Bijna

Groot nieuws uit Sittard dit weekend, want daar vond bijna een frontale treinbotsing plaats die zijn gelijke in de geschiedenis van de Nederlandse Spoorwegen bijna niet had gekend. Eerder in de week was er al geen akkoord over het ontslagrecht, niet eens bijna, en bereikte het Nederlands honkbalteam de finale van het WK niet. Ja, en op Sumatra was er vannacht geen aardbeving, de Amerikanen hebben Noord-Korea niet aangevallen en Fokke & Sukke waren deze week een keer bijna grappig.

Dat laatste is natuurlijk niet echt waar, dat begrijpt u zelf ook wel, maar waar ze tegenwoordig al geen nieuws van maken!

En toch is dat maar goed ook, want zo kwamen we te weten dat de twee machinisten die hun treinen op vier meter afstand van elkaar tot stilstand hadden gebracht en zo het leven van minstens honderd passagiers hadden gered, direct na het incident onderworpen werden aan een alcoholtest.

Moet u zich voorstellen, Sittard op zaterdag 17 november 2007, en je rijdt daar in je trein. De rails liggen bezaaid met bladeren, die enerzijds vierkante wielen en anderzijds een langere remweg veroorzaken, ik weet het, die combinatie is hogere NS-logica, maar je zit er maar mee opgescheept, en je bent bovendien te laat vertrokken uit Heerlen en je weet dat veertig stokslagen jouw deel zullen zijn als je intercity niet exact op het afgesproken tijdstip in Sittard arriveert, dus je geeft wat extra gas, of elektra in dit geval, en je bent in opperste concentratie in dit kronkelende Limburgse landschap waar achter iedere bocht een nieuwe verrassing schuilt, en intussen molesteren verderop in de trein zwartrijdende jongeren je collega de kaartjesknipper, terwijl op het dak de good guy de grote boef op de hielen zit, als hij hem maar te pakken krijgt voordat je de tunnel in rijdt, want anders stoten ze hun hoofd, en zeg nu zelf, heeft er in de talloze achtervolgingen die zich op daken van treinen hebben afgespeeld ooit iemand zijn kop gestoten bij het betreden van een tunnel, dat zou toch te knullig voor woorden zijn, maar we dwalen af, en er is in het leven van een treinmachinist geen ruimte voor zijpaden, rechtdoor is de weg die hij moet gaan, nog even en het zit erop, dan ben je in Sittard, maar dan, maar dan ineens…

We gaan er even uit voor de reclame.

“Heeft u ook gevulde koeken?”

…maar dan ineens zie je daar met grote snelheid de stoptrein op je afkomen die koers zet richting Spaubeek, Schinnen en Nuth, en je trapt op de rem zoals je nog nooit op de rem hebt getrapt, en je collega in de trein richting Spaubeek, Schinnen en Nuth doet hetzelfde, maar het lijkt te laat, beide treinen hebben nog te veel vaart, een ramp tekent zich af, je ziet je leven aan je voorbij flitsen en omdat het je bevalt, het is te vroeg om te gaan, bovendien kom je dan nooit meer in Sittard aan, trap je nog harder op de rem, je rap naderende collega zal eenzelfde ervaring hebben gehad want hij doet hetzelfde, en niet meer dan vier meter van elkander komen de treinen tot stilstand, een gat net groot genoeg om de boef in te laten kukelen, waarna het een koud kunstje is om hem in te rekenen en aan de politie over te leveren.

En dan laten ze je een blaastest doen!

Die treinen van de NS staan vaker stil dan dat ze rijden, remmen is zo’n beetje het enige wat die machinisten in hun opleiding leren, maar als je het dan een keer doet als het nodig is, denken ze dat je te veel gezopen hebt!

U bent natuurlijk benieuwd naar de uitkomst. Welnu, hij had bijna niets gedronken.

Allicht

In de week dat de leider van kernmacht Pakistan alle macht naar zich toetrok, Afghanistan geteisterd werd door bloedige aanslagen en het drie jaar geleden was dat Theo van Gogh werd afgeslacht, vergaderde de Nederlandse Tweede Kamer over de vraag of fietslampjes wel of niet mogen knipperen. Je zou kunnen stellen dat het Nederland, om in fietstermen te blijven, weer voor de wind gaat. Een korte blik in het verleden toont echter aan dat het tegendeel het geval is.

In de jaren tachtig, toen ik mijn eerste fietsmomenten beleefde, was niets salonfähiger dan fietsen zonder licht. Geert Wilders mag dan zijn mond vol hebben over de moslims die de Verlichting aan zich voorbij hebben zien gaan, maar ook het Nederlandse fietsersvolk beleefde tot voor kort duistere tijden. En niemand die ervoor bekeurd werd, maar goed, je kunt van een volk ook moeilijk verlangen dat een lichtvoorziening die afhankelijk is van een werkend dynamo, een intact miezerig kabeltje en de afwezigheid van regen of een slag in je wiel langer dan een week na aanschaf van de fiets standhoudt.

Een fiets met werkend licht was het schoolvoorbeeld van burgerlijkheid, heb ik altijd geleerd, al zal dat in een autodidactische fase zijn geweest.

Maar kent u hem nog, dat Postbus 51-spotje waarin brave burgers met allerhande schemerlampen en tl-buizen in hun hand door Hilversum of een ander stukje verkeersluw Nederland fietsen? Geen onvertogen woord over het fietsen met de handen van het stuur of over het feit dat de verlichting niet aan de fiets bevestigd was; het draaide om de boodschap dat iedereen vooral wat licht mee moest nemen voor onderweg. En ja hoor, de verkoop van losse lampjes steeg explosief, het werd plotseling weer hip om verlicht over straat te gaan en Gerrit Zalm stelde instemmend vast dat de economie weer aan het aantrekken was.

En net nu de fietsverlichtingszeepbel dan op springen staat, is er ineens commotie over de vermeende onveiligheid van de populairste lampjes. Was de boodschap eerst dat je hartstikke doodgereden werd als je onzichtbaar in het donker was, nu zijn epileptische aanvallen bij je medeweggebruikers aan de orde van de dag als je je lampje laat knipperen.

Ik begrijp nu eindelijk waarom het fileprobleem eigenlijk een probleem is: de dodelijke slachtoffers vallen bij bosjes zodra een of andere onverlaat de euvele moed heeft zijn richtingaanwijzer te gebruiken.

Voor de fietser ligt het allemaal nog veel ingewikkelder. Want hoe kun je bij een barrel als het mijne vaststellen of een lampje eraanvast bevestigd is of niet? En waar houdt ‘constant branden’ op en begint ‘knipperen’? Is dat al wanneer iemand even moet stoppen voor een rood licht, en kan hij in de toekomst dan maar beter doorfietsen?

Allicht dat onze volksvertegenwoordigers daar een week over debatteren. Gelukkig heb ik een OV-chipkaart en hoef ik niet meer altijd op de fiets.