Betr.: Tafel

Geachte heer, mevrouw,

Begin mei (2006, dat wel) hebben mijn vriendin en ik bij uw filiaal te H. een bank en een tafel besteld. Daarbij kwamen de verkoper en wij een alleszins te billijken levertijd van plusminus acht weken overeen. Nog geen twee weken na de bestelling meldde u dat het ‘ondanks [uw] inspanning’ niet ging lukken binnen die termijn. Dat deed u weliswaar op het adres van ons nieuwe huis, dat wij pas een maand later zouden betrekken, maar dat doet aan de stiptheid van de melding natuurlijk niets af.

U ondertekende de brief vertrouwend op ons begrip voor deze vertraging. Daarmee rekende u buiten de waard. Dat de leverancier drie weken gesloten was, kon voor u nauwelijks een verrassing zijn, maar leek ons al helemaal geen reden om de levertijd met zesenhalve week te verlengen. Na enig aandringen bleek dan ook plotseling dat de bank wel geleverd kon worden.

Die bank staat inmiddels, en ik moet u zeggen: het is een juweeltje. Jammer dat het beloofde kussentje niet werd afgeleverd, maar ook kussentjesfabrikanten hebben behoefte aan vakantie, zullen we maar denken. Inmiddels hebben we zelf een kussentje gekocht, dat echter nogal vloekt bij de door uw concurrent ruimschoots op tijd bezorgde eetkamerstoelen.

In afwachting van onze tafel ontvingen wij vandaag een nieuw schrijven uwerzijds. Tot onze grote verbazing lazen wij dat de levering uitgesteld moest worden naar ‘ongeveer eind september’ in verband met een brand in Zevenhuizen.

En wij maar denken dat die exclusieve meubels helemaal uit Italië moesten komen!

Ik weet niet hoe het met uw definitie van ‘plusminus acht weken’ gesteld is, maar voor ons valt 21 weken daar net buiten. Met een beroep op artikel 5 van de leveringsvoorwaarden verklaar ik onze overeenkomst daarom ontbonden, en verzoek ik u per omgaande het aanbetaalde bedrag van € 201, zegge tweehonderdeneen euro, te retourneren op girorekening … t.n.v. zero te H., vermeerderd met de wettelijke rente.

En laat dat kussentje ook maar zitten.

Met vriendelijke groet,

zero.

De linkse media

Van een hoop mensen mag je zeggen dat allochtonen crimineler zijn dan autochtonen; de statistieken wijzen het immers uit. Confronteer diezelfde mensen met cijfers die onomstotelijk aantonen dat LPF stemmen iets is voor lager opgeleiden (meestal druk ik me nog iets onaardiger uit) en je hebt de poppen aan het dansen. Terecht wijst men er dan op dat een politieke voorkeur helemaal niets met intelligentie te maken heeft, en inderdaad, lager opgeleiden hebben helemaal geen baat bij de voorstellen van rechtse partijen. Je moet alleen wel zo slim zijn om dat door te hebben.

Ook journalisten zijn volgens de overlevering zonder uitzondering links. Geen wonder. Journalisten zijn slimme mensen die (dus) bakken met geld kunnen verdienen maar in plaats daarvan een vak hebben gekozen waar nog geen droog brood mee te verdienen valt. Wie zo onbaatzuchtig is, moet haast wel links zijn.

Dat gegeven leidt aan de rechterzijde van het politieke spectrum al snel tot gejeremieer dat de media links zouden zijn (zoals de Marokkaan crimineel). De staatspropaganda van het Journaal zou de Partij van de Allochtonen maar al te zeer in de kaart spelen, om nog maar te zwijgen van dictator Driehuis van Zembla (schuldig aan de val van het kabinet) en al die andere Vara-coryfeeën.

Nou, die linkse propagandamachine heeft zijn werk dan lekker gedaan in de afgelopen jaren, met pas drie kabinetten Balkenende!

Hoog tijd om daar verandering in te brengen, vindt netcoördinator Ton F. van Dijk. Mensen die zo’n tweede initiaal gebruiken, vinden meestal dat ze iets gewichtigs te melden hebben; zo ook Ton F. van Dijk. Hij pleit op zijn weblog voor ook een paar rechts-conservatieve programma’s op de publieke omroep; die zouden voor wat meer pluriformiteit zorgen. Leuk! Discussiëren met Willibrord Frequin over nut en noodzaak van doodstraf en eigenrichting, of met Harry Mens over de onmisbaarheid van de hypotheekrenteaftrek!

Ik zou liever zien dat de linkse media het initiatief nemen in plaats van afstaan; op SBS 6 zijn immers nog een heleboel zetels te winnen. Dus na Hart van Nederland en Hart van Oranje nu ook Hart van Rood met Wouter Bos (‘we brachten een bos rozen naar mevrouw Pietersen, omdat haar zwakke schouder uit de kom was geraakt door te zware lasten’); Jan Marijnissen lijkt me een uitermate geschikt Breekijzer (‘deze meneer heeft zijn uitkering alweer niet ontvangen, tijd om verhaal te halen’), en Femke Halsema kan het presentatieteam van De Heilige Koe verrijken met een openbaar-vervoerrubriek (‘dit model is uitsluitend verkrijgbaar in geel met blauw’).

Uitgeblust

De verjaardag van oma moest vanzelfsprekend ook gevierd worden. En dat betekent natuurlijk onvermijdelijk in een bedompt zaaltje discussiëren met 65- (wat zeg ik? 90-)plussers over ‘die dief’ van een Wouter Bos. Ook hier was nog niet helemaal doorgedrongen dat het idee juist is dat de rijkste bejaarden gaan bijdragen om de AOW van gewone stervelingen ook in de toekomst te garanderen. Of we gaan allemaal langer doorwerken, maar dat argument maakt op de 90-plusser van tegenwoordig verrassend weinig indruk.

Nee, het viel allemaal wel mee, bezwoer me een dame die het allemaal vanaf het begin moet hebben meegemaakt. Dertig jaar geleden zeiden ze ook al dat die AOW-pot leeg zou raken, en hij is nog niet leeg.

Ja mevrouw, dertig jaar geleden had je nog visionairs die dertig jaar vooruitkeken in plaats van dertig dagen.

Nee, en dan de brandweermannen. Die kunnen met hun vijfenvijftigste al met pensioen!

Ja mevrouw, maar het ene beroep is het andere niet. Een brandweerman is op zijn vijfenvijftigste gewoon, ehh… uitgeblust.

Dood

De terdoodverklaring door de LPF van het merk LPF is van een welhaast literaire schoonheid. Het merk Lijst Pim Fortuyn is niet ‘achterhaald’ of ‘afgeschreven’, maar, in navolging van de naamgever, ‘dood’. Ik kan zulk realisme wel waarderen. Het kan haast niet anders of fractievoorzitter Gerard van As (fantastisch intro!) wordt spoorslags opgevolgd door iemand als Simon Kistemaker, want Pim is niet gecremeerd maar begraven.

De nieuwe fractievoorzitter moet snel een knoop doorhakken over de vraag onder welke naam de LPF gaat deelnemen aan de verkiezingen van 22 november.

De naam Fortuyn geldt nog steeds als een pre. Mogelijke alternatieven zijn daarom, aldus [partijvoorzitter] Snel: Lijst Fortuyn; Groep Fortuyn; Nieuwe Fortuynistische Partij Nederland; Fortuyn; Fortuynistische Federatie; en Gecombineerde Partij Fortuyn. De laatste naam kan volgens Snel worden gebruikt als de LPF zou gaan samenwerken met een andere politieke partij.

Ik vermoed dat ook partijvoorzitter Snel zijn naam eer aan heeft gedaan bij het onderzoek naar de merknaam LPF. Haarfijn kun je de analyse dat de naam ‘Pim’ de zwakke schakel is in ‘Lijst Pim Fortuyn’ althans niet noemen. Noem die partij gewoon PIM (Partij voor Immigranten terug naar Marokko) en ze hebben die 26 zetels zo terug. Of beter nog: Leefbaar Pim.

Moordenaar

De hoop dat de vlucht van Poes naar het dak een eenmalige was, was uiteraard vergeefs. Maar gelukkig kent-ie inmiddels ook de weg terug, en horen we af en toe een geruststellend klepperen van het kattenluikje.

Geruststellend, tot Poes op het idee komt Muis uit te nodigen voor een wedstrijdje kat-en-muis rond de stonde van vijf des nachts. De keuze tussen een dode en een halfdode muis in mijn huis leidt na een korte innerlijke strijd tot het laakbare besluit dat ik hoop dat Poes dit spelletje gaat winnen.

Poes draagt Muis naar een comfortabeler plekje in de gang en gaat vervolgens met zijn poot op Muis’ staart staan, een overtreding die onbestraft blijft. Dan gaat muis piepen, haast onhoorbaar maar het gaat door merg en been. Poes laat een paar keer los om weerloze Muis vervolgens weer tot de orde te roepen. Zo gaat het een kwartiertje door. Ik kan het niet meer aanzien en doe de deur dicht.

Dan is het stil, het laatste piepsignaal heeft geklonken. Muis is niet meer.

In de wetenschap dat ik de slaap niet meer zal kunnen vatten, bedenk ik vast hoe ik Muis straks ga opruimen. Ik zie het al gebeuren dat ik Muis op een krant probeer te leggen en hij wegrent omdat-ie helemaal niet dood is en Poes slechts zijn interesse in hem heeft verloren. Die angst blijkt ongegrond als er gesmek aan de andere kant van de deur klinkt. Poes zal toch niet…? Jazeker. Alsof er een zak chips wordt leeggegeten klinkt het gekraak van de botjes – Poes is Muis zelf aan het opruimen.

Als het weer stil is, móet ik wel achter de deur gaan kijken. Een half aangevreten muis, een bebloede bek van Poes, met dat soort beelden kom ik zeker niet meer in slaap.

Achter de deur is alles pais en vree. Er heeft hier niets gruwelijks plaatsgevonden. Poes geeft een kopje, springt op bed en valt in slaap. Even denk ik nog een boertje te horen.