Chrome

‘Obama’ had eigenlijk prima door kunnen gaan voor een nieuwe Google-dienst, bijvoorbeeld als Picasa voor zwart-witfoto’s of voor het digitaal beheren van al je beloften. Het heeft er echter alle schijn van dat de mediagigant niet meedoet in de strijd om het Amerikaanse presidentschap. Wel heeft het bedrijf op weg naar de wereldheerschappij een eigen internetbrowser gelanceerd. Ongetwijfeld is het een kwestie van tijd voor we allemaal Chrome gebruiken.

Op vakantie in een oord waar de drinkwatervoorziening niet optimaal is, verbaas ik me altijd over het overweldigende aanbod van mineraalwater in de supermarkt. Bronwater is voor mij gewoon bronwater, en ongevoelig voor de schoonheid van etiketten laat ik mij dan slechts leiden door de prijs. Ongetwijfeld zullen ze er zijn, de smaakverschillen, maar als ik ’s ochtends een kop koffie wil zetten ga ik me daar niet druk over maken.

Ongeveer net zo denk ik over de zich al jaren voortslepende browseroorlog, die de slagvelden in Irak en Afghanistan doet verbleken. Ik gebruik een browser om websites te bekijken, en ik doe dat in Firefox omdat de makers daarvan op een goed moment tabbed browsing hadden uitgevonden (ja, reazeurt u maar dat er anderen waren die eerder waren) en omdat hun bladwijzerbalk met rss-feeds wel handig was. Inmiddels heeft Internet Explorer dat ook allemaal, en kun je je afvragen wat een nieuwe browser dan allemaal kan wat die oude niet kunnen.

Nou, hij is waanzinnig snel!, roepen de Google-adepten uitgelaten. Een grappig argument. Chrome laadt de pagina’s (vooral die van Google) misschien een nanoseconde sneller, maar men vergeet dat men de software eerst moet downloaden via een per definitie nodeloos trage andere browser, dan nog eens moet installeren en vervolgens een jaar of honderd Chrome moet gebruiken eer de verloren tijd is ingehaald.

Voor de snelheid hoef je het dus niet te doen, en afgezien daarvan kan Chrome natuurlijk niets wat Firefox of Internet Explorer niet ook allang kunnen – zoals een Mac ook niks kan wat een PC niet kan, behalve dan misschien onnodig duur zijn. Ja maar Chrome is nog niet af, klinkt het dan nog; het is nog maar een bètaversie. Maar dat trucje kennen we al langer van Google, dat bijvoorbeeld ook Gmail, Google Documents en Google Agenda tot in de eeuwigheid bèta blijft noemen zodat fouten gepermitteerd zijn.

Intussen betekent iedere nieuwe browser (of zelfs maar browserversie) feitelijk een nieuw probleem, en dus per saldo meer sites die niet in alle browsers naar behoren werken. Werkmatig moet ik nog wel eens een nieuwe website testen, en het heet dan steevast dat het overal werkt, behalve in dat verfoeide Internet Explorer. Tsja, je zou als ontwerper natuurlijk ook eens met de marktleider kunnen beginnen en dan eens verder kunnen kijken of er bij de kleine spelers misschien problemen optreden – maar dat is vies, dat doe je niet.

Microsoft is vies, en daarom slikken we liever de reclameblokken die zich in Gmail aanpassen aan de teksten die we versturen en ontvangen dan dat we Internet Explorer 8 uitproberen om de advertenties van Google te blokkeren – want dat dreigende onheil is natuurlijk de ware verklaring achter de overhaaste lancering van Chrome.

Maar goed, als er één speler is die Microsoft definitief naar de vuilnisbelt kan verwijzen, dan is het Google wel. Wat we ermee winnen? Als je het mij vraagt niet meer dan een pakketje schroot met een dun laagje chroom.