Klakkeloos

Kay van der Linde liet zich tijdens een gastcollege aan de Universiteit van Amsterdam ontvallen dat Rita Verdonks hele ToN niets dan gebakken lucht was, hoorde die gewraakte uitspraak enkele dagen later op internet terug toen bleek dat zijn hele verhaal opgenomen was door een student, verdedigde zichzelf vervolgens door te stellen dat het citaat uit zijn verband was gerukt, maar zag zich even later toch gedwongen om zijn samenwerking met Rita te beëindigen.

Een merkwaardige opeenvolging van gebeurtenissen, zeker als je bedenkt dat

a. er geen enkele context te bedenken valt waarin de uitspraak ‘ToN is gebakken lucht’ niet waar zou zijn;
b. Kay helemaal niets van zijn woorden heeft teruggenomen, waardoor we dus mogen aannemen dat zelfs in zijn universum een context bestaat waarin ToN nog steeds gebakken lucht is;
c. Kay en Rita blijkens hun optreden in Pauw & Witteman nog altijd de beste vrienden zijn;
d. we dus misschien zelfs wel kunnen veronderstellen dat ook in het overzichtelijke eendimensionale universumpje van Rita Verdonk een context bestaat waarin haar ToN gebakken lucht is.

Natuurlijk hebben Kay en Rita inmiddels een zondebok gevonden voor hun twist die geen twist is, en dat is, of zijn, hoe kan het ook anders, de media. Het heet dan dat die alles ‘klakkeloos van elkaar overnemen’: een zienswijze die er wat mij betreft wat al te klakkeloos op na wordt gehouden. Zonder erbij na te denken bestempelt men klakkeloos een bepaalde gang zaken maar als klakkeloos.

Klakkeloos, klakkeloos, klakkeloos, waar zou dat eigenlijk vandaan komen?  ‘Loos’ is zonder, zoveel is wel duidelijk, maar klakken: dat doet het paard van Sinterklaas. Hier zal het wel iets als ‘nadenken’ betekenen:

‘Klak nou toch eens voordat je dronken achter het stuur kruipt!’
‘Denk erom kinderen: goed klakken voor je een antwoord invult!’

Of misschien is het toch meer iets als ‘controleren’, aangezien het vaak journalisten zijn die van klakkeloosheid beticht worden omdat ze hun bronnen onvoldoende zouden hebben geverifieerd.

‘Geachte heer zero, het is weer tijd voor uw jaarlijkse gebitsklak! Belt u s.v.p. voor een afspraak.’
‘Goedenavond meneer, we voeren een snelheidsklak uit en u hebt over de afgelopen kilometers veel te hard gereden. Het viel ons bovendien op dat u ook nogal ongeklakt over de weg slingerde. We willen u daarom ook even klakken op alcoholgebruik.’

Nou goed, we weten allemaal wel wat klakkeloos betekent. Maar als ik een prototype klakkeloosheid zou moeten definiëren, dan zouden mijn gedachten in de eerste plaats uitgaan naar een politica die een eigen beweging start, haar achterban via een wiki over veel te ingewikkelde kwesties laat meedenken, daar op televisie met een stalen ijzeren gezicht over beweert dat het een revolutionair concept betreft waar Barack Obama nog een puntje aan kan zuigen, en vervolgens de ijzingwekkende ideeënleegheid van haar achterban zonder enige gêne en met nog minder aanpassingen in al haar pleidooien overneemt. Klakkeloos.

Samen

In de onmetelijke chaos rond de aanleg van de Noord-Zuidlijn tussen Centraal Station en Damrak heerst rust, deze vrijdagochtend. De toeristen slapen hun roes uit, de stroom forenzen moet nog op gang komen – of, waarschijnlijker, men mijdt dit provisorisch aangelegde voetgangers- en fietspaadje als de pest.

Ah, daar komt een fietser me tegemoet rijden. Vol concentratie manoeuvreert ze zich door de smalle doorgang tot plotseling, uit het niets, een verkeers spatie regelaar tevoorschijn springt die zich met de armen wijd gespreid, als een ware Vitruviusman, maar dan één zonder goddelijk lichaam maar meer een type uit de Volendamse klei getrokken tegelzetter, voor de fiets werpt. Ik schrik ervan, maar de fietsster kijkt helemaal alsof ze haar leven aan zich voorbij ziet flitsen.

‘Mag hier niet fietsen!’, wordt haar toegesnauwd, en daar zit op zich iets in, want nog los van haar huidige lichaamsteint was ze echt aan het spookrijden.
‘Maar… ik… ik kwam daarvandaan en moet daarnaartoe’, stamelt ze, terwijl ze eerst naar achteren gebaart en vervolgens naar de stoplichten tien meter verderop wijst; niet dat dat haar eindbestemming is, maar wel het beoogde einde van haar illegale verkeersdeelname.
‘Mag hier niet fietsen!’

En nog altijd die armen gespreid om de woorden kracht bij te zetten: hier wordt geen centimeter verder tegen het verkeer in gereden. Ik hoor de vrouw nog iets proberen met ‘hoe moet ik dan’ en ‘is hier helemaal niemand’, maar ook dat wordt weer afgekapt met een bot ‘Mag hier niet fietsen!’.

De verkeersregelaar was bij de ochtendbespreking kennelijk met een duidelijke boodschap op pad gestuurd en hield zich daar keurig aan. Een man naar het hart van Rita Verdonk, zo lijkt me.

Rita is toch wel een fenomeen. Ik vind het wel mooi dat de vrouw die zich laat voorstaan op haar kordate optreden en het feitelijk onweerlegbare ‘regels zijn regels’ tot axioma verhief, dezelfde is die nu een heilige oorlog afkondigt tegen bureaucratie en ‘Haags geneuzel’. Die haar ministerschap begon met 26.000 mensen duidelijkheid te verschaffen (geen generaal pardon) en jaren later nog niet de helft van hen behandeld had, maar die nu wel de tijd meent te hebben om voor ieder wissewasje het volk te raadplegen.

Rita wil namelijk, daar was u wellicht nog niet van doordrongen, de parlementaire democratie afschaffen. Als het aan Rita ligt, stemmen we straks niet meer op politici met verkiezingsprogramma’s en standpunten, maar op dummy’s (geen dhimmi’s, Geert) die wij dan zelf nog van user generated content moeten voorzien. De verkiezingen zijn dan ineens niet meer de belangrijkste, maar de minst belangrijke volksraadpleging; het echte werk moet dan immers nog beginnen.

Rita mikt met haar politiek 2.0 op 45 zetels, maar ik vraag me werkelijk af wat al die mensen gaan doen als het kamerlidmaatschap niet meer inhoudt dan luisteren en doorgeven. Als Rita dat een interessante uitdaging vindt, kan ze ook gewoon de hele dag in de fabriek negerzoenen in een doos gaan stoppen.

Het heeft er alle schijn van dat Rita niet alleen de vergaderingen in de Tweede Kamer aan zich voorbij laat gaan omdat ze die te saai vindt, maar dat in haar jeugd de lessen staatsinrichting eenzelfde lot beschoren waren. Had ze beter opgelet, dan had ze wellicht beschikt over de elementaire kennis waarom we hier werken met volksvertegenwoordigers in plaats van met 16 miljoen besluitvormers.

We gaan het ‘samen gewoon doen’. Het optimisme is op zich te prijzen, maar de naïviteit die spreekt uit zo’n woordje ‘gewoon’ is werkelijk ten hemel schreiend, en dan zwijg ik nog maar over de euvele moed die ze tentoonspreidt door haar filosofie tot ‘echte democratie’ te dopen. Die fietsster en die verkeersregelaar staan daar waarschijnlijk nog te bakkeleien.

Ik heb al oproepen ontvangen om op de site van TON vrolijk mee te doen en dan te stemmen voor bijvoorbeeld meer ontwikkelingshulp. Daar pas ik voor. Laat die mensen maar lekker bedenken dat én de wegen breder moeten én de benzine 25 cent per liter goedkoper én de CO2-uitstoot teruggedrongen én het openbaar vervoer gratis, dan wil ik nog wel eens zien hoe Rita dat zonder Haags geneuzel tot één geheel gaat breien. En stel je voor dat er een geheime geldschieter vijftig euro in de partijkas bewegingskas stort bij iedere nieuwe geregistreerde op de site – dat komen we nooit te weten.

Nee, laten we beginnen door samen gewoon niet op Rita te stemmen.