Beschamend

Ach ja, en dan hebben we natuurlijk ook Mark Rutte nog. Ik was Mark eigenlijk helemaal vergeten, zoals een B-artiest met een toevallige zomerhit ook volledig uit beeld kan verdwijnen. Mark Rutte won ooit van Rita Verdonk en daarna hebben we nooit meer iets van hem vernomen.

Mark zat in Frankrijk op zijn klapstoeltje nietsvermoedend naar de Wereldomroep te luisteren toen hij vernam dat Wouter Bos nog stééds niet met Ehsan Jami had gebeld. Mark stoof op en riep ‘Nu is de maat vol!’ tot zichzelf, aangezien de vrouw en kinderen om de broodnodige wijze raad aan te vragen zoals bekend ontbreken. Mark vindt Wouter Bos een hele geschikte collega, maar beroepshalve moet hij het helaas altijd met hem oneens zijn. Dit leek hem zo’n moment.

Mark moest de Volkskrant bellen om zoals een goede fractieleider betaamt een stevig standpunt in te nemen, en nam zich voor om op de terugweg van de bakker meteen langs de telefooncel te fietsen. De telefooncel ja, want Mark is nogal conservatief, moet u weten.

Ook bij de Volkskrant moest de stagiair van dienst herhaaldelijk vragen met Mark Wie in Godsnaam hij sprak. Gelukkig staat de datum van zijn overwinning bij Mark in het geheugen gegrift, Kijk maar in de krant van 1 juni 2006, zei hij, daar staat dat ik van Rita Verdonk heb gewonnen, Verrek, hij heeft gelijk, moest de stagiair toegeven, maar puntje bij paaltje had Mark nog 25 cent over om zijn standpunt in krachtige termen te verwoorden.

‘Nou kijk,’ begon hij, en hij had direct spijt van die woorden omdat ook dit soort zinloze introducties tijd en in dit geval maar al te letterlijk geld kosten, ‘bij de VVD zouden we een partijlid dat met de dood wordt bedreigd omdat ze toevallig van haar geloof is gevallen, nooit laten vallen. Geloofsafval moet kunnen, VVD-afval bestaat niet, zeggen we altijd maar, haha, snapt u?’

Stilte aan de andere kant van de lijn.

‘Kijk, ziet u,’ vervolgde Mark terwijl hij nog een tien-eurocentmuntje inwierp, ‘het is ondenkbaar dat er een tweespalt in de partij zou ontstaan en dat bijvoorbeeld de een dat bedreigde partijlid het land uit wil sturen en de ander samen met haar een persconferentie geeft. Nee, wij zouden als voltallige fractie iedere week minstens één keer langsgaan, zelfs als zij zich uiteindelijk vanuit Amerika alsnog nodeloos met zaken zou gaan bemoeien die haar dan allang niet meer aangaan. Dus ik vind’, en met een vooruitziende blik gooide hij er nog maar eens twintig cent tegenaan, ‘de opstelling van Wouter Bos niet goed.’

‘U vindt de opstelling van Wouter Bos niet goed’, vatte de stagiair samen, de kop van het terzijdeberichtje op pagina 3 (“Rutte: opstelling Bos niet goed”) in zijn hoofd reeds vormend.
‘Exact, jongeman. Nee, wacht. Ik vind het zelfs slecht hoe Bos met zijn partijgenoot omgaat. “Niet goed” is natuurlijk een beetje slap, dat begrijpt u natuurlijk ook wel, haha.’
‘Prima, meneer Rutte. Dan wens ik u nog een fijne vakantie, want ik zie dat u vanuit Frankrijk belt.’
‘Dank u vriendelijk, en tot … wacht even, zou u er misschien alsnog ‘barbaars’ van kunnen maken? Of is dat weer een beetje te?’

Anderhalve euro later was het hoge woord eruit: Mark Rutte vindt dat Wouter Bos ‘beschamend’ omgaat met Ehsan Jami. Nou goed, dan weten we dat ook weer.