Het Jaar van de Uil

Voelen jullie het ook? Het hangt in de lucht, die zoete lavendelgeur van de overwinning. Het is aan het kantelen, nu wereldwijd nog maar anderhalf miljoen mensen per dag positief testen en we bijvoorbeeld in Engeland zien hoe fantastisch het zonder maatregelen gaat, afgezien dan van, nou ja ach, die paar honderd kinderen die daar nu happend naar adem op de ic liggen. Maar hee, je kunt niet vroeg genoeg leren dat de dood bij het leven hoort, nietwaar?

Nu neemt dat kantelen nogal wat tijd in beslag – in feite horen we dit al anderhalf jaar – maar 2022 moet dan echt het Jaar van de Uil worden. En daarom wordt op de burelen van Forum voor Democratie koortsachtig vergaderd wat men na al dat gehits, al dat gezuig, al dat gelieg, al dat gejank, al dat geïnsinueer en al dat geïntimideer, al dat geheul met nazisymboliek, al dat slecht verholen antisemitisme en al die quasi-verongelijktheid als men ermee geconfronteerd wordt verder nog kan verzinnen om optimale ophef te creëren zonder de eigen achterban voor het hoofd te stoten.

Welnu, alles natuurlijk. Een kleine greep uit wat ons het komend jaar te wachten staat:

Verder lezen Het Jaar van de Uil

WHATEVER YOU DO: DON’T GET THE “VIRUS”

“Dan is nu het woord aan de heer Berry Touret van Decorum voor Virocratie.”

“Voorzitter! Veritas pones potentes est. Oftewel: de waarheid is in handen van degenen met macht. De laatste tijd ondervinden wij dit aan den lijve: het roodborstje van Aequitas is vleugellam geworden. En daarom wil ik mij vandaag nadrukkelijk richten tot alle mensen in Nederland, gevaccineerd of niet gevaccineerd, in het ziekenhuis of daarbuiten, heteroseksueel of bakker, en nog in leven of inmiddels overleden.

Verder lezen WHATEVER YOU DO: DON’T GET THE “VIRUS”

“Paardenlul”

Woorden schieten tekort om te beschrijven in welke mate de heer Thierry Baudet een “paardenlul” is. Een gevaccineerde “paardenlul”, haast ik mijzelf eraan toe te voegen, want, hoewel een “paardenlul”, is Thierry Baudet natuurlijk niet achterlijk en heeft hij dus gewoon een spuitje gehaald. Dat weet ik van de zus van mijn buurvrouw, die op de Facebook-pagina van de hond van haar slager heeft gelezen dat de achternicht van de eigenaar van diens trimsalon, werkzaam voor de GGD in Schin op Geul, de prik gezet heeft.

Dat Thierry Baudet een enorme “paardenlul” is, komt misschien nog wel het duidelijkst naar voren in het feit dat hij dolgraag wil dat normale mensen hem een “paardenlul” vinden. Werkelijk iedere uitspraak heeft als primair of secundair oogmerk om zo veel mogelijk een “paardenlul” gevonden te worden – met duizelingwekkend succes. En omdat je een “paardenlul” geen enkel plezier wilt gunnen, zou je Thierry Baudet dus het liefst geen “paardenlul” willen vinden, maar dat gaat nu juist niet omdat hij eenvoudigweg een onvoorstelbare “paardenlul” is.

Verder lezen “Paardenlul”

Thierrië

In een land hier ver vandaan is het elke dag een aangename tweeëntwintig graden. Niet te warm, niet te koud: ideaal, zoals alles hier. De zon streelt de glooiingen van het arcadische landschap, waar de schaapjes vredig grazen, veilig opgeborgen achter een hek. Slechts des nachts, wanneer burgers en devices zich opladen voor een nieuwe dag van noeste arbeid, geselt de regen de vruchtbare akkers teneinde de bevolking van het meest exquise voedsel te voorzien.

Verder lezen Thierrië

Het goede voorbeeld

De koortszweetdruppeltjes van Kajsa Ollongren hadden de grond nog niet bereikt en de al dan niet positief geladen aerosolen van Annemarie Jorritsma waren nog niet opgelost, of de lijsttrekkers van de politieke partijen in de Tweede Kamer buitelden over elkaar heen om te verkondigen dat zij uiteraard een coronatest zouden doen en in quarantaine zouden blijven tot de uitslag bekend was. Zij waren immers bij de positief geteste Ollongren op bezoek geweest, en dan kun je maar beter voorzichtig zijn.

Mensen, dacht ik nog, campagnetijd is voorbij; het is echt niet meer nodig om je met dergelijke vanzelfsprekendheden te onderscheiden van je prutsende collega-politici. Lilianne Ploumen begon ermee, en de lof die zij oogstte met haar voor de hand liggende zelfquarantaine was eigenlijk veelzeggend: alsof ze iets opmerkelijks of bijzonders had gedaan. Niet verwonderlijk: met verkenners die gewoon doorwerken, Rutte die snotterend de Kamer te woord staat in afwachting van zijn testuitslag, treinen die weer overvol zijn, files op de wegen, elke week een Museumplein vol imbecielen en een half miljoen dwazen die in een konijnenhol zijn gedonderd, is allang duidelijk dat wij dit gewoon niet kunnen met zijn allen.

Verder lezen Het goede voorbeeld

Vrijheidskaravaan

Nooit, maar dan ook werkelijk nooit zouden de elitaire kakkers Thierry Baudet en Wybren van Haga elkaar begroeten met een boks en een knuffel, als waren zij hangjongeren van niet-westerse afkomst. Maar nu doen ze het toch – Baudet dan ook nog getooid in een gewatteerde jas en met een achterlijk petje op zijn kop – want nu mag het niet van de overheid. En als iets verboden is door de overheid, nou, dan doen onze verzetshelden van Forum voor Democratie het juist – als het niet te veel moed vraagt tenminste. Kijk ze toch eens dapper handen schudden, kijk ze dicht bij elkaar staan, kijk ze om vijf over negen ’s avonds hun vuilniszak weggooien, en kijk ze geen mondkapje dragen. Welk een heroïek!

Dat constante zuigen, dat continue provoceren, dat almaar ondermijnen van de bestrijding van de crisis: het is inmiddels om kotsmisselijk van te worden, maar we gedogen het. De enige reden waarom dat gebeurt, is omdat we niet, zoals de heren ons willen doen geloven, in een dictatuur leven, maar in opperste vrijheid.

Verder lezen Vrijheidskaravaan

Hij

Als het aan een groep vrouwelijke theologen ligt, krijgt de Heere God onder geen beding Zijn eerbiedskapitaal terug in de nieuwe bijbelvertaling, die later dit jaar verschijnt. Typisch vrouwelijk gedrag weer: dat God weer ‘Hij’ wordt, is al sinds november 2017 bekend, maar pas nu de nieuwe vertaling daadwerkelijk bij de drukker ligt en er écht geen weg meer terug is, ineens moord en brand gaan schreeuwen.

‘Een klap in het gezicht van vrouwen’ zou het zijn, naar God verwijzen als ‘Hij’ met een hoofdletter. Of, nog erger, als ‘HEER’, met vier hoofdletters. (Hier ben ik het overigens wel eens met de klagers, die in dit geval pleiten voor ‘minder of geen hoofdletters’; ik zou prima kunnen leven met ‘heeR’ of ‘HeEr’.) Al die hoofdletters zouden het schadelijke patriarchale Godsbeeld maar versterken, want, zo is de gedachtegang, ‘als God mannelijk is, is het mannelijke God’.

Verder lezen Hij