Alternatieven voor de AOW

De Partij voor de Vrijheid wil van Eberhard van der Laan tot op zes cijfers achter de komma weten wat de kosten van massa-immigratie zijn, en indien de minister volhardt in zijn weigering, die overigens neerkomt op een misdrijf, zullen Wilders, Drinkman en hun vriendjes het onderzoek eigenhandig uitvoeren. Als de uitkomst daarvan is dat die kosten ‘schandalig hoog’ zijn en wij allochtonenknuffelaars allemaal knettergek, wat we trouwens voetstoots mogen aannemen, dan ligt het voor de hand dat de AOW-leeftijd, waarvan we inmiddels hebben moeten slikken dat die naar 67 gaat, weer teruggeschroefd kan worden tot 65.

Mocht deze opzet slagen, dan zal de PVV voorts een onderzoek entameren naar de kosten van massalinksehobby’s. Minister Plasterk van OCW zal iedere belastingcent die uitgegeven wordt aan subsidies voor kunst of culturele, laat staan multiculturele activiteiten moeten verantwoorden. De verwachte uitkomst van deze exercitie is dat de AOW-leeftijd verder omlaag kan naar 61.

Wij van Lijst Nul nemen met dit gerommel in de marge geen genoegen. Zonder nog aan de hypotheekrenteaftrek te willen tornen menen wij dat aanvullende maatregelen de rust in ons land kunnen terugbrengen.

Van de minister van Volksgezondheid vragen wij een diepgravend onderzoek naar de kosten van het anti-rookbeleid van het kabinet. Wij pleiten voor enerzijds hogere tabaksaccijnzen, maar anderzijds riante subsidies voor fabrikanten en reclamemakers. Daarmee denken wij de staatsinkomsten zodanig te kunnen verhogen dat een verdere daling van de AOW-leeftijd tot 52 mogelijk is. Het bijkomende, veel grotere effect is dat potentiële AOW’ers sneller hun pijp of andere rookwaar aan Maarten zullen geven, waardoor minder premie uitgekeerd hoeft te worden en bovendien de vraag naar gesubsidieerde bejaardenhobby’s als rollators, nieuwe heupen en vervoer op maat enorm zal afnemen. Volgens eerste ramingen kan daardoor de AOW-leeftijd verder teruggebracht worden tot 37, en waarschijnlijk zelfs tot 34 als de verkoop van alcohol weer gewoon wordt toegestaan aan kinderen van 6 jaar en ouder.

De minister van Verkeer en Waterstaat roepen wij op om eindelijk eens gemene zaak te maken met het spekken van de staatskas uit de zakken van automobilisten. In navolging van het Kwartje van Kok pleiten wij voor de Euro van Eurlings. Het aanlengen van de brandstof met water is niet alleen goed voor het milieu maar zal ook de vraag naar benzine doen groeien. Dankzij de extra inkomsten kan de AOW-leeftijd tot onder de 30 zakken; zelfs tot 26 wanneer de automobilisten zich solidair opstellen door bij elke flitspaal gemiddeld een luttele 4 kilometer per uur harder te rijden.

Zijn wij tot deze rekensom gekomen, waarbij wij uiteraard niet zullen nalaten de minister van Justitie aan te spreken op zijn behandeling van criminelen als betrof het gasten van een vijfsterrenhotel, dan vragen wij Ronald Plasterk om een grondig onderzoek naar de kosten van ons onderwijsstelsel. Wij zijn ervan overtuigd dat een fractie van dit bedrag zou kunnen volstaan wanneer blijkt dat leden van de beroepsbevolking, die gemiddeld rond hun 25e hun eerste volledige baan hebben, op hun 26e reeds met pensioen kunnen. Deze besparing op de onderwijskosten zou de AOW-leeftijd ver beneden de 20 kunnen brengen.

Van de minister-president willen wij ten slotte weten waarom we in vredesnaam nog dure regelingen als WIA, WW, Wajong en wat dies meer zij hebben als kennelijk helemaal niemand überhaupt hoeft te werken.

Duiden

Gutteguttegut, wat waren we met zijn allen verbaasd over de overwinning van de PVV bij de Europese verkiezingen afgelopen donderdag, na slechts drie jaren van peilingen en een maatschappelijke ontwikkeling van een jaar of acht die al in die richting wezen. En dan te bedenken dat het allemaal nog veel erger had kunnen zijn – of: zal worden – wanneer Geert ook de echte anti-Europastemmer, die bij Europese verkiezingen wijselijk thuisblijft, had weten te mobiliseren.

De dagen na zo’n politieke aardverschuiving staan altijd in het teken van het grote duiden. De meest kolderieke analyse kwam nog wel van de grote winnaar zelf, die in de uitslag van verkiezingen over Europa, waarin amper een derde van de bevolking de moeite had genomen zijn stem uit te brengen, een duidelijke boodschap aan het nationale kabinet las om zijn biezen te pakken. Het is toch ook een democraat in hart en nieren, onze Geert.

In de tsunami aan speculaties durf ik ook nog wel een duid in het zakje te doen: deze uitslag toont, helaas, voor de zoveelste keer het failliet van onze meerpartijendemocratie. De afgelopen decennia zijn we vrijwel onafgebroken bestuurd door christenen, sociaal-democraten en liberalen, in wisselende samenstelling. De ene keer boog het beleid wat meer naar links, de andere keer wat meer naar rechts en de afgelopen jaren wat meer naar boven, naar de Heer, die eigenlijk continu zag dat het Goed was. Natuurlijk was het niet leuk als de partijen die de regering vormden niet helemaal vasthielden aan hun verkiezingsprogramma en in plaats daarvan compromissen sloten, maar dan stemden we ergens anders op, verschoof de balans en kwamen we erachter dat regeringen nu eenmaal per definitie compromissen moeten sluiten.

Waren we teleurgesteld? Welnee. Het kon misschien beter, maar het ging ontzettend goed. Tot het te goed ging en de mensen verwend raakten. Met een partij die in minder dan 100% van de gevallen verkondigde wat men vond, nam men geen genoegen meer.

Intussen spelen de gevestigde partijen nog steeds hetzelfde kluitjesvoetbal dat ze altijd al speelden, met zijn allen rond de middencirkel. De verschillen tussen veel partijen, hoe dik  ze ook aangezet kunnen worden en feitelijk ook kunnen zijn, zijn welbeschouwd nuanceverschillen, en dat vereist een ingewikkeld verhaal.Waar men vroeger meneer de politicus op zijn blauwe ogen geloofde omdat hij ongetwijfeld wist waar hij het over had, eist de moderne burger tekst en uitleg die hem in veel gevallen ver boven de pet gaat. Boodschappen die voor elke amoebe nog redelijk te behappen zijn, zoals ‘Tegen!’, ‘Brr!’ en ‘Eng!’, beklijven daarentegen een stuk beter.

In navolging van PvdA-fractieleider Mariëtte Hamer, die overigens een debat tegen een gemiddeld wassen beeld in Madame Tussaud’s nog zou verliezen, zie ik in de verkiezingsuitslag ook een aansporing: een aansporing om het standpunt dat veel mensen te dom zijn om hun democratisch recht uit te oefenen, waarmee ik mezelf altijd zo populair maak, nog krachtiger uit te dragen. De gevestigde politiek zou er verstandig aan doen zich rekenschap te geven van dit feit. Niet door het hardop te verkondigen, want dat jaagt de mensen alleen maar tegen je in het harnas, weet ik toevallig, maar wel door de nuance te verlaten en je tot platitudes te beperken. Laat ze hun stem maar baseren op algemeenheden, en breng de nuance dan maar weer aan zodra je het vertrouwen hebt gekregen en aan de slag gaat. Afdwingen, dat respect! En wie zich dan nergens in kan vinden, blijft maar lekker thuis; ik heb nooit begrepen wat het probleem kan zijn van een lage opkomst bij verkiezingen.

Zo’n cordon sanitaire, dat Wilders als men het weigert op te richten nog het liefst eigenhandig metselt, is, zoals de naam al aangeeft, op zich een hele gezonde oplossing. Femke Halsema wees er in een overigens hemeltergend debat al op dat de partijen die een uitgesproken pro-Europese campagne hebben gevoerd bij elkaar veel meer zetels hebben gehaald dan de PVV. Ze zijn er dus wel, en zelfs in ruime meerderheid, maar zolang men elkaar in een onnavolgbaar gevecht blijft bestrijden op de vierkante centimeter zal dit potentieel steeds moeilijker te gelde gemaakt kunnen worden.

Zeventien procent voor de PVV: dat betekent dat waarschijnlijk zo’n zeventig procent fel gekant is tegen Wilders en de zijnen. Als je het zo bekijkt staat D66 er op dit moment waarschijnlijk het meest rooskleurig voor. Maar zelfs in de hoogtijdagen van een anti-partij is antipathie kennelijk geen democratisch gegeven.

Aboutaleb

Hoewel al weer enkele jaren woonachtig in het pittoreske Haarlem en al langer werkzaam in 020, ben ik een geboren en getogen Rotterdammer. Dat ik de burgemeester van mijn nieuwe woonplaats straal voorbij zou lopen als ik hem op straat zou tegenkomen (als ik al op zijn naam zou komen) heeft natuurlijk deels te maken met de omvang van Haarlem, maar vooral met het feit dat ik me nog altijd eerder Rotterdammer dan Haarlemmer voel. Dat zal ook nooit veranderen, en er is niemand die het me kwalijk neemt.

Toch zijn bij mijn verhuizing naar Haarlem alle formele banden met mijn geboorteplaats rücksichtslos doorgesneden. Dat ik mijn huisvuil daardoor niet meer aan de Roteb kan aanbieden is te overzien, maar doordat ik ook niet meer voor de gemeenteraad mocht stemmen, heb ik lijdzaam moeten toezien hoe de mannen van Leefbaar Rotterdam als een soort vijfde colonne van het proletenvolk de raadszetels inpikten. Ik had daar als Rotterdammer voor het leven graag iets tegen gedaan, maar helaas werkt het hier zo dat je als ingezetene direct hebt afgedaan zodra je de stad verlaten hebt.

In Marokko gaan ze daar – en ik vermijd hier wijselijk een waardeoordeel – heel anders mee om. Eens een Marokkaan, altijd een Marokkaan, is daar de stelregel, of je nu wilt of niet. Als de moderne technologie ooit nog eens het Rifgebergte bereikt, zullen ze je paspoort daar onder je huid gaan implanteren om het fysiek onmogelijk te maken er afstand van te doen, maar ook nu kan dat feitelijk al niet.

Als we dan accepteren dat mensen in principe de vrijheid hebben om zich elders, laten we zeggen in Nederland, te vestigen en er wordt in een extreem geval van jou als Marokkaan verwacht dat je je volledig assimileert, dan is expliciet, in woord en daad, kiezen voor het Nederlanderschap het uiterste wat je kunt doen – van die Marokkaanse nationaliteit kun je nu eenmaal niet af.

Ahmed Aboutaleb is zo iemand. Er was een gedoetje rondom zijn twee paspoorten toen hij staatssecretaris werd, maar ten overstaan van talloze camera’s wapperde hij met zijn Nederlandse paspoort en verklaarde hij dat hij expliciet voor het Nederlanderschap had gekozen. Hij zet dat doorlopend kracht bij met ferme uitspraken over jongeren die het best hun koffers kunnen pakken als de manier waarop we hier met elkaar omgaan ze niet aanstaat.

Daarmee zou je zeggen dat de onderbuikpartijen die helaas als enige de problematiek echt aan de kaak durven te stellen in Aboutaleb een medestander vinden. Terecht klagen zij immers voortdurend over het gebrek aan kritische geluiden vanuit de moslimgemeenschap. Een serieus probleem, dat je echter Aboutaleb als laatste kunt aanrekenen.

Helaas is Aboutaleb behalve Marokkaan ook PvdA’er. Hoewel dat hetzelfde schijnt te zijn, betekent het dat hij nooit zal zeggen wat hij denkt of doen wat hij zegt. Ronald Sørensen, fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam met de eloquentie van een zeekoe, had daar slechte ervaringen mee en dus zou Aboutaleb zonder enige twijfel uit hetzelfde hout gesneden zijn. In een hemeltergend optreden bij Nova weigerde hij Aboutaleb niet alleen te feliciteren met zijn voordracht, maar bleef hij ook nogal hinderlijk en kinderlijk hameren op dat Marokkaanse paspoort, alsof de kous met het terugsturen daarvan af zou zijn (en Aboutaleb een ander persoon).

‘Lekker weertje vandaag he, meneer Sørensen?’
‘Meneer Aboutaleb moet zijn paspoort in een envelop stoppen, er Marokko opschrijven en hem dan op de post doen.’
‘Met Feyenoord gaat het trouwens niet zo goed, vindt u niet?’
‘Ik heb de oplossing al aangegeven: hij moet gewoon zijn paspoort terugsturen.’
‘En zondag uit tegen Willem II, altijd lastig.’
‘Zoals ik al zei: pak een envelop, doe dat paspoort erin en stuur het terug.’

Een dag later deed Geert Wilders er nog een schepje bovenop door Rotterdam nu Rabat aan de Maas te noemen. ‘Nog even en we krijgen een imam als aartsbisschop’, zo redeneerde hij, waaruit we kunnen concluderen dat hij ook in Aboutaleb een vertegenwoordiger van de vijfde colonne van moslims ziet wier enige motief voor een verblijf in Nederland de volledige heerschappij is.

Ik heb het nog wel eens voor Geert opgenomen, maar over deze reactie ben ik werkelijk verbijsterd. Als Ahmed Aboutaleb kennelijk niet voldoet aan de eisen die we in Nederland aan Marokkanen moeten stellen, dan bestaan er geen mensen die er wel aan voldoen. En dan moeten ze dus allemaal weg.

U zult misschien zeggen dat dat niets nieuws onder de zon is, maar dat is het wel. Altijd was er wel een kwestie met een handweigeraar, een voorbeeld van vrouwenonderdrukking of een geval van straatterreur, kortom afwijkend gedrag dat dan misschien tot het idiote werd uitvergroot, maar wel altijd een legitieme aanleiding vormde om wellicht wat minder legitieme standpunten aan op te hangen. Nu hebben we het over het toonbeeld van wat je de ‘Moroccan dream’ zou kunnen noemen: een welbespraakte succesvolle man (dat dan weer wel) die iedereen een hand geeft, vrouwen gelijkwaardig acht en criminele jeugd het leven zuur maakt. Die blijkt dus ook niet goed genoeg.

Of we moeten nu aannemen dat volgens de Partij voor de Vrijheid niemand van Marokkaanse afkomst de vrijheid heeft om zich in Nederland te vestigen (hetgeen overduidelijk een strafbaar standpunt is), of de vraag dringt zich wel heel nadrukkelijk op onder welke voorwaarden iemand van Marokkaanse afkomst dan wel geaccepteerd kan worden als Nederlands staatsburger. Maar er is natuurlijk geen politicus die die vraag gaat stellen.