D(himm)ilemma

Herinnert u zich de barre hongerwinter van 1986 nog? IJzige Elfstedenkoude en geen brood op de plank nadat maandenlange boycots vanuit de katholieke wereld de Nederlandse economie nagenoeg lam hadden gelegd. Hadden we ook maar niet herhaaldelijk en wekenlang de hoogste geestelijke macht moeten beschimpen:

[wp_youtube]qcZ6oRR0drQ[/wp_youtube]

De film Fitna, die als je het mij vraagt niet meer zal doen dan een paar open deuren over de waanzin van een fundamentalistisch geloof in eerwraak en vrouwenonderdrukking intrappen, heeft zijn gelijk al aangetoond nog voordat er ook maar een seconde van wereldkundig is geworden. Katholieken kun je zo belachelijk maken als je zelf wilt, maar een kritische noot over de mohammedaanse medemens ligt altijd een stuk zwaarder op de maag. Daar kun je miljoenen keurig geïntegreerde moslimburgers met de baarden bijslepen – het blijft een onweerlegbaar gegeven.

Gek eigenlijk: heb je net de idiotie van geweld uit onverdraagzaamheid breed uitgemeten, en wat doen ze? Steken ze de ambassade van je land in de hens omdat ze het met die analyse niet eens zijn. Quod erat demonstrandum, zeg ik dan.

Dat gezegd hebbende kun je je afvragen wat Fitna nog gaat toevoegen. We weten nu dat er bepaalde lieden zijn die bereid zijn om onze ambassades in de fik te steken, onze militairen overhoop te knallen of de forenzentrein Haarlem-Amsterdam (en daarmee iamzero.nl) op te blazen, en de vraag is of je dat dan ook nog moet laten gebeuren. Oog in oog met een Hell’s Angel die gewapend is met een honkbalknuppel (of niet, dat maakt eigenlijk niet zo gek veel uit) ga je ook niet zeggen ‘Jezus, wat heb jij een rotkop zeg!’, ook al is het je diepste overtuiging.

Wat ik maar wil zeggen: we worden zo vaak door angst geregeerd, en misschien moeten we gewoon maar eens uitspreken dat we bang zijn. Niet dat we, zoals in 1986, vierentwintig uur per dag rillend en bevend door het leven gaan, maar dat we ergens deep down een unheimisch gevoel hebben waar we nog zo aan moeten wennen dat er nog niet eens een fatsoenlijk Nederlands woord voor bestaat.

Wat een triomftocht zou Geert Wilders kunnen houden als hij nu, of pas over een paar weken, als de master of suspense de spanning nog verder op heeft weten te voeren, alsnog afziet van de film, uit bescherming voor de Nederlandse belangen en omdat zijn boodschap, die hij in een vlammend betoog nog eens zou kunnen onderstrepen, al is overgekomen. Nog mooier zou het zijn als hij het zwaard van de boycots en de bijbehorende kapmessen van woedende burgers (heeft u die ook in uw keukenla klaarliggen?) tevoorschijn heeft gekregen zonder dat hij ooit een seconde film op tape heeft gezet.

Hij is er de man niet naar. En gelijk heeft hij natuurlijk als hij zegt dat iedereen die hem enige verantwoordelijkheid voor de gevolgen in de schoenen wil schuiven de pot op kan – dat is nog mild uitgedrukt. In plaats van ons te beklagen over het gemak waarmee hij vanuit zijn eigen beveiligde omgeving kwetsende dingen kan roepen waarmee hij gewone burgers in gevaar brengt, zouden we ook eens stil kunnen staan bij het feit dat hij datgene waar hij voor zegt te strijden – vrijheid – voor zichzelf compleet heeft moeten opgeven, misschien wel voor de rest van zijn leven. In andere situaties werd zo iemand nog wel eens als een heldhaftige vrijheidsstrijder vereerd.

Andersom heeft het kabinet óók gelijk als het stelt dat het voor Nederland op dit moment misschien beter zou zijn als die film niet uit zou komen, vooral als ze erbij vermelden dat het een knieval is die ze op zich verafschuwen maar verkiezen boven de ellendige gevolgen die ons anders boven het hoofd hangen – zoals we die Hell’s Angel ook vriendelijk zouden groeten.

Aangezien een individueel pak slaag van een motorrijder van een andere orde is dan een wereldwijd conflict ben ik geneigd me principiëler op te stellen en eerder op te komen voor de rechten van Wilders dan voor het morele appèl van het kabinet, maar je zou dat net zo goed kunnen omdraaien en stellen dat gezien de ernst van de situatie enige terughoudendheid aan te bevelen is. We weten het simpelweg niet. De film komt er normaal gesproken, Wilders staat te allen tijde in zijn volste recht en de verantwoordelijkheid voor de gevolgen zijn volledig voor rekening van degenen die reageren – zoveel weten we. Maar wat nu het verstandigst is, kunnen we achteraf pas beoordelen, en dan nóg…

Iedereen die dat nu al denkt te kunnen, althans met de stelligheid waarmee dat her en der op internet wel gebeurt, maakt zich schuldig aan een flagrante simplificatie van een hels en complex dilemma. De ziejewels en de ikzeihettochs zullen de komende weken niet van de lucht zijn.

Extreem

Ook Jan Marijnissen gunt zijn collega’s het allerbeste, en Geert Wilders en Rita Verdonk zullen de electorale windeieren die hun karakterisering door de SP-leider als ‘levensgevaarlijk’ respectievelijk ‘extreem-rechts’ vast niet heeft gelegd, ongetwijfeld met genoegen rapen – voor zover je niet gelegde windeieren kunt en wilt rapen dan.

Als Marijnissen werkelijk denkt dat dit de manier is om het trotse duo te bestrijden, dan is hij nog naïever dan ik altijd al dacht. Het feit alleen al dat zijn bestempeling tot ‘extreem-rechts’ tot nieuwsfeit gepromoveerd wordt, zegt al genoeg. Wilders zou kunnen zeggen dat de subsidie voor de extreem-linkse publieke omroep moet worden stopgezet vanwege de staatspropaganda die blijkt uit de gehanteerde allochtonenquota’s, en dan blijft als nieuwsfeit over dat wat Wilders betreft de geldkraan voor de publieken dichtgedraaid moet worden, maar heeft hij het hele bestel en passant wel even als extreem-links en propagandistisch weg kunnen zetten.

Het is de vrij eenvoudige retorische truc van de many questions: vraag iemand of hij zijn vriendin nog steeds slaat, en of diegene nu bevestigend of ontkennend antwoordt, hij geeft ermee toe dat er een tijd was dat hij zijn partner bont en blauw mepte. Stel dat de extreem-linkse publieke omroep geen geld meer mag krijgen, en het uitgangspunt van iedere discussie is dat de publieke omroep extreem-links is. Het is de taal van de underdog, en Wilders is er onovertroffen in. Staatspropaganda, Marokkaanse straatterroristen, de boerka is een pinguïnpak en de premier een beroepslafaard: hij zegt steeds net iets meer dan hij zegt (overigens geheel overbodig want aan onduidelijkheid over zijn opvattingen geen gebrek) en komt ermee weg omdat men gedwongen wordt uitsluitend op de inhoud te reageren. Wie immers verwijten maakt over de toon in het debat is maar al te makkelijk mikpunt van honende spot, ook al zijn de geplaatste kanttekeningen objectief gezien, voor zover mogelijk, nog zo terecht.

En dat is nu precies de paradox van de politiek: die vraagt idealiter om bestuurders die gelijk hebben, terwijl het uiteindelijk neerkomt op gelijk krijgen, namelijk bij de verkiezingen. Wanneer Rita Verdonk het heeft over de verderfelijke oude politiek, dan doelt zij op politici die vanuit hun eigen overtuiging proberen te verwezenlijken wat goed is voor de mensen; daartegenover stelt zij het beeld van de Tweede Kamer als bordeel: verhoereerd aan gans het volk en volledig overgeleverd aan zijn grillen. Als we de files willen oplossen door een atoombom op de Randstad te laten vallen, dan hangt Rita al met haar B-52 in de lucht.

Femke Halsema heeft groot gelijk als zij Marijnissen kapittelt over diens merkwaardige uitspraken waarin hij de levensgevaarlijkheid van Wilders verbindt met de genocide in Rwanda: er is geen enkele aanleiding voor Marijnissen om exact te doen waartegen hij zo zegt te ageren. Tegelijkertijd is Halsema’s oproep tot een gematigder toon – in haar ogen noodzakelijk omdat er nu angst verspreid zou worden, en door haarzelf uit voorzorg vast naïef en soft genoemd, welk een vooruitziende blik! – echter een zwaktebod, omdat zij op haar beurt getuigt van angst voor die niet-gematigde toon.

Ik heb het al eerder gezegd: of die politici het nu leuk vinden of niet, ze moeten maar eens accepteren dat die ongenuanceerde toon nu eenmaal gehanteerd wordt, en wie een willekeurige familieverjaardag bezoekt kan toch ook moeilijk volhouden dat daarmee niet een deel van het volk vertegenwoordigd zou worden. Dus: deal with it! Beschouw die man gewoon eens als een van die andere 149, die als hij straks gaat regeren ook compromissen moet sluiten en ontdekt dat er toch wel heel veel ambtenaren nodig zijn. Zeg eens dat zijn haar zo normaal zit, benadruk eens dat je het hartgrondig met hem eens bent; dat moet die man allemaal verschrikkelijk vinden.

Overigens begrijp ik nog altijd niet waarom Marijnissen Rita Verdonk extreem-rechts noemde. Waarschijnlijk doordat de site waarmee wij straks haar meningen gaan vormen nog niet af is, heb ik haar nog altijd niet op enige stellingname kunnen betrappen, behalve dan dat ze het fileprobleem gaat oplossen – en wat dat betreft stelt ze zich juist op achter degenen die zich op het asfalt extreem links gedragen.

Geert (2)

Voordat ik mij vanaf het eind van deze week stort in de uitdaging van Tien dagen zonder een enkele gedachte aan seks – ik doe weer mee aan het Corus Chess Tournament – moet ik eerst even wat post afhandelen.

Te beginnen met meneer E. uit L.K.net, die mij toebeet dat ik in de valkuil was gestapt die Geert Wilders gegraven heeft. Dat is niet zo’n vriendelijke, om niet te zeggen: ronduit beledigende beeldspraak in het geval van iemand die al jaren ondergronds moet leven omdat hij met de dood wordt bedreigd, maar het bleek te gaan om een figuurlijke valkuil die zegt dat je ofwel voor, ofwel tegen Geert Wilders bent.

Deze meneer E. heeft het niet goed begrepen. De kern van mijn hele betoog was nu juist dat er een derde weg is, die je in de gelegenheid stelt om Geert Wilders enerzijds een gigantische mafkees te vinden, maar anderzijds zijn recht om een gigantische mafkees te zijn te vuur en te zwaard te verdedigen. De bedoelde valkuil is niet door Wilders zelf gegraven, maar door een politiek correcte elite die er vervolgens zelf massaal instapt (een selffulfilling pitfall, als het ware) door stelselmatig iedere verdediging van Wilders, op welk vlak dan ook, op te vatten als een inhoudelijke steunbetuiging aan zijn adres, die echter in mijn gehele artikel in geen velden of wegen, niet in of tussen de regels door, te vinden was. Ik begon nota bene met de opmerking dat ik het helemaal niet over Geert Wilders wilde hebben.

Meneer E. beschreef voorts op ostentatieve wijze de mate waarin hij rekening houdt met gelovigen, en hij zei dat het goed was. Meneer E. verdient voor deze invulling van zijn burgerschap alle lof en misschien ooit wel een lintje, vooral voor het feit dat hij in zijn hele verhaal slechts eenmaal het woord ‘respect’ nodig had. Het spijt mij echter te moeten constateren dat ook hier volledig voorbijgegaan werd aan de kern van mijn betoog. We weten natuurlijk allemaal wel hoe we ons fatsoenlijk moeten gedragen, we doen ook allemaal ons best, met wisselend succes, en als we vergeten zijn hoe het ook alweer moest, legt oom Doekle het gewoon nog een keer uit.

Maar als we dan hebben vastgesteld hoe we idealiter met elkaar omgaan, dan kunnen we wel iemand gaan bewieroken die in de tram opstaat voor een bejaarde, maar het is natuurlijk veel interessanter om te kijken wat er gebeurt als iemand zich niet aan die omgangsvormen houdt, en geen rekening houdt met de gevoelens van anderen, of nog extremer: deze moedwillig krenkt. Daar ging mijn stukje natuurlijk over, maar dit werd in de reacties zorgvuldig vermeden.

Volgens mij zijn de opties beperkt. Je kunt zo’n beledigende uitspraak inhoudelijk afkeuren. Je kunt hem op ethische gronden afkeuren. Je kunt de betreffende mafkees verzoeken het in het vervolg wat rustiger aan te doen. Je kunt iets naars terugzeggen. En je kunt zo iemand voor de rechter dagen. Maar alleen als die rechter oordeelt dat de mafkees schuldig is, kun je stellen dat deze zijn uitspraken niet had mogen doen; in alle andere gevallen is de uitspraak rechtmatig, en iedere afkeuring ervan subjectief.

Om mijn punt nog duidelijker te maken, wil ik het u nog sterker vertellen, maar dan moet u wel beloven dat u mij niet verkeerd begrijpt. Denk dus eens na voor u verder leest.

Stel nu eens dat Geert Wilders een bijzonder sterk ontwikkeld fatsoensbesef heeft en daarnaast beschikt over een uitzonderlijk visionair vermogen. Kortom, hij heeft gelijk, en als wij niets doen, nemen de subversieve elementen (wier bestaan hopelijk niet ontkend wordt) het van ons over. Misschien doet Geert Wilders dan wel het fatsoenlijkst denkbare door nu als een bezetene tekeer te gaan. Ik zeg er voor de zekerheid maar even bij dat ik persoonlijk niet denk dat het zo’n vaart zal lopen, ik zie de boze reacties alweer binnenstromen, maar ik vraag me wel af op welke objectieve, en vergeet u dat woord niet als u straks in de comments uw gelijk probeert aan te tonen, gronden men nu kan zeggen dat Geert Wilders zijn toon moet matigen. Ik zou me nog iets kunnen voorstellen bij een stellingname dat het ‘beter of constructiever zou zijn als…’, maar de idiootste reden om idiote uitspraken af te keuren is wel de angst voor nog idiotere reacties (daarom schrijf ik deze stukjes ook gewoon).

En daarom zie ik in Doekle Terpstra ook eerder een doodsbenauwd wezeltje dan een autoritaire schoolmeester die de kiftende partijen tot de orde roept, zoals mevrouw Z.Z. uit A. voor ogen heeft. Als we die vergelijking doortrekken, dan zou dat betekenen dat meester Doekle gezag heeft, en zijn leerlingen naar hem luisteren. Ik zie ze al voor me, twee moslimfundi’s, de een met een plattegrond van Schiphol op schoot, de ander driftig in de weer met rode en blauwe kabeltjes en de montagehandleiding, en dan *plof*, daar valt de Trouw op de deurmat, Moet je nu eens zien, zegt de een, een interessant artikel van Doekle Terpstra van wel twee pagina’s lang, Zoveel tijd hebben we niet, zegt de ander, Ons vliegtuig gaat al om kwart over acht, en de handleiding is nogal onduidelijk, Maar hij heeft zinvolle dingen te melden, die Doekle, laten we verdraagzaam zijn en de boel af- in plaats van opblazen, Goed, dat doen we.

Of begrijp ik het verkeerd en wordt alleen van Geert Wilders verwacht dat hij zich verdraagzamer opstelt?

Zo blijkt maar weer eens hoe relevant het zou zijn als iemand zich bij zijn aanval op Wilders wel zou uitspreken voor diens recht op domme en beledigende meningen en tegen de nog veel dommere en bedreigender reacties van beledigde gelovigen. Het stelselmatige stilzwijgen op dit punt heeft toch iets vergoelijkends. Zou het zo kunnen zijn dat Terpstra c.s. stiekem nog veel banger zijn en denken dat we de dans ontspringen als we iedereen maar te vriend houden? En geef toe, sluiten we niet allemaal af en toe onze ogen voor dreigingen waar we liever niet aan denken, in de hoop dat het dan wel overwaait?

Ik durf dat best toe te geven, en ik kan me zelfs voorstellen dat publieke figuren het verstandig achten om bepaalde opvattingen niet naar buiten te brengen. Maar laten we wel even vaststellen dat er dan iets grondig mis is, en niet zozeer met degene die zo’n kwalijke opvatting toch openlijk uitspreekt, alswel met de waanzinnige types die daar niet mee om kunnen gaan. Als iamzero.nl dus binnenkort weer gehackt wordt, wat ik gelet op gebrekkige beveiliging zeker niet uitsluit, dan mag ik toch hopen dat mij geen enkele blaam treft. Ook in dit stukje ben ik eigenlijk weer heel vriendelijk geweest.

Geert

Lieve mensen, ik wil het dit jaar niet met u over Geert Wilders hebben, dat doen al genoeg anderen, maar over de strijdwijze van zijn tegenstanders. Want Wilders mag dan af en toe idiote ideeën verkondigen, de manier waarop er doorgaans op hem gereageerd wordt, is pas echt staatsgevaarlijk.

Allereerst is daar natuurlijk Doekle Terpstra. In mijn vorige stukje probeerde ik zijn zaaddodend naïef-vredelievende aanval op Wilders nog te ridiculiseren door een willekeurig kamerlid met een nog dommer idee op dezelfde manier te beschimpen. Dat ging natuurlijk over Terpstra, en helemaal niet over Atsma, maar uw reacties beperkten zich tot het weer, en dat is toch wel tekenend.

De aanpak van Terpstra is die van het jongetje op de lagere school dat gepest wordt en dan in een hoek gaat zitten janken dat het niet éérlijk is, dat je niet mág pesten. Daar kun je dan gelijk in hebben, je hebt verdomd weinig aan die constatering, en de aanstichter van het kwaad zal er eerder een schepje bovenop doen dan dat hij in het vervolg wat meer rekening met je zal houden. De oproep van Terpstra leidt dus in het geheel nergens toe, behalve dan tot een weeë zemelsmaak in je mond. En de krant die twee hele pagina’s voor zoiets futiels uittrekt, de eerste twee zelfs, is trouwens misschien toch wel niet de beste van Nederland.

Een andere krant meldt al drie weken lang dat er misschien wel rellen en wereldwijde boycots gaan komen na de uitzending van Wilders’ film over de Koran. Ik weet niet wat de redactie bezielt om dit bericht iedere dag opnieuw te plaatsen, maar het lijkt mij dat degene die het nu nog waagt om stampij te gaan schoppen, echt tuig van de richel is. Ze hoeven echt niet te wachten tot die film uitgezonden is om te weten dat Wilders hun vriend niet is, en de film zal heus geen zoetsappig romantisch drama worden.

Geen enkele aanleiding dus om na de vertoning van dat YouTube-filmpje de straat op te gaan. Toch zal het gebeuren, en de reactie van de terpstraristen zal dan niet zijn dat stokslagen en handafhakkingen op hun plaats zijn, maar vooral dat Wilders wel echt heel erg provocerend bezig is geweest.

‘Je mag zeggen wat je wilt, MAAR…’, dat soort geneuzel, en we weten allemaal dat wat op ‘maar’ volgt, altijd zwaarder weegt. Onzin! Je mag zeggen wat je wilt PUNT. Al tientallen jaren worden de christenen, ik kan ze ook gerust gristenhonden noemen, geen haan die ernaar kraait, op de meest respectloze wijze geschoffeerd, en dat wordt volkomen geaccepteerd, doorgaans óók door de lijdende voorwerpen. Hoe kunnen we dan toch tegelijkertijd blijven volhouden dat Wilders zijn toon moet matigen en dat er met de islam niets aan de hand is?

Wilders zegt dan dat de islam een fascistisch geloof is dat ons bedreigt en dat bestreden dient te worden. De subtiliteit en ook de noodzaak van die woordkeuze is ver te zoeken, maar als je er de weinig smakelijke en door Wilders wat overdreven gedoseerde saus van het populisme afschraapt, blijft over dat zich in onze samenleving enkele subversieve elementen bevinden die de islam als grootste gemene deler hebben. En dat is ineens een analyse die zelfs gedeeld zou kunnen worden door dragers van sokken gemaakt van dieren die men wel op de kinderboerderij aantreft en waar al dan niet mee gecopuleerd is.

Maar daar gaat het dus om: dat Wilders het niet zo mag zeggen. Zijn collega’s die door hem gepest worden, gaan massaal in de hoek zitten janke-balkenende-pruillip-opzetten: ‘Zo praat een politicus niet’. ‘Een kamerlid maakt een minister niet uit voor ‘knettergek”.

Nou, wel dus. Ik bedoel, mijn stijl is het ook niet, maar het valt moeilijk te ontkennen dat we het hier hebben over een democratisch gekozen volksvertegenwoordiger die dus helaas wél zo praat en de minister wél voor knettergek uitmaakt. Dus: deal with it, of zoek een andere baan.

Het gevolg van de oververhitte reacties op iedere scheet van Wilders is inmiddels zelfs dat mensen hun meningen gaan bijstellen uit angst de verdenking op zich te laden dat ze het misschien wel met het Kwaad (© Doekle 2007) eens zijn. Neem nu Geerts mislukte proefballonnetje over het uit de regering zetten van Beatrix na haar mierzoete kersttoespraak. Van de PvdA weten we al een tijdje dat zij uit electorale overwegingen het koningshuis met rust laat, maar dit pleidooi zou normaal gesproken toch op warme belangstelling van verklaarde republikeinen van D66- en SP-huize mogen rekenen. Nee hoor, Geerts uitspraken werden kamerbreed verworpen.

En wie staat er, nu het dreigende zwaard van een internationale boycot boven ons hoofd bungelt, vast op om vol vuur en ondubbelzinnig te verklaren dat hoe verwerpelijk Geerts boodschap ook is, hij wel de vrijheid heeft om deze te verkondigen? Dat wij in Nederland abjecte ideeën verkiezen boven fundamentalistisch geweld van godsdienstwaanzinnigen? Niemand! Een levensgevaarlijke knieval.

Balkenende, maar ja, moeten we het daar dan van hebben, was nog de enige die deed wat je moet doen: de man compleet negeren of, beter, uitnodigen voor een goed gesprek. Jamaar, wordt er dan gepiept vanuit de jank- en pruilhoek, dat heeft toch geen zin want daar gaat hij toch nooit op in. Nee, vind je het gek als er geen enkele sanctie op staat; je hoort er simpelweg niks meer over en Wilders komt er keer op keer mee weg.

Ik weet nog wel een goed plekje op pagina 3 van de Volkskrant, waar nu dagelijks wordt bericht over relletjes die in de toekomst wellicht ooit zouden kunnen gaan plaatsvinden, in plaats waarvan onze minister-president ons er ook dagelijks aan zou kunnen herinneren dat Wilders nog steeds niet heeft gereageerd op zijn uitnodiging. En als Wilders dan over een tijdje weer met een voorstel komt – laten we zeggen dat alle moskeeën in Saoedische olie gedrenkt moeten worden en vervolgens het rookverbod in het huis van Allah moet worden opgeheven – en Balkenende wordt om een reactie gevraagd, dan moet hij dat gewoon niet doen en zeggen: ‘Geert Wilders? Dat is toch die man met die grote mond die altijd weigert om te praten?’

Of zet voor mijn part Geert Wilders op marktplaats.nl (maar dan wel https, in verband met een beveiligde omgeving). Maar in ieder geval, om Rita Verdonk in incorrect Nederlands te citeren: doe wat! – grijp ook eens het initiatief, doe eens iets terug (en niet meteen zo verongelijkt) en laat je niet als een mak schaap onverdoofd naar de slachtbank leiden.

Bierland

U (61,5% tegenstemmer) kent het vast, het verhaal van dat varken (of misschien was het er meer dan één) dat in zijn hele leven nooit meer van de wereld had gezien dan de krappe vierkante meter op een Zeeuwse boerderij die het moest delen met vijf soortgenoten maar dat postuum helemaal (of misschien ook wel gedeeltelijk), naar Italië vervoerd moest worden vooraleer (mooi woord) het zichzelf van de Europese Unie parmaham mocht noemen.

Behalve de champagne, de cheddar, de cognac, de camembert, de parmezaanse kaas en de parmaham (waarom eigenlijk niet parmakaas en parmezaanse ham?) moet nu ook de Ierse pub eraan geloven: zonder Ierse oorsprong geen Ierse pub buiten Ierland. De ondertitelaar van onderstaand filmpje nam het er nog even van, en liet zich de Guinness welgevallen voordat hij (we hebben het over een medewerker van ons gerespecteerde NOS spatie Journaal) Jean-Claude Hulot de voorzitter noemde van de E punt U punt spatie commissie aanhalingstekens openen Irsh (sic) Pubs aanhalingstekens sluiten (waarna hij ook nog ‘pub spatie eigenaar’ en een heleboel overbodige Hoofdletters presteerde):

Ja, de EU spatie regels zijn duidelijk op dit punt. Nog even en Anky van Grunsven wordt van haar paard geschopt omdat zij niet op de plaats van het vroegere, bij de Sint-Elisabethsvloed van 1404 verzwolgen gehucht Grunsven ter aarde is gebracht. Frans de Nerée tot Babberich wordt uit de Tweede Kamer gezet omdat zijn moeder zich ten tijde van de eerste weeën niet in het Franse plaatsje Nerée bevond om vervolgens als de sodemieter naar Huis te Babberich vervoerd te worden, waarbij persen gedurende driekwart van de reis ten strengste verboden was vanwege een hardnekkige file op de Périférique.

De Pekingeend bij de Chinees komt nu nog gewoon uit Nederland, maar het is natuurlijk slechts een kwestie van tijd tot China tot de EU toetreedt. En is uw Maltezer Leeuwtje na de toetreding tot de EU 2004 geboren? Laat de voorzitter van de E.U. commissie Maltezer Leeuwen het niet horen!

Laten we het erop houden dat de EU de strijd tegen het impopulaire imago niet heel handig aanpakt. In het geval van de cheddarkaas kan ik me nog voorstellen dat oude zure Engelsen die zo langzamerhand de smaak van de kaas hebben aangenomen zich in hun eer getast voelen als cheddar van buiten Cheddar komt, maar de Ieren spoeden zich in het buitenland gearriveerd altijd maar wat snel naar de dichtstbijzijnde Ierse pub, dus op hun uitdrukkelijke verzoek zal de EU dit niet doen.

Misschien doen ze het vanwege die hysterische Chinees, die natuurlijk niet de ideale pleitbezolgel van de publobby is. En begrijp me niet verkeerd, ook wat mij betreft mogen alle Ierse pubs in Nederland tegen de vlakte. Maar dan wel gewoon omdat het overbodige lokaliteiten zijn, en niet omdat ze ‘Ierse pub’ heten terwijl ze dat volgens de regeltjes niet zijn. En waarom is eigenlijk alleen een pub op Iers grondgebied een Ierse pub, en bijvoorbeeld niet, laten we zeggen, een pub ontworpen door een Ierse architect of gebouwd door Ierse bouwvakkers?

Charlatans zijn van alle tijden, en belazerd worden we altijd wel. Of die fabrikant uit een naburig dorpje zijn kaas nu wel of niet cheddar mag noemen, het blijft niet te vreten, en bovendien: tegen de productie van het nepproduct wordt helemaal niet opgetreden, alleen de naamgeving wordt als probleem gezien. ‘Cheddarachtige kaas’, ‘parmaëske kaas’ en ‘sjampie’: het mag allemaal.

Zo bezien moeten de liefhebbers van fish and chips zich ook weer niet al te druk maken; met een kleine naamswijziging is de Ierse pub gered. ‘Bierse pub’ lijkt me een aardig substituut, en niet geheel irrelevant ten opzichte van de core business. Of anders in het Engels simpelweg ‘Irishy pub’. Al is het de vraag of het gebruik van die i-grec niet op hellenistisch verzet stuit.

Politie(k)

De wedstrijden Feyenoord-AZ en Ajax-PSV zijn dit weekeinde afgelast in verband met acties van de politiebonden. Een vreemd besluit, omdat in confrontaties tussen supportersgroepen de wedstrijd zelf altijd de enige 2×45 minuten zijn waarin de politiemannen niet hoeven op te treden. Waarom de wedstrijden worden afgelast, en niet de rellen, is dan ook een raadsel, net zoals het een mysterie is waarom de supporters niet als de wiedeweerga een weiland langs de snelweg uitkiezen voor een stevige matpartij nu ze weten dat oom agent met zijn gezin weekend viert op Texel.

De KNVB maakt zich intussen niet populair door de actievoerders bij monde van directeur Henk Kesler als ‘verwende kereltjes’ en ‘gefrustreerde vakbondsbaasjes’ te diskwalificeren. Zo’n hautaine woordkeuze, die bovendien blijk geeft van een weerzinwekkende politieke opvatting die zich weinig gelegen laat liggen aan de meest basale grondrechten in onze samenleving, vraagt natuurlijk om een aframmeling met de wapenstok. Het is dus maar goed voor Kesler dat de agenten juist een rustig weekend hadden ingepland.

Maar goed, de politie is nu nog bozer dan zij al was, en dat doet bij mij de vraag rijzen wie de orde gaat handhaven als dit tot wilde acties gaat leiden.

Kesler heeft natuurlijk wel degelijk een punt. De sterke arm wil er netto 200 euro per maand bij, en omdat dat niet zonder slag of stoot gegeven wordt, gaan ze maar staken. Zo 1917 is dat. En dat terwijl de agenten iedere week gratis naar het voetbal mogen en tijdens de wedstrijd gewoon doorbetaald worden. Ik bedoel: waar vind je dat soort arbeidsvoorwaarden nog?

Het vuile werk opknappen, noemen ze dat dan. En volgens mij tekent zich daar het motivatieprobleem af dat uiteindelijk ten grondslag ligt aan de acties. Het is namelijk gewoon het normale werk van de politie om de orde te handhaven, en op televisiebeelden lijkt het ook altijd alsof ze er best schik in hebben om onruststokende amoebes (of spijbelende jongeren, for that matter) af te rossen. Maar als je dat vuil werk vindt, dan had je geen politieagent maar kantoorklerk moeten worden.

Alsof het dreigende reglementaire verlies en de twee ton schade voor Feyenoord nog niet vriendelijk genoeg waren, volgen er komende week ‘publieksvriendelijke’ acties die ten koste gaan van de schatkist van minister Bos. Ik vraag me af of de vakbonden beseffen van wie die schatkist uiteindelijk is, en hoe publieksvriendelijk de acties in dat licht dan nog zijn. Bovendien is het de vraag of die 200 euro netto via wat omwegen niet uit datzelfde kistje komen.

De politie moet gewoon boeven vangen en niet zelf voor dief gaan spelen, zelfs niet van de eigen portemonnee. Kortom, de KNVB tegen de politie was een dramatisch slecht duel dat geen winnaar verdiende: een bloedeloze 0-0. Volgende week de topper Politie-Ter Horst, vermoedelijk op neutraal terrein.

Identiteit

Als de gemiddelde asielzoeker na zijn eerste Nederlandse les naar je toekomt en vraagt ‘Wat ben jij?’, dan zijn daar uiteenlopende antwoorden op mogelijk. Allereerst zou je een hekelende opmerking kunnen plaatsen over het feit dat onze nieuwe landgenoten door het lerarentekort de Nederlandse taal moeten leren van de eerste de beste vmbo-dropout, en dat hij waarschijnlijk ‘Wie ben jij?’ bedoelde. Maar daarmee diskwalificeer je de (kans)arme asielzoeker bij voorbaat, en dat zou ik persoonlijk een verkeerd signaal zeggen. Ik zou het anders aanpakken.

‘Mbeki,’ zou ik zeggen, ‘in onze pluriforme samenleving meten wij onszelf dagelijks tientallen rollen aan.’ En als Mbeki me dan niet-begrijpend aankijkt, zal ik uitleggen dat ik in de eerste plaats een aantrekkelijk manspersoon ben met wie het aangenaam verpozen is, maar dat het bijvoorbeeld geheel van de situatie afhangt of ik mijzelf jong of oud zal noemen. Overdag noemen ze me senior webredacteur, ’s avonds en in het weekend ben ik als ik daar zin in heb een mediocre weblogger.

Tussen twee haakjes, hier komt de eerste: (schrijf je mediocre echt zo? je leert nog eens wat, in voorbereiding op het dictee haakje sluiten).

Ik ben een schaker, Mbeki, maar zeg dat niet tegen Topalov of Kramnik. Ik ben een fervent lezer en ik houd van bier en van whisky, als je dat soms bedoelt. Ik ben ook wars van opsmuk, maar dat is alleen omdat ik dat zo leuk vind om te zeggen. Of wil je soms weten dat ik nog steeds, ondanks alles, Spartaan ben?

‘Nee, nee!! Bedoel niet!’, zal Mbeki uitroepen, en de wanhoop op zijn gezicht verraadt wat hij wel wil weten. Het maakt voor hem nogal wat uit of hij met Rita Verdonk of Ella Vogelaar van doen heeft. ‘O, als je dat bedoelt, Mbeki, dan ben ik PvdA’er’. Ook daar schaam ik me allerminst voor; er is immers geen enkel zinvol alternatief, of het moest D66 zijn en nou, dan weet je eigenlijk wel genoeg, of GroenLinks, maar dat is lood om oud ijzer, al vinden de GL’ers dat nooit zo leuk om te horen, maar ondanks de brede glimlach die zich op Mbeki’s gezicht zal aftekenen, zal het weer met tegenzin uit mijn mond gekomen zijn: ik ben PvdA’er.

Ik ben lid van de PvdA, ik heb nooit anders gestemd dan PvdA (behalve bij gebrek aan alternatieven overigens ook omdat ik tot op heden nooit de noodzaak heb gezien om het niet te doen), ik ben politiek zeer betrokken, 1+1+1=3 zou je zeggen, maar toch ben ik zoveel andere dingen eerder dan PvdA’er.

Laat ik nu net worden uitgenodigd om op een politiek, links georiënteerd weblog te komen schrijven vanwege het feit dat ik PvdA’er ben. Die hadden ze nog niet daar. Geen wonder, denk ik dan, want wie durft daar tegenwoordig nog voor uit te komen? De salonsocialist is allang niet meer salonfähig.

Het probleem is dat wanneer je zegt dat je PvdA’er bent, je op een of andere magische wijze gehouden bent aan, of op zijn minst verantwoording schuldig voor alle ideologisch onverantwoorde concessies die een partij nu eenmaal doet wanneer zij bij voortduring, en toegegeven, wellicht iets te vaak, vuile handen maakt. De PvdA’er vindt dat die fantastische politieke maar niet militaire steun voor de oorlog in Irak niet meer onderzocht hoeft te worden. Is Trots op Vogelaar (ToV). En juicht het toe dat de topinkomens ongemoeid blijven als daarmee de grootste prutsers tegen ontslag beschermd blijven.

Ik beken pas weer met plezier dat ik PvdA’er ben als dat net zo veel, of liever net zo weinig, betekent als ‘ik ben een schaker’. Tot het zover is voel ik er weinig voor om dingen namens de PvdA of ‘als PvdA’er’ te vinden. Bovenal ben ik volslagen onbekwaam om een ook maar enigszins relevante bijdrage aan welk debat dan ook te leveren; daar heeft de PvdA veel capabeler mensen voor in huis.

Ik heb dus geweigerd, maar ook dat een beetje met tegenzin. En Mbeki, die snapt er helemaal niks meer van.