op te vatten als een inhoudelijke steunbetuiging aan zijn adres, die echter in mijn gehele artikel in geen velden of wegen, niet in of tussen de regels door, te vinden was. Ik begon nota bene met de opmerking dat ik het helemaal niet over Geert Wilders wilde hebben.

Meneer E. beschreef voorts op ostentatieve wijze de mate waarin hij rekening houdt met gelovigen, en hij zei dat het goed was. Meneer E. verdient voor deze invulling van zijn burgerschap alle lof en misschien ooit wel een lintje, vooral voor het feit dat hij in zijn hele verhaal slechts eenmaal het woord ‘respect’ nodig had. Het spijt mij echter te moeten constateren dat ook hier volledig voorbijgegaan werd aan de kern van mijn betoog. We weten natuurlijk allemaal wel hoe we ons fatsoenlijk moeten gedragen, we doen ook allemaal ons best, met wisselend succes, en als we vergeten zijn hoe het ook alweer moest, legt oom Doekle het gewoon nog een keer uit.

Maar als we dan hebben vastgesteld hoe we idealiter met elkaar omgaan, dan kunnen we wel iemand gaan bewieroken die in de tram opstaat voor een bejaarde, maar het is natuurlijk veel interessanter om te kijken wat er gebeurt als iemand zich niet aan die omgangsvormen houdt, en geen rekening houdt met de gevoelens van anderen, of nog extremer: deze moedwillig krenkt. Daar ging mijn stukje natuurlijk over, maar dit werd in de reacties zorgvuldig vermeden.

Volgens mij zijn de opties beperkt. Je kunt zo’n beledigende uitspraak inhoudelijk afkeuren. Je kunt hem op ethische gronden afkeuren. Je kunt de betreffende mafkees verzoeken het in het vervolg wat rustiger aan te doen. Je kunt iets naars terugzeggen. En je kunt zo iemand voor de rechter dagen. Maar alleen als die rechter oordeelt dat de mafkees schuldig is, kun je stellen dat deze zijn uitspraken niet had mogen doen; in alle andere gevallen is de uitspraak rechtmatig, en iedere afkeuring ervan subjectief.

Om mijn punt nog duidelijker te maken, wil ik het u nog sterker vertellen, maar dan moet u wel beloven dat u mij niet verkeerd begrijpt. Denk dus eens na voor u verder leest.

Stel nu eens dat Geert Wilders een bijzonder sterk ontwikkeld fatsoensbesef heeft en daarnaast beschikt over een uitzonderlijk visionair vermogen. Kortom, hij heeft gelijk, en als wij niets doen, nemen de subversieve elementen (wier bestaan hopelijk niet ontkend wordt) het van ons over. Misschien doet Geert Wilders dan wel het fatsoenlijkst denkbare door nu als een bezetene tekeer te gaan. Ik zeg er voor de zekerheid maar even bij dat ik persoonlijk niet denk dat het zo’n vaart zal lopen, ik zie de boze reacties alweer binnenstromen, maar ik vraag me wel af op welke objectieve, en vergeet u dat woord niet als u straks in de comments uw gelijk probeert aan te tonen, gronden men nu kan zeggen dat Geert Wilders zijn toon moet matigen. Ik zou me nog iets kunnen voorstellen bij een stellingname dat het ‘beter of constructiever zou zijn als…’, maar de idiootste reden om idiote uitspraken af te keuren is wel de angst voor nog idiotere reacties (daarom schrijf ik deze stukjes ook gewoon).

En daarom zie ik in Doekle Terpstra ook eerder een doodsbenauwd wezeltje dan een autoritaire schoolmeester die de kiftende partijen tot de orde roept, zoals mevrouw Z.Z. uit A. voor ogen heeft. Als we die vergelijking doortrekken, dan zou dat betekenen dat meester Doekle gezag heeft, en zijn leerlingen naar hem luisteren. Ik zie ze al voor me, twee moslimfundi’s, de een met een plattegrond van Schiphol op schoot, de ander driftig in de weer met rode en blauwe kabeltjes en de montagehandleiding, en dan *plof*, daar valt de Trouw op de deurmat, Moet je nu eens zien, zegt de een, een interessant artikel van Doekle Terpstra van wel twee pagina’s lang, Zoveel tijd hebben we niet, zegt de ander, Ons vliegtuig gaat al om kwart over acht, en de handleiding is nogal onduidelijk, Maar hij heeft zinvolle dingen te melden, die Doekle, laten we verdraagzaam zijn en de boel af- in plaats van opblazen, Goed, dat doen we.

Of begrijp ik het verkeerd en wordt alleen van Geert Wilders verwacht dat hij zich verdraagzamer opstelt?

Zo blijkt maar weer eens hoe relevant het zou zijn als iemand zich bij zijn aanval op Wilders wel zou uitspreken voor diens recht op domme en beledigende meningen en tegen de nog veel dommere en bedreigender reacties van beledigde gelovigen. Het stelselmatige stilzwijgen op dit punt heeft toch iets vergoelijkends. Zou het zo kunnen zijn dat Terpstra c.s. stiekem nog veel banger zijn en denken dat we de dans ontspringen als we iedereen maar te vriend houden? En geef toe, sluiten we niet allemaal af en toe onze ogen voor dreigingen waar we liever niet aan denken, in de hoop dat het dan wel overwaait?

Ik durf dat best toe te geven, en ik kan me zelfs voorstellen dat publieke figuren het verstandig achten om bepaalde opvattingen niet naar buiten te brengen. Maar laten we wel even vaststellen dat er dan iets grondig mis is, en niet zozeer met degene die zo’n kwalijke opvatting toch openlijk uitspreekt, alswel met de waanzinnige types die daar niet mee om kunnen gaan. Als iamzero.nl dus binnenkort weer gehackt wordt, wat ik gelet op gebrekkige beveiliging zeker niet uitsluit, dan mag ik toch hopen dat mij geen enkele blaam treft. Ook in dit stukje ben ik eigenlijk weer heel vriendelijk geweest.

Doekle

Vorig jaar werd uw eigenste zero in het decembernummer van tijdschrift Onze Taal nog tot taalgebruiker van 2006 gekroond door vrouw Roze, maar bij gebrek aan bekenden tussen de ondervraagde prominenten van dit jaar, over wier autoriteit op het gebied van taalvaardigheid overigens te twisten valt, bleek prolongatie van die titel niet mogelijk – of 2007 was niet mijn taaljaar, dat kan natuurlijk ook.

Een van de taalgebruikers die de zes standaardvragen van Onze Taal dit jaar mochten beantwoorden, was Doekle Terpstra. Doekle was ooit van de vakbond, en je zou zeggen dat ze daar stevige woordenwisselingen over het algemeen niet schuwen. Toch was Doekles antwoord op de vraag naar de taalgebeurtenis of -trend van 2007 ‘de ver-Wildering van het taalgebruik in het publieke debat’, terwijl er natuurlijk al vanaf het Pleistoceen wordt geweeklaagd over de verruwing van het taalgebruik. Daarnaast vond Doekle ‘knettergek’, zoals gebruikt door Wilders in debat met Vogelaar, het ergste woord van 2007, en als klap op de vuurpijl noemde Doekle Wilders als beste taalgebruiker van het jaar ‘maar dan wel in de slechtste zin van het woord: hij gebruikt de taal om het debat dood te slaan.’

Onze Taal is een braaf, jazelfs enigszins truttig tijdschrift, gemaakt door een uitstervend ras van hobbyistische taalliefhebbers die vlak na het Pleistoceen zes vragen hebben bedacht die ze sindsdien aan het eind van ieder jaar aan een paar mensen stellen. Wie bij de beantwoording van deze zes brave, jazelfs enigszins truttige vragen drie keer Geert Wilders er met zijn beruchte haren bijsleept, moet wel bijzonder geobsedeerd zijn. Wat heet: luttele dagen later kondigt Doekle een protestbeweging Stop de VerWildering aan.

Zo braaf, zo truttig.

VerWildering is natuurlijk op de valreep het allerergste woord van 2007, compleet met tenenkrommende hoofdletter terwijl die meneer helemaal geen Wilder heet – tenzij Doekle zo ver achterloopt dat zijn ergernis het grove taalgebruik van Gene Wilder in Willy Wonka & the Chocolate Factory betreft.

Ik op mijn beurt zou nu graag The War on Terpstra willen uitroepen. Onze democratie wordt namelijk ondermijnd door terpstraristen die klaar staan om werkelijk alles op te blazen, zelfs de grootste non-issues. In alle geledingen van de samenleving tiert het terpstrarisme welig, zelfs onder vrouwen en jongeren, en ik durf zelfs niet uit te sluiten in uw eigen vriendenkring.

Tegen zijn kan Geert Wilders veel beter zelf. Zelfs tegen Geert Wilders zijn kan Geert Wilders veel beter zelf. Wat we nodig hebben, is een groepering die Geert Wilders niet verwaardigt met welke mening dan ook. De PvdO, de Partij van de O, of van de nul, dat mag ook, die het mooiste woord van het Nederlands (‘O’) in de strijd gooit.

‘Geert Wilders wil de Koran verbieden!’
‘O.’
‘Geert Wilders gaat een film maken waarin hij de Koran een fascistisch boek noemt!’
‘O.’

OK, misschien is dat het antwoord ook niet. Maar alsjeblieft, niet dat terpstraristische theeleutgeleuter over debatten die verziekt worden of groepen die monddood worden gemaakt. Geert Wilders is gewoon een parlementariër die af en toe een abject idee lanceert dat door een volwassen democratie vervolgens eenvoudigweg afgewezen wordt. Als Doekle Terpstra er als voorzitter van de HBO-raad nou gewoon voor zorgt dat de jongeren een beetje fatsoenlijk worden opgeleid, dan lost het probleem zich vanzelf op.

Maar op deze manier heeft Geert Wilders met vijanden als Doekle Terpstra geen vrienden meer nodig.