Op het moment dat dit stukje gepubliceerd wordt, op donderdagavond om kwart voor zes, zit ik met haar in het café. Welk, daar kan ik op dit moment nog geen zinnig woord over zeggen; dat besluiten we altijd pas op het laatste moment. Zeker is wel dat er voor mij een biertje getapt is. En voor haar? Misschien heeft ze Spa Rood besteld, misschien een verse jus. Ik ken haar al een jaar of zes, maar ik zou werkelijk niet weten wat ze onder deze omstandigheden gaat bestellen. Misschien wel een warme chocolademelk; daar zou ze best het type voor kunnen zijn.
Hoe dan ook: het wordt iets zonder alcohol. Ze is namelijk zwanger.
Dat weet ik nog helemaal niet, maar dat gaat ze me vertellen in het café, vlak nadat ik mijn biertje heb besteld en zij haar Spa Rood, verse jus of warme chocolademelk met gepasteuriseerde slagroom.
Vorige week mailde ze om weer eens af te spreken. Dat doen we veel te weinig, zoals dat ergens ook weer hoort, maar we hebben nooit een aanleiding nodig, en dus had ze er niet bij hoeven zeggen dat er ‘zo inenen toch weer het een en ander te vertellen’ was; daarmee viel ze met haar dikke buik toch even keihard door de mand.
We hebben het er vaak over gehad, over kinderen. In het begin wilden we ze allebei niet, maar na verloop van tijd wilde zij ze steeds minder fanatiek niet. Meer dan eens voorspelde ik het aanstaande moederschap, een schrikbeeld dat op een steeds minder geloofwaardig hoongelach werd getrakteerd. En nu is het dan zover, dat kan haast niet anders. Wat zou je anders aankondigen te gaan vertellen zonder het gewoon meteen te vertellen?
Mensen die zwanger zijn, en dat kunnen trouwens ook mannen zijn, zijn zo van vreugde vervuld dat ze het goede nieuws aan iedereen persoonlijk willen overbrengen, om hun eigen blijdschap in de ogen van hun vrienden weerspiegeld te zien. ‘Ik ben zwanger’, ‘ik krijg een kind’, ‘ik ben heengegaan en heb mij vermenigvuldigd’ – het zijn alle bekentenissen waarvoor onsympathieke communicatiemiddelen als sms en e-mail niet in de spreekwoordelijke wieg zijn gelegd.
Ik zal haar niet teleurstellen en blij zijn, haar feliciteren en nog iets lekkers te drinken aanbieden – sinas of cola bijvoorbeeld, daar houden kinderen van. Maar: ik weet het dus al, en daarmee verpest ik het bijzondere nieuws toch wel een beetje. Daarom kan ik dit ook nog niet publiceren: ze zou het kunnen lezen, en dan zou ze me haar vertrouwelijke nieuws niet meer kunnen vertellen. Het zou trouwens ook wat zijn als u, die niet eens weet over wie ik het heb, het eerder van mij hoort dan dat ik het zelf weet.
En er is nog een reden waarom ik dit nog niet kan publiceren. Ze zou natuurlijk ook altijd nog ‘gewoon’ ten huwelijk gevraagd kunnen zijn. Of een nieuw huis hebben gekocht. Of alweer een nieuwe baan hebben. Of drie nieuwe katten in huis hebben. Een goede mop gehoord hebben. Een nieuwe vriend hebben. Een miljoen gewonnen hebben bij de Staatsloterij. Of een combinatie van dit alles.
Of nog iets heel anders wat ik beter kan bevatten dan het feit dat een lief onschuldig jong meisje van amper twee jaar ouder dan ik (ze wordt binnenkort nog maar 34) een kind krijgt.