Gods selectie

Ik weet het, mensen: angst, of pessimisme for that matter, is een slechte raadgever, maar toch heb ik een slecht gevoel over dit EK. Niet vanwege mijn Mannschaft in Mannschaftsmanager, o nee. Die stevent vermoedelijk af op een onbedreigde winst. Nee gewoon, vanwege het Nederlands Elftal.

En dan niet omdat Robben geblesseerd is (ja, dat ook natuurlijk).
En ook niet omdat we wel meer mannen van porselein in ons team hebben rondlopen (ja, dat ook natuurlijk).
En ook niet omdat we de middenveldse mannetjesputters van weleer, zoals de Woutersen en de Davidsen, anders gezegd de types Seedorf/Van Bommel, node missen (ja, dat ook natuurlijk).
En ook niet omdat Van Nistelrooij voor Nederland zelden het niveau haalt dat hij klaarblijkelijk bij Real Madrid iedere week haalt (ja, dat ook natuurlijk).
En ook niet omdat spitsen als Luca Toni, Thierry Henry en Adrian Mutu in hun knuistje lachen als ze de opstelling van Nederland horen en vernemen dat Joris Mathijsen hen de hele wedstrijd zal ‘bewaken’ (ja, dat ook natuurlijk).
En ook niet omdat Henry vandaag niet speelt en daarom vrijdag tegen ons in zijn 100e interland mag schitteren (ja, dat ook natuurlijk).
En al helemaal niet omdat we geen penalty’s zouden kunnen nemen (ja, dat ook natuurlijk, maar kwám het maar zover).

Nee, het wordt niks dit jaar omdat de bondscoach ruzie heeft met God. Daar doen de beide betrokkenen heel lankmoedig over; God bijvoorbeeld zei dat ‘het allemaal weer veel groter wordt gemaakt als de zaken wie er dus werkelijk aan de hand zijn’ (ofschoon ik hier wellicht niet helemaal letterlijk citeer), en de bondscoach deed er maar liever helemaal het zwijgen toe.

Maar wie ook maar enigszins bekend is met het klappen van de zweep, weet dat Marco van Basten op dit moment Johan Cruijff wel kan schieten, en Johan Marco ook, want Johan wil ook gewoon dat Nederland kampioen wordt en hij wéét dat het zo niet gaat lukken. En ‘zo’ wil hier voor de leken zeggen: ‘met twee verdedigond [sic] ingestelde middenvelders die dus altijd de opbouw blokkeren’.

Daar draait het dispuut om, en Cruijff liet gisteravond geen moment onbenut het gesprek daarop te brengen. Gevraagd naar het wegvallen van Robben antwoordde hij dat elk nadeel zijn voordeel heb, en toen Tom Egbers wilde weten wat dan het voordeel was, antwoordde Johan zoals gebruikelijk legendarisch:

Het nadeel is natuurlijk dat-ie wegvalt.

Geen speld tussen te krijgen! Hoe durft iemand het nog met zo iemand oneens te zijn, denk je op zo’n moment.

Maar toen wilde Tom weten hoe Johan dan de opengelaten plek van Robben zou opvullen. Daarop volgde een drie minuten durend college waarin God op alle verborgen finesses van het edele voetbalspel leek in te gaan, behalve op de plek van Robben. Het enige samenhangende wat er voor een middelmatige voetbalkenner als ondergetekende uit op te maken viel, was dat behalve Robben ook die twee verdedigonde middenvelders niet mee mochten doen, maar met acht man tegen de Italianen zag God toch dat het goed was.

‘Maak er een tuttifrutti van en verzin iets’, gaf hij als laatste mysterieuze hint mee. Tuttifrutti tegen Italië, je moet er maar opkomen. Maar omdat God het wil: Kuyt op doel, Sar op de plek van Robben, Van Nistelrooy en Huntelaar in het centrum van de verdediging zonder medespelers voor zich, Melchiot bij de eerste paal als zijn schaambeen het toestaat, Van der Vaart bij de tweede, Sneijder ook ergens omdat ik hem in mijn elftal heb staan en geef Seedorf aan de tegenstanders.

Wat is voetbal eigenlijk simpel, als je er zo over nadenkt.

Toch ben ik bang dat Marco niet gaat luisteren. En dan ga ik vanavond extra goed op die verdedigonde middenvelders letten.

Zo, en nu kan het alleen nog maar meevallen.

Respect

Je kunt er niet zekerder van zijn dat iemand je het liefst vierentwintig jaar lang (dat zijn zes EK’s) in een kelder onder zijn huis zou willen martelen, het daarbij opgevangen bloed zou kunnen drinken, je aansluitend aan het kruis zou willen nagelen en je tot slot met kruis en al achter het behang zou willen plakken, dan wanneer iemand zegt dat hij respect voor je heeft.

Toen Clarence Seedorf de bondscoach belde om zich af te melden voor het komende EK, was Marco van Basten er dan ook als de kippen bij om nog in hetzelfde telefoongesprek zijn respect voor Clarence te betuigen.

Hoe gáát zo’n gesprek in vredesnaam?

Clarence is op weg naar een modeshow in Milaan als hij probeert de bondscoach te bereiken op zijn speciale bondscoachnummer. Die ligt echter samen met John van ’t Schip op het strand van Noordwijk te genieten van het mooie weer en de tactiek tegen de Italianen uit te stippelen. Op de bondscoachmobiel hebben ze een ringtone van een jankend kind geïnstalleerd voor wanneer Seedorf belt, dus afgezien van een luid lachsalvo wordt er niet op de oproep gereageerd. Pas als Clarence het met een ander toestel probeert, komt de verbinding tot stand.

“Met San Marco.”
“Hallo, met Clarence spreekt u.”
“Clarence?”
“Seedorf.”
“O, Clarence! Hoe gaat het met je! Lang niet gezien jongen! Dat is toch zeker wel een paar wedstrijden geleden! Wat is er?”
“Bondscoach, ik wilde u laten weten dat ik het EK aan me voorbij laat gaan.”
“O.”
“Ja, ik heb er lang over na moeten denken, maar uiteindel…”
“Dat was het?”
“Ja, dat was het.”
“…”
“…”
“Clarence?”
“Ja?”
“Eén ding Clarence: als mens heb ik respect voor je.”
“Ik als mens of u als mens?”
“Huh?”
“Heeft u als mens respect voor Clarence Seedorf, maar niet als bondscoach, of heeft u respect voor de mens Clarence Seedorf en niet voor de voetballer?”
“Hee Clarence, ik moet hangen, ik krijg net een wisselgesprek binnen van Boulahrouz. Later!”