Vertrouwen

Hoe verfrissend zou het zijn geweest als de Kappersbond een paar weken geleden niet had gepleit voor de heropening van de kappers maar van de basisscholen, omdat de toekomst van onze natie nu eenmaal een stuk belangrijker is dan een fris coiffure bij het kerstdiner? Of als Robèr Willemsen van Koninklijke Horeca Nederland, zeg maar de hoofdsponsor van de coronapandemie in Nederland, had opgeroepen om toch vooral eerst de sportscholen te openen aangezien je zeker in een gezondheidscrisis beter je hele lichaam kunt trainen dan alleen je polsgewrichten en leverfunctie?

Maar nee, natuurlijk niet. De kappers wilden knippen, zoals de KNVB vond dat er gevoetbald kon worden, elitaire blaaskaken als ondergetekende van mening waren dat boekhandels essentiële winkels zijn, de cultuursector vond dat de cultuursector open kon, de winkeliers de winkels en de universiteiten de universiteiten. Ieder voor zich en God voor ons allen: welkom in het Nederland van de jaren twintig.

Verder lezen Vertrouwen

Omzien en vooruitkijken

Regeren is vooruitzien, dat is algemeen bekend. Des te vreemder is het dan ook dat uitgerekend onze meest ervaren regeringsleider ooit in zijn zoveelste kabinetsperiode vooruit wil kijken naar de toekomst, en om wil zien naar elkaar.

Omzien naar elkaar en vooruitkijken naar de toekomst: dat is het motto van Rutte IV waar we het in ieder geval de komende maanden mee moeten gaan doen. We mogen nog van geluk spreken dat ze vooruit willen kijken naar de toekomst, en niet naar het verleden, of, pak hem beet, de eerstvolgende aflevering van Temptation Island op Videoland – maar toch, hier is iets vreemds aan de hand.

Verder lezen Omzien en vooruitkijken

Oplieren

Het begon, kort na de uitbraak, allemaal met een gereedschapskist in de strijd tegen het coronavirus. Gisteren bleek dat daar een grote, lompe hamer in zit, die hopelijk groot genoeg is om minuscule druppeltjes en aerosolen mee plat te slaan. In de tussentijd zijn met die hamer een gammele app en een dashboard gebouwd; daarna is een dito escalatieladder in elkaar getimmerd, die nu is opgelierd tot routekaart.

Na een half jaar crisis beginnen we met zijn allen wel wat persconferentiemoe te worden; sommigen vinden zelfs ronduit dat het kabinet moet oplieren. Het trucje kennen we zo langzamerhand wel: een dag voor de persco worden de maatregelen in de week gelegd (in vakjargon: uitgelierd) om te kijken wat de mensen ervan vinden; Xander van der Wulp mag vlak voor aanvang raden wat Rutte zal gaan zeggen, waarna Rutte de voorspelde maatregelen een voor een opliert, waarna Xander ze nog een keertje mag samenlieren, met als gevolg dat de maatregelen helemaal uitgekauwd en opgelierd zijn nog voordat ze goed en wel in werking treden.

Verder lezen Oplieren

Zwartepiet

Goedenavond. We hoopten allemaal op een zorgeloze zomer, maar zo’n zomer is het helaas niet aan het worden. En dan denk ik vandaag natuurlijk aan zwartepiet, maar ook aan die afschuwelijke explosie van corona. Een vreselijke ramp die de wereld in het hart heeft getroffen. We leven mee met de slachtoffers, waarbij we ook denken aan de Nederlanders die getroffen zijn.

En dan zwartepiet. Het virus is weer bezig aan een gevaarlijke opmars. De cijfers liegen er niet om. Het aantal besmettingen neemt hand over hand toe, en het is nog maar augustus. We dreigen de grote veranderingen te verspelen die ik persoonlijk, en wij met zijn allen, in de afgelopen jaren hebben doorgemaakt. Onze boodschap vandaag is dan ook simpel: een nieuwe intocht willen we niet en die hoeft er ook niet te komen. Maar dat gaat niet vanzelf.

Verder lezen Zwartepiet

Oerstom

Toen Mark Rutte aan het begin van de coronacrisis de jongeren opriep een revolutie te ontketenen, stond hem vast niet voor ogen dat zij ergens in de bossen een militie zouden starten om te trainen voor het omleggen van de minister-president, de koning en Geert Wilders, daartoe aangezet door een rapper en een graancirkelexpert. Ook zal hij met zijn oproep tot burgerlijke ongehoorzaamheid niet beoogd hebben dat de jeugd nu alle coronamaatregelen collectief aan de spreekwoordelijke laars lapt.

Hoogste tijd dus om de jongelui op niet mis te verstane wijze aan te spreken op hun onverantwoordelijke gedrag. Dat deed de premier dan ook in zijn laatste persconferentie: ‘oerstom’ noemde hij mensen die doen alsof corona niet bestaat of al voorbij is. Niet van die slappe teksten zoals op pakjes sigaretten, maar gewoon: oerstom! Je moet maar durven tegen iemand die zich aan het bewapenen is en bezweert dat hij niet mis zal schieten. En ook: ‘Je hebt wel heel erg onder een steen gelegen als je niet wist dat je alleen maar voor noodzakelijke reizen naar een oranje land mocht.’ Baf!

Verder lezen Oerstom

Spijt

Premier Rutte heeft zaterdag spijt uitgesproken over het niet kunnen beschermen van Srebrenica door Dutchbat in 1995, maar bood er geen excuses voor aan. Dat deed hij in een videoboodschap, omdat hij vanwege de coronamaatregelen helaas zelf niet aanwezig kon zijn bij de herdenking in Potočari. Ook dat vond hij heel spijtig, maar ook daar kwamen geen excuses voor.

Eerder bood Rutte wel excuses aan voor het handelen van de Nederlandse overheid in de Tweede Wereldoorlog, en kreeg Indonesië bij monde van Willem-Alexander regrets and ap ehh ehh pologies voor het Nederlandse geweld in de onafhankelijksoorlog. In de casus ‘slavernijverleden’ zijn we nog niet zover: nadat er waarschijnlijk eerder sprake was geweest van ‘onhandig’, ‘een zwarte bladzijde’ en ‘enige wroeging’, betoonde Roger van Boxtel in 2001 ‘diepe spijt, neigend naar berouw’, wat twaalf jaar later door Lodewijk Asscher werd geüpgraded tot ‘diepe spijt en berouw’. Er zal eerst nog wel sprake zijn van een indringend schuldbesef voordat de excuses er rond 2050 alsnog komen.

Verder lezen Spijt

De radarisering van de samenleving

bijdrage in het kader van sargasso’s week van het hardnekkig optimisme

Het enige wat in het hedendaagse Nederland werkelijk tot pessimisme stemt, is het ongebreidelde pessimisme van de bevolking, daartoe opgezweept door televisieprogramma’s als Kassa en Radar. Ooit begonnen als kritische doch brave consumentenprogramma’s zijn deze inmiddels verworden tot een onmetelijke katalysator van chagrijn, gezeik en onvrede, met wekelijkse mantra’s als ‘u betaalt te veel’, ‘u krijgt te weinig’, ‘u moet te lang wachten’ of ‘de kwaliteit is niet goed’. Als de radarisering van de samenleving in combinatie met de vergrijzing doorzet, ontstaat over niet al te lange tijd een heuse tsunami van hoogbejaard verstokt gemekker en gemopper – een waar schrikbeeld als u het mij vraagt.

In werkelijkheid hebben we natuurlijk nauwelijks iets te klagen. Wanneer we ons, gezeten achter onze reerug op een bedje van aardperenmousse, slechts kunnen opwinden over de wachttijden bij UPC, of de prijs van de reerug sombertjes afzetten tegen de hoeveelheid ruggen die nog op de spaarrekening resteren, dan is er weinig aan de hand.

Zolang ze in Pakistan de lokale giro 555 niet openstellen voor de slachtoffers van de sneeuw in Nederland (‘Verschrikkelijk, moet je die beelden zien! Hele gebieden wit! Maar als we geld geven komt het vast in handen van corrupte Kamerleden’) en men in Rusland geen geld inzamelt om de Nederlanders de winter door te helpen, zal het allemaal wel meevallen met die kou.

Zolang ze vanuit Zwitserland geen wintervaste treinen ter beschikking stellen aan die arme Nederlanders moeten we misschien maar schoorvoetend accepteren dat er bij de geringste sneeuwval in principe nooit treinen rijden, en dan valt het allemaal reuze mee.

Zolang ze in donker Afrika niet drie stamoudsten een week lang zonder eten opsluiten in een glazen hut om daar middels tamtamgeluiden aandacht te vragen voor de arme Nederlandse kindertjes van ouders met griep, kunnen wij met goed fatsoen met de trein, want hij rijdt, naar Eindhoven om de kou te trotseren, want we hebben warme kleren, en geld weg te geven aan een goed doel waarvan we even zijn vergeten welk het ook alweer precies was, maar dat geeft niks want we hebben het geld toch in overvloed.

Is de politieke situatie dan misschien iets om somber van te worden? Flauwekul, die biedt alleen maar aanleiding tot uitbundig optimisme.

We moeten er nog even op wachten, maar het btw-geld van theatervoorstellingen en popconcerten stroomt straks met bakken tegelijk binnen; daar kan vervolgens de prachtigste kunst van gemaakt worden. Bezuinigingen op onderwijs zijn niet alleen hoopgevend omdat we kunnen uitkijken naar het onvermijdelijke moment waarop er weer méér geld aan onderwijs wordt uitgegeven; ze garanderen bovendien de broodwinning van een hele generatie werknemers, die makkelijker tot hun pensioen aan het werk zal blijven omdat hun kennis broodnodig is. En anders zullen we expertise uit het buitenland moeten importeren, waarmee we weer nieuwe culturen kunnen verwelkomen. Waar tegen die tijd alle ruimte voor zal zijn omdat alle moslims zullen zijn weggepest, wat weer uitstekend nieuws is voor alle geiten in Nederland.

Wanneer alles voor de wind gaat, slaat onvermijdelijk de verveling toe en begint het gezever over relatieve futiliteiten, waar mensen ongemeen zuur van kunnen worden. Als er niks wezenlijks meer verbeterd kan worden, liggen verzadiging en chagrijn op de loer. Af en toe moeten er daarom gewoon een paar randdebielen aan de macht komen die écht zorgwekkende dingen voorstellen; alleen dan kan een voedingsbodem voor hoop en optimisme ontstaan. Je moet er soms een flink beroep op je fantasie voor doen, maar dat die in ons verwende land weer eens geprikkeld wordt, kan allang geen kwaad. Geef het kabinet-Rutte een paar jaar en we zitten met de kerst met het hele gezin te mens-erger-je-nieten in de kou, en niemand kan naar huis – maar dat geeft niks, want het is eindelijk weer een gelukzalige kerst.

Er komen hoopvolle jaren aan.