Terwijl binnen de Nederlandse jeugd zich verheugde op weer een gezellige familieavond voor de televisie, en hun moeders in de keuken een heerlijke mok warme chocolademelk met misschien wel een toefje slagroom bereidden, togen vijftig betogers op hun vrije zaterdagavond bij min tien naar zorgcentrum (of was het echt een theater?) De Flint in Amersfoort, alwaar het optreden van een honderdvierjarige niet zou moeten mogen omdat hij Nederland in de vervlogen oorlogsjaren zou hebben bedrogen. Joran zou daarover hebben gezwogen, maar van Johan Heesters is het alom bekend dat hij in nazi-Duitsland heeft opgetreden, ook na een bezoek aan Dachau.
Je zou Johan Heesters ook kwalijk kunnen nemen dat hij überhaupt, of is dit nu een hele verkeerde woordkeuze, doorgegaan is met leven nadat hij met eigen ogen heeft aanschouwd waartoe de mens in staat is. Maar goed, hij bleef gewoon eigenwijs ademhalen, en dan zul je net zien dat zo iemand nog honderd jaar leeft. Daarbij heeft hij de pech dat hij zanger is, én dat zijn stem hem op 104-jarige leeftijd nog altijd niet in de steek heeft gelaten. Behalve blijven ademen blijft Johan Heesters dus ook zingen, maar dat mag dus niet omdat hij dat ooit, meer dan zestig jaar geleden, mind you, ook in nazi-Duitsland heeft gedaan.
Alsof niet half Nederland voor zover mogelijk gewoon doorging met wat men anders ook altijd deed.
Alsof Patrick Kluivert nooit meer mag voetballen (of zelfs met de auto naar het trainingsveld) omdat hij ooit iemand heeft doodgereden.
Alsof ik over veertig jaar, na een grote moslimendlösung (door Wilders geïnstiGeerd), nooit meer een stukje mag schrijven omdat ik het ooit voor Geert heb opgenomen.
Alsof de sporters die meedoen aan de Olympische Spelen straks terugkomen als de meest meedogenloze mensenrechtenschenders.
Ook zoiets, dat laffe protest over die Olympische Spelen, waarvan al tachtig jaar bekend is dat ze in Peking gehouden gaan worden en waar dan drie maanden van tevoren iemand die baalt dat er dertig jaar geleden nog zoiets bestond als engagement over uit zijn huiskamerstoel springt van verontwaardiging – om er vervolgens net zo comfortabel weer in terug te vallen.
Die betogers tegen Heesters trotseerden dan tenminste nog de kou, maar ook hun protest is zo zinloos, zo vermoeiend vooral. Ik heb een fragmentje van het optreden op het journaal gezien, maar volgens mij ging het gewoon over de bloemetjes en de bijtjes; ik zag althans geen man in SS-pak en snorretje over het podium marcheren terwijl hij strijdliederen van de Hitlerjugend over het publiek uitkotste. En voor zover ik weet voert Heesters’ toernee ook niet op 4 mei om 20.00 uur langs het Anne Frankhuis, dus waar hebben we het allemaal over. Je hoeft er niet naartoe!
Het mooiste van alles vond ik eigenlijk nog dat die man Heesters heet. Door alle overdadige aandacht was ik er vast van overtuigd geraakt dat een heester een vogel is; het kon haast niet anders of het moest ook nog een bijzonder soort zangvogel zijn. Nomen est omen uiteindelijk. Hoezeer ik ten prooi gevallen was aan een lelijke zinsbegoocheling bleek toen ik ontdekte dat een heester natuurlijk gewoon een boom is.
Ik red me eruit door een verwijzing te maken naar Armando’s De straat en het struikgewas. Het landschap, en dan vooral de bomen, zijn daar schuldig omdat ze alles hebben gezien zonder dat ze iets hebben gedaan. Ongeveer zo is Heesters ook schuldig.