Jubileum

Het is vandaag precies veertien jaar geleden dat ik met angst en beven voor het eerst de knop ‘Publiceer’ gebruikte om op dit virtuele stekje een stukje te publiceren. In de (papieren!) krant las ik dat president Ahmadinejad van Iran ‘geen moer’ gaf om de VN-sancties die zijn land boven het hoofd hingen, en aangezien hij geciteerd werd, stelde ik gefascineerd vast dat dus ook in het Perzisch een stukje schroot wordt gebruikt om uiting te geven aan verregaande desinteresse.

Een soortgelijk gedachtegang speelde me parten toen anderhalf jaar later de Raad van Europa voorstelde om billenkoek te verbieden: welk agendapunt in twintig talen moest daar wel niet aan ten grondslag liggen? Het stukje hierover trekt nog altijd regelmatig verkeer van billenkoekzoekers, hoewel de laatste jaren ook veel mensen deze website raadplegen om te ontdekken hoe toch zo’n antitochtgatsleutelgatlipje heet (ik doe het uitstekend op de zoekopdracht ’tocht door sleutelgat’, kijk maar).

Verder lezen Jubileum

Belegen

Vanavond voel ik de jeugd door mijn knokige eeltvingers glippen.

Ik word aan mijn nieuwe collega’s voorgesteld als senior webredacteur. Of: ‘de man van het web’, in tegenstelling tot ‘de jongen van de website’, nog maar een paar maanden geleden.
De herinneringen aan telefoonnummers en nummerborden van vroeger vervagen.
De enkel die vijf weken geleden een klein tikje kreeg, doet nog steeds zeer.
In de spiegel zie ik een chagrijnige knorrige brompot.
De grijze haren zijn onmiskenbaar aanwezig, de rimpels breken door.
Kijk, daar vormt zich al een (gezien de eraan ten grondslag liggende consumptie overigens nog zeer bescheiden, maar toch) bierpensje.
En het kan alleen nog maar erger worden. Dit is pas het begin, er is geen weg meer terug.

Dertig.

Nog vijf vier drie twee anderhalf uur (geloof nooit een weblogger die zegt dat hij zijn stukjes in tien minuten schrijft) en ik laat mijn jonge jaren definitief achter me. Heeft u een enkel opbeurend woord voor mij over?

(Dit alles is natuurlijk de grootste aanstelleritis die ooit is opgetekend, ik kan het piepsignaal waar ik het vorig jaar over had uiteindelijk nog steeds horen, maar het is mijn feestje, dus als ik melodramatisch wil doen, dan doe ik melodramatisch, begrepen?

En het goede nieuws is natuurlijk dat alles relatief is. U lijkt mij gemiddeld ook de jongste niet meer, blijkens de interesse die mijn belegen bijdragen klaarblijkelijk bij u wekken. Kijk maar (en wel eerlijk zijn, mensen, dit is mijn cadeau aan u bij mijn dertigste verjaardag, een gloednieuwe feature op iamzero.nl: de poll – en wat krijg ik ervoor terug? nou? nou?):

En hoe oud bent u nou eigenlijk?

View Results

Laden ... Laden ...

)

29

Live Aid, Bob Geldofs bijdrage aan mijn achtste verjaardag, is alweer eenentwintig jaar geleden. Ik herinner mij nog goed (alsof ik het vergeten was, herinnerde iemand mij er gisteren nog aan dat ik ‘echt alles’ onthoud – waarvan akte) het cadeau van mijn ouders dat jaar: een heuse Olivetti typemachine(tje) met van dat fraaie rood-met-zwarte typelint! Raar cadeau voor een kind van acht, denkt u allicht, maar u moet weten: destijds had ik al hele boeken achter mijn naam staan.

In de middag, het was net zulk mooi weer als vandaag, kwamen vriendjes van school langs om te voetballen, maar daar kon natuurlijk geen sprake van zijn. Er moest getypt worden. De vraag was alleen wat. Het werden de standen van de Tour de France. Gele trui, bolletjestrui, groene trui, witte trui en zelfs nog de rode trui, een zielige trui die toen nog bestond en die de Nederlander Frans Maassen altijd had. Als kind van acht kon ik de lol van gedrogeerde mannen op een fiets kennelijk nog wel inzien.

Jaren later, toen de computer zijn intrede deed, waren er mensen die als een bezetene op het toetsenbord ramden omdat ze een typemachine gewend waren. Ik was er daar een van. Ik was gewoon een van die mensen die de letters op het toetsenbord stuksloegen omdat ze dachten dat dat nodig was om letters op het scherm te krijgen.

Godallemachtig, wat ben ik oud.