Parel

“Bent u blogger?”, vroeg Jojanneke van PowNews aan de onvolprezen hoofdredacteur van het Raarlems Dagklad. Door een ongelukkige speling van het lot bevonden wij ons op het Blogbal, een tamelijk onheilspellend samenzijn dat door een van de aanwezigen ook wel treffend als de Paralympics voor schrijvers werd omschreven.

Zelden is existentiële twijfel treffender op camera vastgelegd dan in de minuut die volgde – tot Marius zich gewonnen gaf en de vraag min of meer bevestigend beantwoordde. Niet slim, dacht ik nog terwijl ik stilletjes meeluisterde, want binnen de seconde werd de roze microfoon opnieuw in zijn gezicht geslingerd: “En, voelt u zich daar fijn bij?” – op een toon die geen ander antwoord duldde dan een wanhopig betoog vol zelfhaat, culminerend in de dood door ophanging.

(Marius maakt het inmiddels overigens naar omstandigheden goed – zie ook zijn verslag van de gebeurtenissen).

Bent u blogger – was de vraag aan mij gesteld, ik had hem stellig ontkennend beantwoord. De vraag werd echter niet aan mij gesteld, want ik was druk doende mijn perfecte imitatie van een grijs toneelgordijn ten beste te geven. In het blikveld van de camera maar toch onzichtbaar, want alles liever dan op nationale televisie als blogger neergezet worden.

Wat ik dan op het Blogbal deed? Een prijs in ontvangst nemen. Nergens namelijk in gans de Nederlandstalige blogosfeer werden in heel 2010 betere stukken proza waargenomen dan hier, waarde lezer. Kompel, WorkiLeaks en Helpdesk, het waren de parelachtige krenten in een jaar van pappen en nathouden – want toegegeven, heel erg hard gezocht lijkt er niet te zijn. Als winnaar van de Blogparel 2010 waan ik mij toch een soort wereldkampioen fierljeppen: als niemand zo gek is om het te doen moet je niet direct denken dat je de beste bent.

Hoe dan ook, 250 harde euro’s werden mijn deel, en als het aan de jury ligt, leveren die een bijdrage aan de voortzetting en ontwikkeling van dit blog. Dat bestedingsadvies neem ik graag ter harte. Vanaf heden dus alleen nog maar pareltjes op iamzero.nl, en van die pecunia stel ik voor twintig kratten bier aan te schaffen die de lezers op enig moment (het zerobal) op de burelen van dit blog kunnen nuttigen.

Bij onvoldoende animo trakteer ik de redactie van het Raarlems Dagklad op de vurig gewenste mediatraining. Of een workshop gordijnimitatie.

kredietwet.nu

Ik kan de futiliteit van mijn bijdragen nog zo benadrukken, maar als je Mao boven aan je blog hebt staan en je snijdt ook maar sporadisch een maatschappelijk enigszins relevant thema aan, dan ontkom je er niet aan dat je zo nu en dan benaderd wordt door een linkse geest die in jouw blog een mooi platform ziet voor het uitventen van een vermeend gedeelde mening. Dergelijke bedelarij kan bij mij altijd op een warm onthaal rekenen.

Zo werd ik deze week uitgedaagd om deel te nemen aan een heuse blogbattle. Althans, battle: het was natuurlijk niet de bedoeling om je zieltogende collega-prutschrijvers door het slijk te halen (stel je toch eens voor!). Nee, de uitdaging bestond erin om een stukje code op je site te plaatsen – toegegeven, een hele uitdaging voor iemand met de programmeerkennis van mijn moeder, maar niet iets waar ondergetekende zijn hand voor omdraait.

Doel van het stukje code was om zo veel mogelijk handtekeningen te verzamelen ‘voor een krachtige Klimaatwet’. Milieudefensie had de ganse (zwaar vervuilde) blogosfeer afgestruind en mij geselecteerd in de naïeve veronderstelling dat ik deze sympathieke actie wel zou ondersteunen.

Op de site las ik dat deze krachtige wet twee zaken zou behelzen: jaarlijks minstens 3% minder broeikasgassen spatie uitstoot en ondersteuning van ontwikkelingslanden in de strijd tegen klimaatverandering. Twee zaken die ik op zich van harte ondersteun, maar het is natuurlijk volstrekte lariekoek om te denken dat het gebeurt zodra het in de wet verankerd is. Zo kunnen we ook wel 3% minder files, 3% minder moorden en 3% minder spaties willen; leuke doelstellingen, maar zonder concrete acties natuurlijk niets meer dan gebakken ozonlucht. Welk een grenzeloze onnozelheid om daadkracht te bevroeden in zulke papieren dadeloosheid!

Bovendien, in een echt krachtige klimaatwet zou ik nog veel meer, en vooral ook andere zaken geregeld willen zien. Nooit meer sneeuw bijvoorbeeld. Maximaal dertig millemeter neerslag bij een zomerse bui. Nooit meer Rita, in meerdere opzichten. De Elfstedentocht definitief verbannen naar de canon van de Nederlandse geschiedenis als verwerpelijke folklore uit langvervlogen tijden. Een heldere keuze voor bomen: of het hele jaar in blad, of altijd kaal, maar niet ieder jaar dat gelazer met die afvallige bladeren en alle NS-vertraging van dien.

Kijk, zo’n wet, daar teken ik voor.

Maar goed, als het allemaal dan toch zo makkelijk gaat, dan zijn er wel urgentere zaken om op te lossen. Om te beginnen natuurlijk de kredietcrisis. Teken daarom nu voor een krachtige Kredietwet:

Geachte regering en leden van de Tweede Kamer,
Onze economie verandert razendsnel. Daarover maken wij ons grote zorgen. Halve maatregelen volstaan niet meer. De aandelen van Fortis moeten drastisch omhoog. Laten we nu vól inzetten op schone handel en een energieke spaarrekening.
Daarom doe ik [is het nou we of ik?, red.] een dringend beroep op u! Voer snel een krachtige Kredietwet in. Leg daarin vast dat Nederland:

  • jaarlijks minstens 3% hogere aandelenkoersen haalt, en;
  • ontwikkelingslanden steunt in de strijd tegen de kredietcrisis.

Aangezien ik zelf ook weer niet zo heel handig ben met programmeren, wil ik u vragen gebruik te maken van het scriptje van klimaatwet.nu. U vindt mij daar in de ranking spatie lijst als kredietwet.nu.

Met een beetje geluk heeft het klimaat er ook nog profijt van.

Download flash player om de blogbattle banner te zien.

Jan

Als mensen wel eens aan mij vragen welke weblogs zij toch vooral moeten lezen, in de kennelijke veronderstelling dat ik er verstand van heb, wat ik dan maar als een compliment opvat, laat ik geen gelegenheid voorbijgaan om Stroomopwaarts te, ehh, hypen.

Stroomopwaarts is Jan, of beter eigenlijk jan, want zo reageert hij ook op iamzero.nl, en die kleine J past ook bij jan, want jan is een bescheiden man; een bescheiden man die schrijven kan. Zijn dagelijkse stukjes zijn puntig en gaaf, om niet te zeggen puntgaaf, wat al begint bij de titels, die, zoals dat hoort, zelden meer dan één woord omvatten. Mogelijk ontbeert stroomopwaarts het massale publiek dat het toekomt doordat de auteur al een stukje ouder is dan zijn meeste collega-loggers. De onmetelijke wijsheid die de gevorderde leeftijd klaarblijkelijk met zich meebrengt, zorgt ervoor dat jan, of zal ik maar weer gewoon Jan zeggen, zich anders dan, ahum, menig ander, nimmer laat verleiden tot een provocerende uitspraak, en dan kun je nog zo goed zijn: de mensen willen in deze tijden van polarisatie nu eenmaal sensatie. Wat dat betreft is het niet verwonderlijk dat Jan een PSV’er is: ook die club speelt goed op het saaie af, je hebt er geen hekel aan maar echt warm word je er ook niet van.

Ik dus wel van Jan. Bovendien lijkt Jan mij een geschikte vent om een potje bier mee te drinken, dus mocht het ooit tot een ontmoeting van zerolezers komen, een soort nulmeeting zeg maar, dan mag Jan zeker niet ontbreken.

Maar enkele weken geleden, rond Pasen, verscheen op stroomopwaarts ineens een bericht getiteld Zomaar weg. Twee woorden, niets voor Jan. Het stukje was ook vetgedrukt, en het ging over Jan, in de verleden tijd. “Hij was geen groot prater, maar elke zin was raak”, stond er bijvoorbeeld. En nu was Jan zomaar weg.

Het bericht maakte me verdrietig. Ik had Jan nooit ontmoet, maar kwam toch vaak bij hem over de vloer. Het was een nieuw soort verdriet waar we ongetwijfeld vaker mee te maken gaan krijgen. Er bestaan ontelbaar meer doden dan levenden, en dat zal op internet binnenkort niet anders zijn. Sterker nog: een immens kerkhof, waarop niets hoeft te vergaan en alles kan blijven bestaan, is in de maak.

Dit soort overdenksels hielden mij nog altijd bezig toen alweer de volgende stukjes op stroomopwaarts verschenen. Het was onmiskenbaar Jan. Het eerdere stukje ging over een andere Jan. Dat maakt het verdriet om een overledene niet minder, maar ik haalde toch opgelucht adem.

Gisteren schreef ik een stukje getiteld Hype. Het was geen goed stukje, ik was moe en had er eigenlijk geen puf voor. Dat komt vaker voor, en soms, heel soms, gebeurt het dan dat Jan een stukje schrijft, of op dat moment al geschreven heeft, over het onderwerp dat ik in gedachten had. Ik heb wel eens een stukje niet geschreven omdat Jan het al beter had gedaan.

Vandaag schreef Jan een stukje getiteld Hypes. Het ging over hetzelfde onderwerp: Tjeenk Willink die klaagt dat de Tweede Kamer zich te veel door hypes laat leiden. Ik schreef: “Vroeger, toen Tjeenk nog een Hermannetje was, hadden de politici, en nog eerder de kerkvaders, dat allemaal onder controle en konden zij bepalen wat de mensen zoal bezighield.” Jan schreef: “Er was een tijd, jongens en meisjes, dat de overheid en de kerk bepaalden wat goed voor ons was.”

Zijn er nog psychologen in de zaal?

Blijf van mijn life

Er was hier laatst een of andere JvT die van mening was dat ik mijn stukjes maar beter in een roze dagboekje met zo’n slot erop kan schrijven als ik zeg dat ik mijzelf waarschijnlijk ook niet zou lezen als ik niet alles wat hier geplaatst wordt zelf zou schrijven. Dat is natuurlijk een beetje de wereld op zijn kop, Jan. Zelf vind je het naar eigen zeggen ‘heerlijk’ om gelezen te worden, en als ik zo eens wat bij je rondlees kan ik me voorstellen dat je blij bent met iedere lezer, maar ik heb niemand gedwongen om hier te komen hoor. Mijn schuld is het niet.

Nu is niets menselijks mij vreemd en wordt dus ook mijn ego best gestreeld door de horden fans die iedere dag langskomen om bevestigd te zien dat ik het de laatste tijd drukker heb met andere dingen (voor die mensen heeft God overigens de RSS-feed uitgevonden), maar dat wil nog niet zeggen dat ik ook ineens iets te melden heb. Ik schrijf in het volle bewustzijn dat ik zelden iets meemaak wat de moeite van het delen waard is, en dat mijn mening er ook maar één (te veel) is.

Een nul, met andere woorden, net zo min als u (en legt u dit staaltje filosofische diepgang vooral naar eigen voorkeur uit: ik ben het niet, of u bent het ook).

Daar zouden meer loggers nou eens een voorbeeld aan moeten nemen. Hoeveel suffe kantoorklerken er niet zijn die denken dat ze een interessant genoeg leven hebben om ons er een ruimhartige blik in te gunnen, en dan nog denken dat we van dit genereuze aanbod gretig gebruikmaken ook. Helemaal tenenkrommend wordt het wanneer er misplaatste literaire pretenties bij komen kijken, en iemand bijvoorbeeld niet opschrijft ‘Ik bestel nog een biertje’ maar ‘Ik hoor mijzelf nog een biertje bestellen’, want o, de getormenteerde loggersziel heeft zichzelf niet geheel onder controle en beschouwt alles van een afstandje, verbaasd over zijn eigen handelen. Wat een flauwekul: wie bier bestelt, doet dat vol overgave, of niet.

Of: ‘ik zie mijzelf een drol leggen’ in plaats van ‘ik leg een drol’. Ik zie mijzelf persoonlijk nooit een drol leggen – ik zit er meestal pal boven en voel dan meestal veel aandrang, behalve om naar beneden te kijken. Ik hoor mijzelf dan meestal wel een drol leggen, en ik voel mijzelf ook een drol leggen, maar bovenal vraag ik me in zo’n geval af waarom je niet kunt zeggen dat je jezelf een drol ruikt leggen, terwijl de geur toch is waar het om gaat bij het faxen met Darmstadt.

Maar het kan nog erger, want voor wie het loggen nog niet persoonlijk genoeg was, is Twitter uitgevonden. Het idee achter dit ‘microbloggen’ is simpel: alles wat je doet, krabbel je op, en zo kun je je leven van minuut tot minuut met de wereld delen. Onvoorstelbaar dat er mensen zijn die dat doen, en nog onvoorstelbaarder dat er mensen zijn die anderen op die manier volgen.

Mijn dag op Twitter zou er ongeveer zo uitzien:

7.18 uur: de wekker gaat, althans volgens het KNMI op dit tijdstip
7.27 uur: eerste snooze
7.36 uur: tweede snooze
7.54 uur: vierde snooze (ja, u hoeft niet alles te weten)
7.55 uur: Darko begint zijn act die hij van YouTube heeft afgekeken; na vier halen in mijn oor sta ik op
8.02 uur: guttegut, wat is de douche weer lekker warm vandaag
8.20 uur: bammetjes smeren
8.45 uur: “Dames. En. Heren! De. Intercity. Naar. Amsterdam Sloterdijk. En. Amsterdam Centraal. Van. Acht uur vijfenveertig. Vertrekt over. Enkele minuten.”
8.46 uur: “Van spoor 3a.”
9.17 uur: Eerste levensbedreigende mok (dank aan ZigZag) automatenkoffie
10.43 uur: Ik geloof dat Twitter meer iets is voor mensen die niet zoveel uitvoeren op het werk
14.32 uur: Wat zou ik ook over een werkdag moeten zeggen?
18.12 uur: Aankomst thuis
18.14 uur: En ja hoor, daar is-ie dan, de langverwachte bolus! Een volmaakte C, met de nootjes van gisteravond er nog tussenuit stekend (ik kijk pas naar beneden als het volbracht is)
20:12 uur: Wat zijn Fokke & Sukke toch onvoorstelbaar niet grappig

Et cetera et cetera, ad infitum.

Nu kan ik me nog voorstellen dat u momenteel een lichte glimlach moeilijk kunt onderdrukken, maar als u bedenkt dat iedere dag er zo uitziet, zal het lachen u snel vergaan. Bovendien hoeft het allemaal niet eens waar te zijn. Natuurlijk zijn Fokke & Sukke oervervelend, laat daarover geen misverstand bestaan, maar ik kan me bijvoorbeeld niet herinneren wanneer ik voor het laatst nootjes heb gegeten.

Nee, ik blijf mij wel richten op zaken die tot algemeen nut ende vermaeck strekken. En voor degenen die later spijt krijgen van al hun openhartigheid, en dat zullen er velen zijn, heb ik al een gat in de markt bedacht: het Blijf-van-mijn-Life-huis.