Vertigo

Van alle predikaten die je op een mens kunt plakken, en dat zijn er nogal wat, is ‘avontuurlijk’ op ondergetekende wel zo’n beetje het minst van toepassing. Ik had dan ook beter moeten weten toen de reisgids met veel gevoel voor understatement de alternatieve route als ‘more adventurous’ aanprees. Aan de andere kant: de vreugdeloze gelaatsuitdrukkingen van de medepassagiers in het vliegtuig zaten nog vers in het geheugen (de Bever Zwerfsport leek goede zaken gedaan te hebben), en na drie dagen wees een eerste calculatie van de gemiddelde toeristenleeftijd richting de 50, mijzelf meegerekend, en zo massaal is het toerisme op Madeira nou ook weer niet.

Avontuur is een relatief begrip, wil ik maar zeggen, en dus werd de route bovenlangs ingeslagen, alwaar een verbluffend uitzicht en een fraaie waterval in het vooruitzicht waren gesteld.

Nu moet gezegd worden dat Madeira een prachtig eiland is, en bovendien een walhalla voor eenieder die zijn afkeer van het Engelse volk nu eens niet door dronken jongeren maar door treurniswekkende ouderen bevestigd wil zien. Maar Madeira is ook het eiland van de levada’s, kunstmatige irrigatiekanalen die dwars door het bergachtige landschap zijn aangelegd ten behoeve van de landbouw.

Het moet een van die vreselijke Engelsen geweest zijn die een jaar of dertig geleden bedacht dat als boeren langs die levada’s konden lopen, toeristen dat helemaal zouden kunnen. Het wandeleiland Madeira was geboren, en ho maar dat er iemand was die kritisch opmerkte dat die smalle paadjes eigenlijk helemaal niet voor wandelaars waren aangelegd.

En zo bevond ik mij plotseling op een richeltje van nog geen halve meter breed met links een lullig waterstroompje en rechts niets dan een gapende afgrond van enkele honderden meters diep. Ergens ver weg, vooral heel ver weg achter me hoorde ik de waterval die ik nooit zou zien omdat er geen weg terug was en er van een blik achterom geen sprake kon zijn. Nog nooit draaide de aarde zo hard om zijn as, behalve op de vierkante centimeters waar ik me bevond, waar alles vooral heel hard stilstond.

Op dat moment dacht ik aan u. Hoe kon ik u afschepen met een niet eens toegelicht Even weg om, anoniem en voor eeuwig bloggieloos in een ravijn gestort, nooit meer terug te keren? Dat was waanzin! En dan die arme Darko: met zijn imposante voorkomen bewaakte hij weliswaar twee weken lang het huis, maar dat diertje kon ik toch moeilijk de rest van de hypotheek laten aflossen? Ik moest met andere woorden verder, al was het deels door het nogal frisse water waar even verderop, iets minder fris, twee dode ratten in lagen weg te rotten.

Eenmaal veilig thuis wist het andere boekje te melden dat het gekozen alternatieve pad ‘bijzonder riskant’ was en slechts aan te raden voor mensen die ‘absoluut geen last van hoogtevrees’ hadden. Maar ik heb hem toch maar mooi volbracht, mijn Olympische finale op de evenwichtsbalk annex vloeroefening.

D(himm)ilemma

Herinnert u zich de barre hongerwinter van 1986 nog? IJzige Elfstedenkoude en geen brood op de plank nadat maandenlange boycots vanuit de katholieke wereld de Nederlandse economie nagenoeg lam hadden gelegd. Hadden we ook maar niet herhaaldelijk en wekenlang de hoogste geestelijke macht moeten beschimpen:

[wp_youtube]qcZ6oRR0drQ[/wp_youtube]

De film Fitna, die als je het mij vraagt niet meer zal doen dan een paar open deuren over de waanzin van een fundamentalistisch geloof in eerwraak en vrouwenonderdrukking intrappen, heeft zijn gelijk al aangetoond nog voordat er ook maar een seconde van wereldkundig is geworden. Katholieken kun je zo belachelijk maken als je zelf wilt, maar een kritische noot over de mohammedaanse medemens ligt altijd een stuk zwaarder op de maag. Daar kun je miljoenen keurig geïntegreerde moslimburgers met de baarden bijslepen – het blijft een onweerlegbaar gegeven.

Gek eigenlijk: heb je net de idiotie van geweld uit onverdraagzaamheid breed uitgemeten, en wat doen ze? Steken ze de ambassade van je land in de hens omdat ze het met die analyse niet eens zijn. Quod erat demonstrandum, zeg ik dan.

Dat gezegd hebbende kun je je afvragen wat Fitna nog gaat toevoegen. We weten nu dat er bepaalde lieden zijn die bereid zijn om onze ambassades in de fik te steken, onze militairen overhoop te knallen of de forenzentrein Haarlem-Amsterdam (en daarmee iamzero.nl) op te blazen, en de vraag is of je dat dan ook nog moet laten gebeuren. Oog in oog met een Hell’s Angel die gewapend is met een honkbalknuppel (of niet, dat maakt eigenlijk niet zo gek veel uit) ga je ook niet zeggen ‘Jezus, wat heb jij een rotkop zeg!’, ook al is het je diepste overtuiging.

Wat ik maar wil zeggen: we worden zo vaak door angst geregeerd, en misschien moeten we gewoon maar eens uitspreken dat we bang zijn. Niet dat we, zoals in 1986, vierentwintig uur per dag rillend en bevend door het leven gaan, maar dat we ergens deep down een unheimisch gevoel hebben waar we nog zo aan moeten wennen dat er nog niet eens een fatsoenlijk Nederlands woord voor bestaat.

Wat een triomftocht zou Geert Wilders kunnen houden als hij nu, of pas over een paar weken, als de master of suspense de spanning nog verder op heeft weten te voeren, alsnog afziet van de film, uit bescherming voor de Nederlandse belangen en omdat zijn boodschap, die hij in een vlammend betoog nog eens zou kunnen onderstrepen, al is overgekomen. Nog mooier zou het zijn als hij het zwaard van de boycots en de bijbehorende kapmessen van woedende burgers (heeft u die ook in uw keukenla klaarliggen?) tevoorschijn heeft gekregen zonder dat hij ooit een seconde film op tape heeft gezet.

Hij is er de man niet naar. En gelijk heeft hij natuurlijk als hij zegt dat iedereen die hem enige verantwoordelijkheid voor de gevolgen in de schoenen wil schuiven de pot op kan – dat is nog mild uitgedrukt. In plaats van ons te beklagen over het gemak waarmee hij vanuit zijn eigen beveiligde omgeving kwetsende dingen kan roepen waarmee hij gewone burgers in gevaar brengt, zouden we ook eens stil kunnen staan bij het feit dat hij datgene waar hij voor zegt te strijden – vrijheid – voor zichzelf compleet heeft moeten opgeven, misschien wel voor de rest van zijn leven. In andere situaties werd zo iemand nog wel eens als een heldhaftige vrijheidsstrijder vereerd.

Andersom heeft het kabinet óók gelijk als het stelt dat het voor Nederland op dit moment misschien beter zou zijn als die film niet uit zou komen, vooral als ze erbij vermelden dat het een knieval is die ze op zich verafschuwen maar verkiezen boven de ellendige gevolgen die ons anders boven het hoofd hangen – zoals we die Hell’s Angel ook vriendelijk zouden groeten.

Aangezien een individueel pak slaag van een motorrijder van een andere orde is dan een wereldwijd conflict ben ik geneigd me principiëler op te stellen en eerder op te komen voor de rechten van Wilders dan voor het morele appèl van het kabinet, maar je zou dat net zo goed kunnen omdraaien en stellen dat gezien de ernst van de situatie enige terughoudendheid aan te bevelen is. We weten het simpelweg niet. De film komt er normaal gesproken, Wilders staat te allen tijde in zijn volste recht en de verantwoordelijkheid voor de gevolgen zijn volledig voor rekening van degenen die reageren – zoveel weten we. Maar wat nu het verstandigst is, kunnen we achteraf pas beoordelen, en dan nóg…

Iedereen die dat nu al denkt te kunnen, althans met de stelligheid waarmee dat her en der op internet wel gebeurt, maakt zich schuldig aan een flagrante simplificatie van een hels en complex dilemma. De ziejewels en de ikzeihettochs zullen de komende weken niet van de lucht zijn.

Geert (2)

Voordat ik mij vanaf het eind van deze week stort in de uitdaging van Tien dagen zonder een enkele gedachte aan seks – ik doe weer mee aan het Corus Chess Tournament – moet ik eerst even wat post afhandelen.

Te beginnen met meneer E. uit L.K.net, die mij toebeet dat ik in de valkuil was gestapt die Geert Wilders gegraven heeft. Dat is niet zo’n vriendelijke, om niet te zeggen: ronduit beledigende beeldspraak in het geval van iemand die al jaren ondergronds moet leven omdat hij met de dood wordt bedreigd, maar het bleek te gaan om een figuurlijke valkuil die zegt dat je ofwel voor, ofwel tegen Geert Wilders bent.

Deze meneer E. heeft het niet goed begrepen. De kern van mijn hele betoog was nu juist dat er een derde weg is, die je in de gelegenheid stelt om Geert Wilders enerzijds een gigantische mafkees te vinden, maar anderzijds zijn recht om een gigantische mafkees te zijn te vuur en te zwaard te verdedigen. De bedoelde valkuil is niet door Wilders zelf gegraven, maar door een politiek correcte elite die er vervolgens zelf massaal instapt (een selffulfilling pitfall, als het ware) door stelselmatig iedere verdediging van Wilders, op welk vlak dan ook, op te vatten als een inhoudelijke steunbetuiging aan zijn adres, die echter in mijn gehele artikel in geen velden of wegen, niet in of tussen de regels door, te vinden was. Ik begon nota bene met de opmerking dat ik het helemaal niet over Geert Wilders wilde hebben.

Meneer E. beschreef voorts op ostentatieve wijze de mate waarin hij rekening houdt met gelovigen, en hij zei dat het goed was. Meneer E. verdient voor deze invulling van zijn burgerschap alle lof en misschien ooit wel een lintje, vooral voor het feit dat hij in zijn hele verhaal slechts eenmaal het woord ‘respect’ nodig had. Het spijt mij echter te moeten constateren dat ook hier volledig voorbijgegaan werd aan de kern van mijn betoog. We weten natuurlijk allemaal wel hoe we ons fatsoenlijk moeten gedragen, we doen ook allemaal ons best, met wisselend succes, en als we vergeten zijn hoe het ook alweer moest, legt oom Doekle het gewoon nog een keer uit.

Maar als we dan hebben vastgesteld hoe we idealiter met elkaar omgaan, dan kunnen we wel iemand gaan bewieroken die in de tram opstaat voor een bejaarde, maar het is natuurlijk veel interessanter om te kijken wat er gebeurt als iemand zich niet aan die omgangsvormen houdt, en geen rekening houdt met de gevoelens van anderen, of nog extremer: deze moedwillig krenkt. Daar ging mijn stukje natuurlijk over, maar dit werd in de reacties zorgvuldig vermeden.

Volgens mij zijn de opties beperkt. Je kunt zo’n beledigende uitspraak inhoudelijk afkeuren. Je kunt hem op ethische gronden afkeuren. Je kunt de betreffende mafkees verzoeken het in het vervolg wat rustiger aan te doen. Je kunt iets naars terugzeggen. En je kunt zo iemand voor de rechter dagen. Maar alleen als die rechter oordeelt dat de mafkees schuldig is, kun je stellen dat deze zijn uitspraken niet had mogen doen; in alle andere gevallen is de uitspraak rechtmatig, en iedere afkeuring ervan subjectief.

Om mijn punt nog duidelijker te maken, wil ik het u nog sterker vertellen, maar dan moet u wel beloven dat u mij niet verkeerd begrijpt. Denk dus eens na voor u verder leest.

Stel nu eens dat Geert Wilders een bijzonder sterk ontwikkeld fatsoensbesef heeft en daarnaast beschikt over een uitzonderlijk visionair vermogen. Kortom, hij heeft gelijk, en als wij niets doen, nemen de subversieve elementen (wier bestaan hopelijk niet ontkend wordt) het van ons over. Misschien doet Geert Wilders dan wel het fatsoenlijkst denkbare door nu als een bezetene tekeer te gaan. Ik zeg er voor de zekerheid maar even bij dat ik persoonlijk niet denk dat het zo’n vaart zal lopen, ik zie de boze reacties alweer binnenstromen, maar ik vraag me wel af op welke objectieve, en vergeet u dat woord niet als u straks in de comments uw gelijk probeert aan te tonen, gronden men nu kan zeggen dat Geert Wilders zijn toon moet matigen. Ik zou me nog iets kunnen voorstellen bij een stellingname dat het ‘beter of constructiever zou zijn als…’, maar de idiootste reden om idiote uitspraken af te keuren is wel de angst voor nog idiotere reacties (daarom schrijf ik deze stukjes ook gewoon).

En daarom zie ik in Doekle Terpstra ook eerder een doodsbenauwd wezeltje dan een autoritaire schoolmeester die de kiftende partijen tot de orde roept, zoals mevrouw Z.Z. uit A. voor ogen heeft. Als we die vergelijking doortrekken, dan zou dat betekenen dat meester Doekle gezag heeft, en zijn leerlingen naar hem luisteren. Ik zie ze al voor me, twee moslimfundi’s, de een met een plattegrond van Schiphol op schoot, de ander driftig in de weer met rode en blauwe kabeltjes en de montagehandleiding, en dan *plof*, daar valt de Trouw op de deurmat, Moet je nu eens zien, zegt de een, een interessant artikel van Doekle Terpstra van wel twee pagina’s lang, Zoveel tijd hebben we niet, zegt de ander, Ons vliegtuig gaat al om kwart over acht, en de handleiding is nogal onduidelijk, Maar hij heeft zinvolle dingen te melden, die Doekle, laten we verdraagzaam zijn en de boel af- in plaats van opblazen, Goed, dat doen we.

Of begrijp ik het verkeerd en wordt alleen van Geert Wilders verwacht dat hij zich verdraagzamer opstelt?

Zo blijkt maar weer eens hoe relevant het zou zijn als iemand zich bij zijn aanval op Wilders wel zou uitspreken voor diens recht op domme en beledigende meningen en tegen de nog veel dommere en bedreigender reacties van beledigde gelovigen. Het stelselmatige stilzwijgen op dit punt heeft toch iets vergoelijkends. Zou het zo kunnen zijn dat Terpstra c.s. stiekem nog veel banger zijn en denken dat we de dans ontspringen als we iedereen maar te vriend houden? En geef toe, sluiten we niet allemaal af en toe onze ogen voor dreigingen waar we liever niet aan denken, in de hoop dat het dan wel overwaait?

Ik durf dat best toe te geven, en ik kan me zelfs voorstellen dat publieke figuren het verstandig achten om bepaalde opvattingen niet naar buiten te brengen. Maar laten we wel even vaststellen dat er dan iets grondig mis is, en niet zozeer met degene die zo’n kwalijke opvatting toch openlijk uitspreekt, alswel met de waanzinnige types die daar niet mee om kunnen gaan. Als iamzero.nl dus binnenkort weer gehackt wordt, wat ik gelet op gebrekkige beveiliging zeker niet uitsluit, dan mag ik toch hopen dat mij geen enkele blaam treft. Ook in dit stukje ben ik eigenlijk weer heel vriendelijk geweest.

Geert

Lieve mensen, ik wil het dit jaar niet met u over Geert Wilders hebben, dat doen al genoeg anderen, maar over de strijdwijze van zijn tegenstanders. Want Wilders mag dan af en toe idiote ideeën verkondigen, de manier waarop er doorgaans op hem gereageerd wordt, is pas echt staatsgevaarlijk.

Allereerst is daar natuurlijk Doekle Terpstra. In mijn vorige stukje probeerde ik zijn zaaddodend naïef-vredelievende aanval op Wilders nog te ridiculiseren door een willekeurig kamerlid met een nog dommer idee op dezelfde manier te beschimpen. Dat ging natuurlijk over Terpstra, en helemaal niet over Atsma, maar uw reacties beperkten zich tot het weer, en dat is toch wel tekenend.

De aanpak van Terpstra is die van het jongetje op de lagere school dat gepest wordt en dan in een hoek gaat zitten janken dat het niet éérlijk is, dat je niet mág pesten. Daar kun je dan gelijk in hebben, je hebt verdomd weinig aan die constatering, en de aanstichter van het kwaad zal er eerder een schepje bovenop doen dan dat hij in het vervolg wat meer rekening met je zal houden. De oproep van Terpstra leidt dus in het geheel nergens toe, behalve dan tot een weeë zemelsmaak in je mond. En de krant die twee hele pagina’s voor zoiets futiels uittrekt, de eerste twee zelfs, is trouwens misschien toch wel niet de beste van Nederland.

Een andere krant meldt al drie weken lang dat er misschien wel rellen en wereldwijde boycots gaan komen na de uitzending van Wilders’ film over de Koran. Ik weet niet wat de redactie bezielt om dit bericht iedere dag opnieuw te plaatsen, maar het lijkt mij dat degene die het nu nog waagt om stampij te gaan schoppen, echt tuig van de richel is. Ze hoeven echt niet te wachten tot die film uitgezonden is om te weten dat Wilders hun vriend niet is, en de film zal heus geen zoetsappig romantisch drama worden.

Geen enkele aanleiding dus om na de vertoning van dat YouTube-filmpje de straat op te gaan. Toch zal het gebeuren, en de reactie van de terpstraristen zal dan niet zijn dat stokslagen en handafhakkingen op hun plaats zijn, maar vooral dat Wilders wel echt heel erg provocerend bezig is geweest.

‘Je mag zeggen wat je wilt, MAAR…’, dat soort geneuzel, en we weten allemaal dat wat op ‘maar’ volgt, altijd zwaarder weegt. Onzin! Je mag zeggen wat je wilt PUNT. Al tientallen jaren worden de christenen, ik kan ze ook gerust gristenhonden noemen, geen haan die ernaar kraait, op de meest respectloze wijze geschoffeerd, en dat wordt volkomen geaccepteerd, doorgaans óók door de lijdende voorwerpen. Hoe kunnen we dan toch tegelijkertijd blijven volhouden dat Wilders zijn toon moet matigen en dat er met de islam niets aan de hand is?

Wilders zegt dan dat de islam een fascistisch geloof is dat ons bedreigt en dat bestreden dient te worden. De subtiliteit en ook de noodzaak van die woordkeuze is ver te zoeken, maar als je er de weinig smakelijke en door Wilders wat overdreven gedoseerde saus van het populisme afschraapt, blijft over dat zich in onze samenleving enkele subversieve elementen bevinden die de islam als grootste gemene deler hebben. En dat is ineens een analyse die zelfs gedeeld zou kunnen worden door dragers van sokken gemaakt van dieren die men wel op de kinderboerderij aantreft en waar al dan niet mee gecopuleerd is.

Maar daar gaat het dus om: dat Wilders het niet zo mag zeggen. Zijn collega’s die door hem gepest worden, gaan massaal in de hoek zitten janke-balkenende-pruillip-opzetten: ‘Zo praat een politicus niet’. ‘Een kamerlid maakt een minister niet uit voor ‘knettergek”.

Nou, wel dus. Ik bedoel, mijn stijl is het ook niet, maar het valt moeilijk te ontkennen dat we het hier hebben over een democratisch gekozen volksvertegenwoordiger die dus helaas wél zo praat en de minister wél voor knettergek uitmaakt. Dus: deal with it, of zoek een andere baan.

Het gevolg van de oververhitte reacties op iedere scheet van Wilders is inmiddels zelfs dat mensen hun meningen gaan bijstellen uit angst de verdenking op zich te laden dat ze het misschien wel met het Kwaad (© Doekle 2007) eens zijn. Neem nu Geerts mislukte proefballonnetje over het uit de regering zetten van Beatrix na haar mierzoete kersttoespraak. Van de PvdA weten we al een tijdje dat zij uit electorale overwegingen het koningshuis met rust laat, maar dit pleidooi zou normaal gesproken toch op warme belangstelling van verklaarde republikeinen van D66- en SP-huize mogen rekenen. Nee hoor, Geerts uitspraken werden kamerbreed verworpen.

En wie staat er, nu het dreigende zwaard van een internationale boycot boven ons hoofd bungelt, vast op om vol vuur en ondubbelzinnig te verklaren dat hoe verwerpelijk Geerts boodschap ook is, hij wel de vrijheid heeft om deze te verkondigen? Dat wij in Nederland abjecte ideeën verkiezen boven fundamentalistisch geweld van godsdienstwaanzinnigen? Niemand! Een levensgevaarlijke knieval.

Balkenende, maar ja, moeten we het daar dan van hebben, was nog de enige die deed wat je moet doen: de man compleet negeren of, beter, uitnodigen voor een goed gesprek. Jamaar, wordt er dan gepiept vanuit de jank- en pruilhoek, dat heeft toch geen zin want daar gaat hij toch nooit op in. Nee, vind je het gek als er geen enkele sanctie op staat; je hoort er simpelweg niks meer over en Wilders komt er keer op keer mee weg.

Ik weet nog wel een goed plekje op pagina 3 van de Volkskrant, waar nu dagelijks wordt bericht over relletjes die in de toekomst wellicht ooit zouden kunnen gaan plaatsvinden, in plaats waarvan onze minister-president ons er ook dagelijks aan zou kunnen herinneren dat Wilders nog steeds niet heeft gereageerd op zijn uitnodiging. En als Wilders dan over een tijdje weer met een voorstel komt – laten we zeggen dat alle moskeeën in Saoedische olie gedrenkt moeten worden en vervolgens het rookverbod in het huis van Allah moet worden opgeheven – en Balkenende wordt om een reactie gevraagd, dan moet hij dat gewoon niet doen en zeggen: ‘Geert Wilders? Dat is toch die man met die grote mond die altijd weigert om te praten?’

Of zet voor mijn part Geert Wilders op marktplaats.nl (maar dan wel https, in verband met een beveiligde omgeving). Maar in ieder geval, om Rita Verdonk in incorrect Nederlands te citeren: doe wat! – grijp ook eens het initiatief, doe eens iets terug (en niet meteen zo verongelijkt) en laat je niet als een mak schaap onverdoofd naar de slachtbank leiden.

Ranking the disasters

Twee maanden nadat bekend was geworden dat het Nederlandse volk als een stel onvoorbereide zombies de rampspoed tegemoet treedt (bikkelharde conclusie: totaal niet rampenproof), heeft TNS NIPO onderzocht welke rampen wij nou eigenlijk zelf het rampzaligst vinden.

Als we vasthouden aan de waar- en betrouwbaarheid van beide onderzoeken, en waarom zouden we die in twijfel trekken, dan staan in het rijtje van TNS NIPO voornamelijk rampen waar we niet op voorbereid zijn. Jammer dus dat de resultaten bekend werden gemaakt luttele dagen nadat de gehele kustlijn voor het eerst in meer dan dertig jaar weer volledig bewaakt werd, want nu eindigde de watersnoodramp met stip op 1, terwijl je kunt stellen dat we op weinig zo zijn voorbereid als op een watersnood. Nederland is zo’n beetje de vleesgeworden watersnoodpreventie.

Typische Pavlov-reactie van die Hollanders weer. Had je het een week eerder gevraagd, dan waren de vierkante wielen van de NS als topramp uit de bus gekomen, of Arnon Grunberg als AKO-winnaar. Half mei 2002 waren de milieuactivisten het grootste probleem, en anderhalf jaar later de moslims. En in de zomer van 1978 was weinig rampzaliger dan een bal op de paal.

Een ’terroristische aanslag in het algemeen’ eindigt deze week op de vijfde plaats, en is voor Nederlanders op dit moment dus een stuk minder beangstigend dan het dreigende zwaard van een watersnoodramp. De opiniepeilers zelf zijn kennelijk een stuk banger voor een terreuraanslag, want anders hadden ze wel gewoon de nummers 2, 3 en 4 in hun persbericht genoemd. Nu nemen ze zelfs de moeite om de nummer 12 te noemen, maar dat ’11 september’ zo laag eindigt, verbaast mij in het geheel niet; de kans dat het in onze jaartelling ooit nog een keer 11 september 2001 wordt, lijkt ook mij te verwaarlozen.

Welke afschuwelijke rampen deze week zilver en brons hebben gewonnen, blijft echter gissen. Ja, zo zijn we natuurlijk nooit goed voorbereid.

Een tipje van de sluier wordt gelukkig nog wel opgelicht: of iets een ramp is, hangt niet af van de vraag of er doden zijn gevallen. Op basis van deze summiere informatie een wilde gok over de rampenranglijst van de 1000 ondervraagde Nederlanders:

  1. watersnood
  2. aardbevingen
  3. honger
  4. de Duitsers
  5. terror
  6. de PvdA
  7. benzineaccijnzen
  8. vulkaanuitbarstingen
  9. werken tot je 67e of andere armoede
  10. Marco van Basten
  11. onvolledige en zinloze onderzoeken
  12. 11 september
  13. H5N1, SARS of andere modegriepjes

Update: H5N1 zal in de hitlijst van volgende week met stip stijgen.

Ramp

Nederland is niet voorbereid op rampen, is de conclusie van het rapport Nationale Veiligheid. Overstromingen, terror, drie dagen geen bericht op iamzero.nl, kippenhoest en Dries Roelvink op 1: het kan ons zomaar overkomen zonder dat we er erg in hebben.

Nederland is niet rampenproof. En dat is een ramp. En geef toe, we waren er niet op voorbereid. Geen sirene gehoord toen het schokkende nieuws bekend werd, geen sms’je van de overheid ontvangen; ik moest er zegge en schrijve een dag later zelf achterkomen via de krant, terwijl we het hier toch over mijn bloedeigen veiligheid hebben.

Vierhonderd ambtenaren die al zestien kabinetten lang op de lijst ’te elimineren’ staan, hebben een jaar lang een ‘kritisch onderzoek’ uitgevoerd, waaruit ‘knelpunten’ en ‘blinde vlekken’ naar voren kwamen. Dat zijn dus 400.000 manuren die besteed hadden kunnen worden aan dijkverzwaringen, terrorbestrijding, schrijfcursussen voor zero, ophokplichten en cultureel besef voor gans het volk – als we maar hadden geweten welk onheil ons boven het hoofd hangt.

Maar dat wisten we dus niet.

Nu weten we het gelukkig wel: wanneer je constateert dat je niet voorbereid was, betekent dat de facto en ook een beetje qualitate qua dat je vanaf dat moment wel voorbereid bent. Ik bedoel, als het morgen gaat plenzen en de straten worden nat, dan kunnen we moeilijk volhouden dat we niet gewaarschuwd waren. Het staat er allemaal, in het rapport Nationale Veiligheid.

Kortom, het rapport Nationale Veiligheid zegt wel dat we niet voorbereid zijn, maar dat is helemaal niet zo. Het rapport Nationale Veiligheid is het levende bewijs dat wij op alles voorbereid zijn en strijdbaar als oranje leeuwen. Het is goddomme te belachelijk voor woorden dat uitgerekend in dit rapport te lezen valt dat we geen flauw benul zouden hebben van de donderwolken die zich boven ons samenpakken. Een gotspe, zeg ik u! Wat een cynisme huist er in die ministeries van ons, bah!

Maar waar ik me dan zorgen over maak, is wat we nu eigenlijk gaan doen met die fantastische voorbereiding als zo’n ramp zich daadwerkelijk voordoet. Gewoon je vinger in de dijk stoppen op de plek waar-ie gaat lekken, dacht ik altijd, maar doordat we nu voorbereid zijn, weten we eindelijk dat er veel meer bij komt kijken. In november is er dus (volgens hetzelfde bericht) een heuse overstromingsoefening in mijn geliefde geboortestad Rotterdam. Doe dat in Spijkenisse, denk ik dan, of in Urk. Of in Brabant tijdens carnaval. Maar nee: in 2008 volgt er zelfs een landelijke oefening. Waar moeten we dan heen met z’n allen? Naar het EK voetbal? Ik dacht het niet.

Kortom, de voorbereiding is weer eens piekfijn in orde, maar het resultaat is uiteindelijk een ramp.

Bereidt u zich intussen maar weer voor een paar dagen stilte alhier. En denk maar eens goed na over wat u dan gaat doen.

Glad

Ik was het eigenlijk alweer glad vergeten, maar hebt u ook zo’n enorme hinder ondervonden van die werkelijk spek- en spiegelgladde wegen die waren ontstaan door de droogte?

En was u net als ik ook zo ontzettend blij dat u daar zo goed tegen gewaarschuwd was?

Tsjongejongejonge.

Ik heb me laten vertellen dat we een bijzonder natte zomer tegemoet treden. Door de warme winter is de Noordzee amper afgekoeld en nu begint-ie alweer op te warmen. Dat betekent dus dat er meer water verdampt, en we weten allemaal wat dat betekent. In oktober schijnt het voor het eerst weer droog te worden. Ik wil u vast waarschuwen dat de wegen stroef kunnen worden als ze na vijf maanden aanhoudende regen opdrogen.