Babywalvisjager

Het bezoekersaantal van deze site wordt al geruime tijd op peil gehouden door notoire billenkoekzoekers: mensen die om welke reden dan ook googelen op de term ‘billenkoek’ en dan, inmiddels finaal sufgespankt en denkend dat ze alles nu wel gezien hebben, op pagina 4 nog een hit van mij tegenkomen. Sinds enkele dagen zijn daar de babywalvisjagers bijgekomen.

Het begon nog enigszins aarzelend op de ochtend van 24 december, die je, maar dat terzijde, anders dan de bijbehorende avond gek genoeg geen kerstochtend mag noemen, want die is dan weer wel op de dag zelf. Een enkele googelaar kwam binnen via ‘staat babywalvis‘, een ander via ‘staat groeit babywalvis‘ en een derde via de complete zin ‘de staat groeit als een babywalvis‘. Met het klimmen der uren groeide het aantal bezoekers enorm; ik zou haast zeggen als een babywalvis. Bam, duizend kilobyte erbij in de logfiles. Bam, weer duizend kilobyte erbij.

Tegen de (inderdaad, kerst-)avond werd het te gek. Dit kon geen toeval meer zijn. Die mensen waren collectief naar iets op zoek, ik bood het hen kennelijk, of althans, daar ik ging ik maar van uit, alleen had ik geen flauw benul waarom de interesse in de babywalvis uitgerekend nu gewekt was. Ik had ze tenminste niet zien liggen bij Albert Heijn. Het kon niet anders of er was weer een of andere citatenpuzzel gaande, waarin men moest aangeven dat het Mark Rutte was die na vier dagen nadenken over de rijksbegroting met deze belachelijke vergelijking op de proppen kwam. Merkwaardig genoeg had niemand anders op heel internet daar een vernietigend stukje over geschreven, en dus kwam men bij mij uit.

Nou, lekker is dat. Daar zit je dan als logger. Te wikken en te wegen, te schaven en te doen om toch vooral het hele jaar door fraaie stukjes af te leveren. Geen hond die erin geïnteresseerd is, maar als we rond de kerst een citaatje kunnen meepikken, is het ineens verdomd handig. Maar even bedanken, ho maar.

Even overwoog ik in het bewuste bericht de naam van Mark Rutte te vervangen door die van iemand anders die ook wel in die puzzel zou voorkomen, zoals Barack Obama, of voor de zekerheid misschien beter iemand van vergelijkbaar allooi, zoals Frans Bauer, toevallig ook allebei met een achternaam van vijf letters, voor het geval het toch een kruiswoordpuzzel bleek te zijn. Toen ik erachter kwam dat dat toch wel tot een wat vreemd stukje zou leiden, besloot ik het te laten bij de volgende tekst boven aan het bericht:

Mensen die hier komen omdat ze willen weten wie heeft gezegd dat de staat als een babywalvis groeit: ik zou wel willen weten welke puzzel u maakt. Laat het even weten via zero@iamzero.nl. Een woord van dank zou niet misstaan.

Binnen vijf minuten leverde dat het eerste mailtje op van mevrouw M.B. uit A.:

Beste heer Zero,
Bij deze……..
Bedankt dus en hoeveel mailtjes heeft u al gekregen?

De citatenpuzzel van Trouw dus, hoe kon het ook anders. En uitermate sympathiek natuurlijk van mevrouw M.B., die niet kon weten dat de oproep pas luttele momenten daarvoor geplaatst was. Aan de andere kant konden alle nieuwe bezoekers natuurlijk niet weten dat die aardige mevrouw B. al een mailtje had gestuurd. Ik maakte dus nog maar wat Gmail-accountjes aan in afwachting van een hausse aan oprechte dankbetuigingen vanuit de babywalvisvaart.

Drie mailtjes kreeg ik nog. Drie mailtjes nog, waarvan één met het onderwerp ‘babywalvis : Trouw citatenpuzzel’ en als tekst:

.

Niets dus! Leeg! Nada, noppes!

Met welk een lui, volgevreten, werkschuw, arrogant, uitgezakt, onsympathiek, futloos, verwend, onhebbelijk, verderfelijk, ondankbaar, zondig, ongevoelig, haatdragend, ziekelijk, fascistisch en… en… onáárdig, en slécht, ja, ronduit slécht volk hebben we hier te maken! Een puzzel wordt geacht leuk te zijn omdat je erbij na moet denken. Een zinnetje overtypen en dan kijken wie het gezegd heeft, is geen puzzel maar een invuloefening; dat is spieken, afkijken, valsspelen en gewoon NIET LEUK.

Voor de puzzelredactie van Trouw heb ik inmiddels enkele honderden IP-adressen van babywalvisjagers in de aanbieding. Laat ze alsjeblieft niet winnen! Conform Europese regelgeving zal ik ze ten minste zes maanden bewaren.

Billenkoekzoeker

Ja, nu kunt u na twee jaar en een paar honderd stukjes in een almaar dalend weekmoyenne inmiddels wel uw bedenkingen bij schrijver dezes hebben, maar u bent zelf natuurlijk ook niet van onbesproken gedrag, zo leren mij de goede vrienden van de firma Google. Zo blijkt onder andere dat mijn doorgaans doorwrochte artikelen, die bol staan van op ingenieuze wijze geconstrueerde volzinnen, meestentijds toonbeelden van eloquentie, om niet te spreken van doodordinaire tangconstructies, hier komt er weer een aan, zo vrees ik, waarvan je zou verwachten dat ze bij een gemiddelde lezer volle aandacht en concentratie vereisen, door u een gemiddelde blik van nog geen twee minuten waardig worden gegund.

Het kost mij al tien minuten om de vorige zin terug te lezen, laat staan om hem te schrijven.

Maar er is meer: zo blijkt dat van alle mensen die via de al eerder genoemde firma Google op iamzero.nl belanden, de meeste hebben gezocht op het woord ‘billenkoek’. Iets meer dan een half jaar geleden heb ik mij bezondigd aan een billenkoekstukje, en sindsdien is de toestroom van billenkoekzoekers nauwelijks meer te stelpen.

Als ik bij Peijnenburg zou werken, zou ik het wel weten: er is onmiskenbaar een markt voor billenkoek. Maar waar ik bij andere populaire zoekopdrachten als gootsteen ontstoppen en heerst er griep prima begrijp wat men te weten wil komen (en iets minder waarom men dan bij mij uitkomt), tast ik vooralsnog in het duister omtrent de informatiebehoefte van de billenkoekzoeker. Dat die behoefte er is en kennelijk niet bevredigd wordt, of is dit nu een voorbeeld van een bewust onhandige woordkeuze die leidt tot de vele bezoekers die alhier belanden via de zoekterm woordgrappen, en die natuurlijk wel direct op het juiste adres terecht zijn gekomen, een betere plek voor woordgrappen dan iamzero.nl is er niet, dat die billenkoekbehoefte niet bevredigd wordt, was ik begonnen te zeggen, bewijst wel het feit dat ik pas op pagina 5 van de billenkoekzoekresultaten sta, en hele billenkoekzoekende volksstammen dus na ten minste 40 kliks nog altijd niet gevonden hebben wat ze zochten.

Nu wijst een andere statistiek uit dat zo’n 25 procent van u deze site de afgelopen maand negen keer of vaker bezocht heeft. Theoretisch kunnen dat natuurlijk net die andere mensen zijn, dus wetenschappelijk zal ik een slag om de arm moeten houden, maar ik ben ook Malle Eppie niet en ik wéét dus gewoon dat zich onder u notoire billenkoekzoekers bevinden.

Ik vind het waarlijk een fascinerend fenomeen, de mens die googelt op billenkoek, want bij alle vunzigheden waar een mens naar op zoek kan zijn, kan ik me niet voorstellen dat je het over je hart kunt verkrijgen om in dat zoekvakje ‘billenkoek’ te typen. Het moet dus iets anders zijn: misschien wil men weten of je het met of zonder tussen-n schrijft (met), of heeft het toch iets met Peijnenburg te maken; die hebben per slot van rekening ook oude wijven koek (SOS!) in hun assortiment. Ik hoor het graag, zodat ik wellicht mijn informatievoorziening kan aanpassen voor het geval ik straks boven aan de zoekresultaten kom te staan en men hier terechtkomt als men ‘billenkoek’ intypt en op ‘Ik doe een gok’ klikt – wat niet eens zo onwaarschijnlijk is omdat ik in dit stukje al een paar keer het woord ‘billenkoek’ heb gebruikt, en hoe vaker je ‘billenkoek’ gebruikt, hoe hoger je in Google komt als men op ‘billenkoek’ zoekt, dus misschien kunt u in de reacties ook nog een paar keer ‘billenkoek’ schrijven.

Aan de andere kant: vind je wel wat je zoekt als je googelt op ‘neuscorrectie’ en klikt op ‘Ik doe een gok’? Jammer dat dat niet vertaald is met ‘Ik neem een gok’, maar dit geheel terzijde.

Ik dacht, ik doe nog even een luchtig stukje voordat de Film van Geert en de Boot van Rita arriveren.