Avontuur

Groot was de opluchting toen bij thuiskomst uit het werk de poes gewoon in de tuin rondliep. Het was zijn – ik moet eigenlijk zeggen ‘haar’, maar zo’n kat is voor mij per definitie mannelijk, of liever nog: onzijdig – eerste dag alleen buiten geweest, en met al die drukte eromheen moet je er toch niet aan denken dat dat scharminkel zou ontsnappen. Maar de muren waren vooralsnog net hoog genoeg gebleken. Of het terugverlangen naar de serene rust van het oude adres te klein, dat kan natuurlijk ook.

Hoe dan ook, het moet de opluchting zijn geweest die het moment van onachtzaamheid veroorzaakte. Eén raampje net iets te ver opengeklapt en de poes zat op het dak.

Hij keek over de rand omlaag en dacht meteen: “Shit, hoe kom ik hier in vredesnaam af?”
Ik keek over de rand omhoog en dacht meteen: “Shit, hoe kom ik daar in godsjezusnaam op?”

Toen de gammele constructie van trapleer op tuintafel eenmaal stond, bleek het terrein dat door het poezenbeest werd verkend, inmiddels uitgebreid tot enkele daken verderop. Voor de duvel niet bang durfde hij zelfs het huis te betreden van de bovenburen, waar momenteel een stel hele enge Russen vertoeven die ik ervan verdenk in staat te zijn tot hele enge dingen met poezen. Maar aanstalten om naar het baasje terug te keren, ho maar.

Ik kan u verzekeren: je staat knap voor joker, met zo’n pluchen roze speeltje aan een touwtje, bovenop een trapleer bovenop een tuintafel.

Uiteindelijk bleek er toch niks mis met het instinct van het beest. Een van de Russen verscheen in zijn blikveld, en dat was aanleiding voor een heldhaftige sprong naar de veilige haven van de begane grond. Nu maar hopen dat-ie het echt heel erg eng heeft gevonden.

Levensduur


De ontwerper van de iPod, en dan in het bijzonder die van de bijbehorende oordopjes, zou zich bij voorbaat verkeerd om in zijn graf laten leggen bij het aanschouwen van het afgerafelde snoer dat een maand of vier de verbinding was tussen zero’s iPod en diens gehoor. Ik weet nog goed hoe koud het was toen ik de Apple-winkel betrad om uit voorzorg een nieuwe te kopen. Vergeefs, want de oordopjes bleken alleen te koop in combinatie met de o zo nuttige, nooit gebruikte en dus nog prima functionerende afstandsbediening, een banale aanduiding voor de iPod Remote waarvoor Jonathan Ive zich ongetwijfeld eveneens in zijn graf zou omkeren. Uiteindelijk werden het dus nog banalere dopjes, die vervolgens ongebruikt hun garantieperiode zagen verstrijken omdat het gehavende snoer standhield.

Vanmiddag luisterde ik voor het eerst en voor het laatst naar de nieuwe cd van Thom Yorke. Pas na vijf nummers had ik door dat het snoertje nu eindelijk definitief de geest had gegeven. Ik dacht eerst dat het hoorde, die combinatie van geruis, gekraak en steeds vaker wegvallen van het geluid in het linkeroor.

(vraagje tussendoor naar aanleiding van de eerste zin: wat is het tegengestelde van ‘postuum’?)

Het stoplicht

“Je moet er willen wonen”, vond de makelaar destijds, en dat was geen cliché maar een verwijzing naar het nogal drukke verkeer dat op enkele passen van de voordeur voorbijraast. Naar nu blijkt zorgt dat verkeer behalve voor waardevermindering ook voor het nodige vertier. Dat is vooral te danken aan het stoplicht, enkele meters verderop. Zeker met deze tropische temperaturen (én niet ver van Zandvoort) kijk je je ogen uit.

Onschuldig en in groten getale zijn degenen die uit volle borst meezingen met wat de radio hun te bieden heeft. Schuldiger en in niet eens zoveel minder groten getale zijn degenen die hun wijsvinger tot voorbij het tweede kootje in het reukorgaan doen verdwijnen. Vooroordeelbevestigend zijn degenen die een cabrio besturen, alsmede de blondines die hen vergezellen. Zonder uitzondering getuigend van slechte smaak is de weinige muziek die door het vierdubbele glas hoorbaar is. In overtreding zijn degenen die bellen met hun mobieltje in de hand. Stiekem is de forens die mij, als ik om half zes ’s ochtends éventjes niet oplet, berooft van mijn ochtendkrant.

Allen hebben met elkaar gemeen dat zij zich onzichtbaar wanen, een prettige gedachte die op ruwe wijze verstoord wordt zodra zij de man achter het raam ontwaren. De reacties lopen uiteen. De een (zelfs een enkele neuspeuteraar) gaat onverstoord verder waar hij mee bezig was, de ander concentreert zich plotseling bovenmatig op het rode licht in de ijdele hoop dat ik niets gezien heb, en slechts een enkeling geeft zich over aan een besmuikte glimlach en een blik van “dit blijft tussen jou en mij, afgesproken?”.

Nog niet tegengekomen, maar dat is ongetwijfeld een kwestie van tijd, is de brede Harry die de snotneus die het waagt een blik in zijn auto te werpen een kopje kleiner komt maken. Uit voorzorg zit de knip er vast stevig op.