Getikt

’s Ochtends liggen ze vermoedelijk nog, ehm, op bed, maar als ik ’s middags uit mijn werk kom, passeer ik op weg naar het station, met de nadruk op ‘passeer’, passeer ik dus dagelijks enkele prostituees. Zo af en toe werp ik een steelse blik naar binnen, uit eenzelfde soort fascinatie als waarom ik op mijn twintigste nog naar Bassie en Adriaan keek. Ik wil niet heel vrouwonvriendelijk overkomen, maar het ziet er gewoon niet zo smakelijk uit. Vrouwen op leeftijd van lichte zeden met nogal zware botten, zeg maar, die zich bovendien aan enige vorm van lichaamsverzorging weinig gelegen laten liggen, wat ik in deze context overigens een prachtige uitdrukking vind.

Ik daarentegen ben de frisheid zelve, een jonge god, om niet te zeggen een Adonis, de onweerstaanbare geur van wiens mannelijke zweet na een dag noeste arbeid dwars door de dubbele beglazing heen te ruiken is en de dames in volledige vervoering brengt – ik kan althans geen betere reden bedenken waarom er iedere keer als ik langsloop drie keer met behulp van een afzichtelijke ring tegen het raam wordt getikt; het is niet dat ik daar nog geld heb uitstaan of zo.

Waarom tikt een hoer überhaupt tegen het raam? Nu hebben ze toevallig het oudste beroep ter wereld, maar het is meteen ook het enige beroep ter wereld waar geen enkele vorm van menselijke vooruitgang ooit ook maar enig vat op heeft gehad. In iedere branche is de kleitablet inmiddels wel vervangen door de PC en de postduif door e-mail, maar in de prostitutie is er ondanks Industriële Revolutie, toegenomen welvaart, toegenomen hygiëne, cosmetica-boom of zelfs de emancipatiegolf helemaal niets veranderd: sinds mensenheugenis, of in ieder geval sinds de uitvinding van het raam, wordt er tegen het raam getikt. En altijd drie keer. En altijd met een lelijke ring om. Waarbij ik ervan uitga dat de ring eerder werd uitgevonden dan het raam.

Wat is dat voor marketing, drie keer tegen het raam tikken? Waarom is dat?

Ja, aandacht natuurlijk. Maar kom op. We zitten in hartje Amsterdam, the Netherlands. Pal achter het raam zitten schaars geklede mevrouwen. De gordijntjes hangen klaar om dichtgeschoven te worden. De geur van gedroogd spe (sorry, bah). Het rode licht is alomtegenwoordig. Voor de deur zit nog net geen vrouwelijke Holle Bolle Gijs de godganse dag ‘Ejaculeer hier’ te roepen. Ik bedoel: is het niet duidelijk genoeg of zo? Denken die mensen nou werkelijk dat ik voorbijloop omdat ik in de abusievelijke veronderstelling verkeer dat hier een bakker gevestigd is? Dat ik niet weet wat ik krijg als ik hier een halfje bruin zou bestellen?

Waarom???

Ik ga nog eens naar binnen om het te vragen.

Jack van Gelder

U zult wellicht raar op uw neus kijken als ik zeg dat ik verliefd aan het worden ben op Jack van Gelder. Ik weet dat het vreemd klinkt, en ik weet dat ook dat iemand als ik helemaal geen gevoelens van liefde behoor te ontwikkelen voor Jack van Gelder, maar ik kan er niets aan doen.

Er gaat bijna geen dag voorbij of ik zie hem wandelen langs de Amsterdamse grachten, met zijn ravenzwarte haren en zijn ranke verschijning. Zijn lichte tred brengt me in vervoering, zo keurig Langs de Lijn als hij loopt, zonder ooit in het water te vallen. Jack van Gelder is bijzonder evenwichtig en valt wat mij betreft sowieso nooit in het water. Hooguit misschien een enkele keer door de mand, als hij zich wat minder goed voelt. Dat zijn de mindere momenten voor iemand als Jack van Gelder.

Mijn hart gaat sneller kloppen als ik Jack van Gelder parmantig langs de hoeren zie flaneren, schaamteloos een blik naar binnen werpend alsof de ranzige aanblik hem niets doet. Zodra hij de laatste is gepasseerd, keert op zijn schreden terug, bang om op onbekend terrein te belanden. Halverwege rekt hij zich uitgebreid uit, om daarna pas zijn wandeling te vervolgen.

Ik droom van de dag waarop ik Jack van Gelder in mijn armen kan sluiten en hem de mijne mag noemen. Tegelijkertijd besef ik ook dat dat nooit zal gebeuren. Jack van Gelder is al van iemand anders.

Als er trouwens iemand is die een betere naam weet voor deze snoezige kat die ik iedere ochtend tegenkom op de Geldersekade: graag.

Samen

In de onmetelijke chaos rond de aanleg van de Noord-Zuidlijn tussen Centraal Station en Damrak heerst rust, deze vrijdagochtend. De toeristen slapen hun roes uit, de stroom forenzen moet nog op gang komen – of, waarschijnlijker, men mijdt dit provisorisch aangelegde voetgangers- en fietspaadje als de pest.

Ah, daar komt een fietser me tegemoet rijden. Vol concentratie manoeuvreert ze zich door de smalle doorgang tot plotseling, uit het niets, een verkeers spatie regelaar tevoorschijn springt die zich met de armen wijd gespreid, als een ware Vitruviusman, maar dan één zonder goddelijk lichaam maar meer een type uit de Volendamse klei getrokken tegelzetter, voor de fiets werpt. Ik schrik ervan, maar de fietsster kijkt helemaal alsof ze haar leven aan zich voorbij ziet flitsen.

‘Mag hier niet fietsen!’, wordt haar toegesnauwd, en daar zit op zich iets in, want nog los van haar huidige lichaamsteint was ze echt aan het spookrijden.
‘Maar… ik… ik kwam daarvandaan en moet daarnaartoe’, stamelt ze, terwijl ze eerst naar achteren gebaart en vervolgens naar de stoplichten tien meter verderop wijst; niet dat dat haar eindbestemming is, maar wel het beoogde einde van haar illegale verkeersdeelname.
‘Mag hier niet fietsen!’

En nog altijd die armen gespreid om de woorden kracht bij te zetten: hier wordt geen centimeter verder tegen het verkeer in gereden. Ik hoor de vrouw nog iets proberen met ‘hoe moet ik dan’ en ‘is hier helemaal niemand’, maar ook dat wordt weer afgekapt met een bot ‘Mag hier niet fietsen!’.

De verkeersregelaar was bij de ochtendbespreking kennelijk met een duidelijke boodschap op pad gestuurd en hield zich daar keurig aan. Een man naar het hart van Rita Verdonk, zo lijkt me.

Rita is toch wel een fenomeen. Ik vind het wel mooi dat de vrouw die zich laat voorstaan op haar kordate optreden en het feitelijk onweerlegbare ‘regels zijn regels’ tot axioma verhief, dezelfde is die nu een heilige oorlog afkondigt tegen bureaucratie en ‘Haags geneuzel’. Die haar ministerschap begon met 26.000 mensen duidelijkheid te verschaffen (geen generaal pardon) en jaren later nog niet de helft van hen behandeld had, maar die nu wel de tijd meent te hebben om voor ieder wissewasje het volk te raadplegen.

Rita wil namelijk, daar was u wellicht nog niet van doordrongen, de parlementaire democratie afschaffen. Als het aan Rita ligt, stemmen we straks niet meer op politici met verkiezingsprogramma’s en standpunten, maar op dummy’s (geen dhimmi’s, Geert) die wij dan zelf nog van user generated content moeten voorzien. De verkiezingen zijn dan ineens niet meer de belangrijkste, maar de minst belangrijke volksraadpleging; het echte werk moet dan immers nog beginnen.

Rita mikt met haar politiek 2.0 op 45 zetels, maar ik vraag me werkelijk af wat al die mensen gaan doen als het kamerlidmaatschap niet meer inhoudt dan luisteren en doorgeven. Als Rita dat een interessante uitdaging vindt, kan ze ook gewoon de hele dag in de fabriek negerzoenen in een doos gaan stoppen.

Het heeft er alle schijn van dat Rita niet alleen de vergaderingen in de Tweede Kamer aan zich voorbij laat gaan omdat ze die te saai vindt, maar dat in haar jeugd de lessen staatsinrichting eenzelfde lot beschoren waren. Had ze beter opgelet, dan had ze wellicht beschikt over de elementaire kennis waarom we hier werken met volksvertegenwoordigers in plaats van met 16 miljoen besluitvormers.

We gaan het ‘samen gewoon doen’. Het optimisme is op zich te prijzen, maar de naïviteit die spreekt uit zo’n woordje ‘gewoon’ is werkelijk ten hemel schreiend, en dan zwijg ik nog maar over de euvele moed die ze tentoonspreidt door haar filosofie tot ‘echte democratie’ te dopen. Die fietsster en die verkeersregelaar staan daar waarschijnlijk nog te bakkeleien.

Ik heb al oproepen ontvangen om op de site van TON vrolijk mee te doen en dan te stemmen voor bijvoorbeeld meer ontwikkelingshulp. Daar pas ik voor. Laat die mensen maar lekker bedenken dat én de wegen breder moeten én de benzine 25 cent per liter goedkoper én de CO2-uitstoot teruggedrongen én het openbaar vervoer gratis, dan wil ik nog wel eens zien hoe Rita dat zonder Haags geneuzel tot één geheel gaat breien. En stel je voor dat er een geheime geldschieter vijftig euro in de partijkas bewegingskas stort bij iedere nieuwe geregistreerde op de site – dat komen we nooit te weten.

Nee, laten we beginnen door samen gewoon niet op Rita te stemmen.

Opsporing verzocht

De politie vraagt uw aandacht voor het volgende:

Sinds woensdag 12 maart jl. worden in het centrum van Amsterdam twee roestige fietsen vermist. Het betreft een goudkleurige van het merk Gazelle en een zilverkleurige van een onbekend merk. Beide fietsen zijn op dinsdagochtend rond 9.15 uur voor het laatst gesignaleerd op de Zeedijk in het centrum van Amsterdam. De zilverkleurige fiets was bij die regenachtige gelegenheid slechts gehuld in een zwarte tas met een zilveren rand; de goudkleurige had zelfs helemaal niets aan. Wel was op beide zadels een briefje geplakt met daarop de tekst reinigingspolitie svp verwijderen of Verwijderen svp Reinigingspolitie. De geschatte bandenmaat van beide is 25 x 1 5/8 x 1 3/8.

Op grond van deze summiere gegevens hebben wij een compositiefoto van de slachtoffers gemaakt, die wij in het belang van het onderzoek aan u tonen. Het beeld kan als schokkend worden ervaren.

Betrokkenen melden de politie dat de slachtoffers al wekenlang ‘zeer met elkaar verbonden’ en ‘bijzonder op hun plek’ waren, en achten een vrijwillige verdwijning daarom weinig waarschijnlijk. De politie sluit een misdrijf derhalve niet uit, maar tast nog in het duister over het mogelijke motief daarvan.

Opvallend is wel wat daags voordat de slachtoffers voor het laatst gezien zijn een lofzang over de twee verscheen op de alom geprezen website www.iamzero.nl. De politie is een uitgebreid onderzoek gestart naar het mogelijke verband tussen dit artikel en de verdwijning. Ook wordt rekening gehouden met een wraakactie uit de hoek van de reinigingspolitie.

Herkent u deze fietsen, heeft u ze na dinsdag 11 maart om 9.15 uur nog gezien of heeft u andere relevante informatie inzake deze vermissing, neemt u dan contact op met de Politie Zerolanden via 0800 – 0000. U kunt ook anoniem reageren.

Fiets (2)

Er wordt wel eens gesteld dat de dreiging sterker is dan de uitvoering, en het is zeer te hopen dat men daar in fundamentalistische kringen goed van doordrongen is.

Ook mijn dreigement viel vandaag een beetje in het water, waardoor de ongetwijfeld talrijke begroetingen aan mijn adres al waren weggespoeld voordat ik goed en wel met de camera in de aanslag stond.

Niettemin presenteer ik u met gepaste trots de nieuwe huisstijl van de reinigingspolitie: (klik voor groter)

En ja, best treurig dat ik deze beknopte mededeling niet goed heb kunnen onthouden. Het blijkt gewoon een oproep om de reinigingspolitie nu alsjeblieft eens te verwijderen!

Fiets

Halverwege de Zeedijk staan een paar fietsen – dat wil zeggen: de hele Zeedijk staat vol met fietsen, maar halverwege staan er een paar die mij al wekenlang in hun greep houden. Op de zadels is namelijk een briefje geplakt met daarop de tekst Verwijderen svp Reinigingspolitie.

Op zich is het al opmerkelijk genoeg dat de fietsen zo lang hebben overleefd. Behalve het gevaar van de fietsendieven (ben ik door dit stukje nu verantwoordelijk voor een eventuele diefstal, Maxime?) zijn er de middenstanders van de Zeedijk, die ik met enige regelmaat ’s ochtends bij het openen van de zaak een fiets die de ingang belemmert zie verplaatsen naar de collega één portiek verder, die dan ongetwijfeld hetzelfde doet, wie wil er nu geen vrije doortocht naar zijn winkel, en eigenlijk is het dus een godswonder dat er halverwege de Zeedijk überhaupt nog fietsen staan, en niet alleen aan het begin en het eind.

Maar dan dat briefje. Iedere dag kijk ik vertwijfeld in het rond van welke gevel of stoeptegel het reinigen onmogelijk wordt gemaakt door de aanwezigheid van de fietsen, maar afgezien van de enigszins aan het zicht onttrokken amsterdammertjes waar de fietsen tegenaan leunen, lijkt niets in aanmerking te komen. Maar wat het ook kan zijn: waarom verplaatsen de ongetwijfeld respect afdwingende heerschappen van de reinigingspolitie de fietsen niet óók gewoon tijdelijk, om ze weer terug te zetten nadat ze hun grootste reinigingsaandrang hebben gelenigd door deze te botvieren op het beoogde object van onreinheid? Daar zouden de eigenaars, die hun tweewieler nu al wekenlang hebben afgezworen, toch moeilijk bezwaar tegen maken? Zou de reinigingspolitie deze bevoegdheid soms niet hebben?

Ik moet eerlijk zeggen dat ik enigszins op het verkeerde been gezet ben door het amateuristisch ogende briefje: een simpel vierkant wit blaadje op dat onmogelijke formaat van blocnotes waar dan aan de zijkant het logo van de sponsor zichtbaar is als er nog bijna geen blaadjes uit zijn gescheurd, wat gelet op de eerder gememoreerde onmogelijkheid van het formaat ook zelden gebeurt, waardoor het sponsorlogo altijd zichtbaar blijft, ook daar zal wel over nagedacht zijn: hoe geef ik een relatiegeschenk dat sympathiek overkomt maar waar niemand vervolgens gebruik van maakt zodat de naam van mijn bedrijf zichtbaar blijft, nou, zo’n papiertje dus, en dan met rode (dat wel) pen daarop geschreven Verwijderen svp Reinigingspolitie, en vervolgens simpelweg vastgetapet met plakband op een manier waarvan je denkt dat het bij de eerste de beste regenbui los zal laten, maar die inmiddels dus reeds drie strenge winterweken standhoudt.

Ik denk dan eerder aan een nieuw SBS-programma naast die geweldige kerel van de Smaakpolitie (“je had bijna het keurmerk, maar nu zie ik hier een kruimel op je aanrecht, en dat kan natuurlijk niet”) en die Karla Peijs en zus van de Schoonmaakpolitie dan aan een officieel onderdeel van stadsdeel Amsterdam Centrum. De reinigingspolitie blijkt hier helemaal niks te willen reinigen, maar ziet de betreffende fietsen, om overigens onbegrijpelijke en ook niet nader beargumenteerde redenen, aan voor achtergelaten fietswrakken. Welnu, dat valt reuze mee en past mijns inziens ook niet in het beleid van de reinigingspolitie: “In principe is het stadsdeel zeer tolerant naar het parkeren van (brom)fietsen toe.”

Geweldig proza. Zo ook: “Voor het beantwoorden van de vraag of het rijtuig op rendabele wijze weer in rijtechnisch voldoende staat van onderhoud te brengen is, wordt uitgegaan van de dagwaarde van het rijtuig.”

Hoe dan ook, ook met deze nieuwe wetenschap blijven de fietsen mijn gemoederen dus bezighouden. Waarom heeft de reinigingspolitie niet gewoon eigen briefjes met voorbedrukt logo en de tekst Verplaatsen (sympathieker dan verwijderen) s.v.p.? Iedere debiel kan nu zo’n briefje op een willekeurige fiets plakken – best een leuk idee trouwens. En wanneer gaat de reinigingspolitie eigenlijk tot actie over? Wanneer is het geduld op en worden de fietsen (‘desnoods met geweld’) verwijderd?

Mijn werk begint er inmiddels onder te lijden. Collega’s suggereren een andere route en beweren daarbij met een stalen gezicht dat die nog sneller is ook. Kortom, de fietsen moeten weg, óf de briefjes, en een beetje snel graag. Daarom hierbij het dreigement dat ik ze maandagochtend rond 9.15 uur op de foto zal zetten; dan weet ik tenminste zeker dat ze weg zijn.

Mochten ze er nog staan en je bent toevallig in de buurt: zet er even een persoonlijke groet aan de grote nul op.

Zeedijk

Proeflokaal De Ooievaar ligt er verlaten bij, de likeuren (probeert u de Hemel op Aarde eens) strak in het gelid alsof ze in geen tijden beroerd zijn. Even verderop is ook De Barderij nog gesloten, getuige het bordje op de deur, die niettemin wagenwijd openstaat in een ijdele poging de bedwelmende walm van verschaald bier en bovenmatig tabakgebruik te verdrijven – een bij voorbaat vergeefse inspanning gezien het aanstekelijke enthousiasme waarmee het naastgelegen café Verhoeff het smerige volk alweer opzweept tot nieuwe drankgelagen: “WEGENS ENORM SUCCES IS ER WEER BIER!”

In de etalage van de Amsterdamsche Vischhandel (anno 1938, toen we al gewoon ‘vishandel’ schreven, maar laten we de idylle niet al te bruut verstoren) waarschuwen Cock, Elly en Ger in een krijtgeschreven schoolmeestershandschrift op een bordje dat eerder vermeldde dat men voor twee florijnen tien kakelverse haringen kon bekomen, dat de winkel tot 24 september gesloten is in verband met vakantie. Waarschijnlijk weten alle klanten het al, en moeten zij nu uitwijken naar een anonieme visboer, eentje die ze vanaf hun eigen vakantieadres nooit een kaart zouden sturen. Maar Cock, Elly en Ger hebben het verdiend. Bovendien is het het laatste jaar dat de kleine Ger met zijn (of haar?) ouders mee op vakantie gaat.

Of Ger is de poes die altijd in de winkel rondloopt, dat kan natuurlijk ook.

Her en der vinden we middenstanders op een trapleer. Ze zijn bezig hun ramen te lappen of hun gevel te schilderen, in afwachting van de klandizie die zich nog in geen velden of wegen aandient. Maar ze staan stil, de winkeliers, net als alles hier, en de tijd al langer dan vandaag. Een vroeg ontwaakte toerist die denkt dat hij verdwaald is maar het niet is, blikt fronsend in zijn reisgids: is dit nu die bomvolle, gezellige, voor 95% uit eetgelegenheden bestaande toeristenstraat die het boekje hem beloofde, of staat hij hier naar een negentiende-eeuws schilderij uit het Rijksmuseum te kijken?

Wat hij op dat moment nog niet weet, en wat ik ook alleen maar kan deduceren omdat ik in de tussengelegen uren altijd aan het werk ben, is dat er iemand is die iedere dag ergens tussen negen uur ’s ochtends en kwart voor zes ’s avonds met een magische geheime sleutel de Zeedijk aan zet – en de volgende dag ruim voor negenen ook weer uitschakelt.