Het was een paar minuten over negen en ik fietste over de Linnaeusweg. Ik kom daar niet vaak, en daarom moet ik op de momenten dat ik er kom altijd denken aan die ene novemberochtend waarop Theo van Gogh werd vermoord. Ik probeer me een voorstelling te maken van iemand die eerst omringd door winkelend publiek een medemens ritueel afslacht, om vervolgens in wandelpas richting Oosterpark te lopen alsof er niets aan de hand is.
Het lukte alweer niet.
Het zal wel aan Theo van Gogh liggen dat ik vijf minuten later, aanbeland in de rust van de Watergraafsmeer, schrok van de aanblik van een joggende behoofddoekte moslima, die vermoedelijk onder andere haar borstomvang trachtte te reduceren en die doelstelling volgens de regels van haar geloof waarschijnlijk net iets te prominent bij de mannelijke populatie in beeld bracht. Maar zolang het onaantrekkelijk blijft en de mannelijke hormonen er niet van op drift raken (en daar kon in dit geval zeer zeker geen sprake van zijn) zal het wel mogen.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het tempo er nog niet erg in zat, maar een hoofddoek lijkt mij dan ook uitermate hinderlijk bij het joggen. Om nog maar te zwijgen over de twee paspoorten die deze mevrouw ongetwijfeld bij zich moest dragen na de invoering van de legitimatieplicht. Maar ze deed in ieder geval haar best, dus ik was er nog niet direct uit of dit een voorbode van een goede of een slechte dag zou worden.
Die twijfel werd op de terugweg geheel weggenomen. Terug op de Linnaeusweg stonden twee verkeersregelaars met hun oranje hesjes te staan. Armen over elkaar, zich zo ver mogelijk van iedere vorm van verkeer afzijdig houdend, stonden ze daar te staan. Een houding waaruit sprak dat ze iets voornaams te melden hadden. Kijk ons eens.
En ja hoor.
Daar, achter het ‘VERKEERS’ op de borst… daar stond zowaar een afbreekstreepje! VERKEERS streepje REGELAAR in plaats van VERKEERS spatie REGELAAR! Dat had ik exact (maar dan ook exact) een half jaar geleden niet durven dromen.
Het werd een mooie dag.