Vermomd

Radovan Karadzic is gearresteerd terwijl hij een witte baard droeg, lang haar voorzien van een energievoorzienend knotje had en onder een valse naam als behoorlijk alternatief geneesheer werkzaam was. Als arts zal hij zich ongetwijfeld uitermate beschaafd gedragen hebben, omdat het anders te veel in de gaten zou gaan lopen. Wie weet hoe verdrietig sommige van zijn patiënten nu zijn omdat hun behandeling door de vriendelijke Dragan Dabic vroegtijdig beëindigd is.

Intussen vraag je je af hoe Geert Wilders zich ooit zou vermommen, mocht het nodig zijn. Of welke langgezochte misdadiger achter de vermomming Geert Wilders schuilgaat natuurlijk.

Het bericht over Karadzic’ aanhouding stemde mij hoopvol. Niet omdat een oorlogsmisdadiger die al vijftien jaar werd gezocht nu eindelijk gepakt is, maar juist omdat hij er door een simpele vermomming in slaagde jarenlang uit handen van de politie te blijven en uiteindelijk zelfs gewoon met de bus naar zijn werk kon gaan. Daarmee bedoel ik natuurlijk niet dat alle criminelen wat mij betreft hun berechting mogen ontlopen. Het gaat me erom dat er ook aan het belangrijkste nieuws ter wereld verhalen kleven waarvan je zou kunnen denken: nou, driehonderd jaar geleden misschien, maar in 2008 toch zeker niet meer.

Guerrillastrijders in de regenwouden van Colombia die zich in de luren laten leggen door een witgeschilderde helikopter en zo Ingrid Betancourt laten bevrijden, Karadzic die met een gerust hart bus 73 pakt naar de alternatieve kliniek waar hij werkt en ja, toch ook de vrouw van wie halverwege de twintigste eeuw niet met zekerheid kan worden vastgesteld welk geslacht zij heeft: stuk voor stuk verhalen waarbij het nodige te fantaseren overblijft.

Ik had dokter Karadzic hierboven ook als een meedogenloze slager kunnen introduceren, en Foekje Dillema twee dagen terug als een brave huisvrouw. Feitelijk is het volslagen irrelevant. Het interesseert me werkelijk niet of Foekje een vrouw of een man was, of voor mijn part amorf of androgyn, en wie op mijn karakterisering van Karadzic als vriendelijke arts verontwaardigd reageert door te stellen dat ik wat al te makkelijk voorbijga aan ’s mans misdaden tegen de menselijkheid, heeft er dan ook bar weinig van begrepen.

Ik verwonder mij slechts, en ben blij dat dat kan. Er komt misschien nog eens een tijd, als alles vanzelfsprekend is, dat we daar jaloers op terugkijken. Waarschijnlijk, gelukkig, niet.