Hirsi Ali

Ik moest ook nog een stukje schrijven over Ayaan Hirsi Ali. Dat zit namelijk zo: ik heb een (grote) broer die nogal gecharmeerd is van deze 37- 39-jarige Somalische Nederlandse statenloze Nederlandse ex-PvdA-VVD-politica. Dat schreeuwt natuurlijk om een toelichting. Zeker als je bedenkt dat hij drie maanden geleden op Maurice de Honds vraag “Op welke partij zou u gestemd hebben als er vandaag verkiezingen waren geweest?” zonder nadenken “Hirsi Ali” had geantwoord.

Maurice zou gezegd hebben dat dat geen antwoord op de vraag was, en zou (mijn principiële broeder kennende ongetwijfeld niet voordat hij een uitvoerig college staatsinrichting had aangehoord) toch maar een streepje achter de VVD gezet hebben, blij met weer een bevestiging van zijn zojuist ontdekte Rita-effect.

En zo is het maar net natuurlijk: een stem op Hirsi Ali was een stem geweest op Rita Verdonk, Hans Ehud, kan ik nog iets voor je betekenen? van Baalen en Anton ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik zeg van Schijndel. Het is net als met Pim Fortuyn: zó’n peer, maar hij zat gewoon bij de verkeerde partij.

U begrijpt, ik ben er niet zo rouwig om dat Ayaan straks gezellig op de kamer zit bij de vrouw van Dick Cheney als ze bij die uitermate sociale Amerikaanse denktank aan de slag gaat. En niet alleen omdat ze toevallig bij de VVD zat, maar vooral vanwege haar weinig constructieve bijdragen aan het enige debat waar ze zich in mengde. Niet dat het ten onrechte was dat de zaken die zij signaleerde in de schijnwerpers kwamen, maar dergelijke kwesties worden niet opgelost door iemand die persoonlijk getraumatiseerd is. Dat is op zich heel tragisch, want ze kon nog zo gelijk hebben (vond ik trouwens ook lang niet altijd), maar het is net zo’n illusie als dat Israël vrede gaat brengen in het Midden-Oosten.

Maar hij is verder best aardig hoor, die broer van me.

Koud

Als je in een bomvolle trein moet staan, word je vanzelf chagrijnig. Als je trein vertraging heeft idem dito. Als je trein extreme vertraging heeft, moet je per definitie in een extreem bomvolle trein staan, met extreem chagrijn tot gevolg. Voeg daarbij de extreme temperaturen die ons teisteren, en je moet niet gek opkijken als de moordneigingen gaan toeslaan bij de geestelijk wat minder bedeelden.

Wonderlijk genoeg is het juist op die momenten – lotgenoten onder elkaar – gemoedelijkheid alom in de trein. Dat is in de gemiddelde Amsterdamse tram wel anders, waar de spanningen tussen passagiers ook hartje winter al snel tot het kookpunt stijgen. Als verzachtende omstandigheid geldt hierbij uiteraard wel de geestelijke achtergesteldheid van de personen in kwestie; treinreizigers zijn nu eenmaal wat ontwikkelder mensen.

Goed.

Misschien droeg ook de nogal prominent aanwezige airco in de trein zijn (airco is mannelijk, I presume) steentje bij aan de gemoedelijkheid. Mensen praatten zowaar met elkaar – één grote klaagzang op de weer- en treingoden, dat wel natuurlijk – en iedereen was blij dat het wachten buiten deze uitermate koele, jazelfs enigszins koude trein voorbij was.

En toen zagen we een man in een meertje zwemmen, de blauwalgen trotserend. We zagen hem allemaal en we fronsten allen onze wenkbrauwen. Die man is gek! Terwijl het hier zo verschrikkelijk koud is, doorklieft die malloot gewoon de ijsschotsen! Eén vrouw werd zelfs bevangen door een heuse rilling.

Een minuut later werden we ontvangen door een uitzinnige menigte die dolgraag naar Amsterdam wilde maar ook heel blij was om ons te zien aankomen. En toen was het weer gewoon 35 graden.

(OK, dat was een uitermate zwakke poging om ook u wat verkoeling te brengen, maar de intercity Haarlem-Maastricht is wel echt een afkoelaanrader. Als-ie rijdt dan.)

Tomaat in komkommertijd

Niet dát Jan Marijnissen deze maand in de Penthouse staat, maar wat Jan Marijnissen deze maand in de Penthouse zégt, was deze week schokkend nieuws. Je bent als politicus echt nergens meer veilig tegenwoordig.

Ik had een heel ander beeld van de inhoud van Penthouse, maar het ging dus over Balkenende en andere vormen van terrorisme. Marijnissen vergeleek de moslimterrorist van tegenwoordig met onze verzetshelden van weleer, en dat schoot in het verkeerde keelgat.

Ja, ik zou ook op mijn pik getrapt zijn door zo’n badinerende vergelijking als ik net 3000 Amerikanen naar gene zijde had geholpen door een vliegtuig in de Twin Towers te laten vliegen, maar de verontwaardiging kwam deze keer niet van moslimzijde. Moslimterroristen lezen de Penthouse immers niet en sparen hun pik voor het posthuum plezieren van 72 maagden.

Nee, het waren onze eigen dappere strijders uit de Tweede Wereldoorlog die zich tekortgedaan voelden. Die zitten kennelijk nog wel altijd met hun neus in de vieze blaadjes, en zoals bekend blijven ze zich fanatiek verzetten tegen iedere scheet die riekt naar verkeerde beeldvorming over hun fifteen minutes of fame – veel meer zijn het er uiteindelijk niet geweest.

Dat noem ik nog eens verzet! Waren ze 65 jaar geleden maar zo standvastig geweest!

Maar van mij mag het journaille zo langzamerhand wel eens een wat kritischer houding innemen tegen dat demente gemompel van H.J. Bussink en consorten. Want wat heeft Marijnissen nu helemaal gezegd?

“Terrorisme is iets van alle tijden en overal, en heeft vaak tot doel het de bezetter zo onaangenaam mogelijk te maken. In de Tweede Wereldoorlog hebben Nederlanders hier gemeentehuizen opgeblazen om zand in de vernietigingsmachine van nazi-Duitsland te gooien – bij de burgerlijke stand stonden de joden geregistreerd. In het Midden-Oosten is het niet veel anders. Het islamitische fundamentalisme, inclusief de terroristische tak, is een reactie op de bezetting van Palestina door Israël, op de Amerikaanse aanwezigheid in het Midden-Oosten, en op de steun van het Westen aan ondemocratische regimes in het Midden-Oosten.”

Daar lijkt me weinig schokkends aan. Maar in komkommertijd is de kleinste tomaat wereldnieuws.

Strand

De een speelt met een bal, een ander met het zand: op het strand van Bloemendaal is altijd wat aan de hand.

Links van je scheldt iemand een volslagen onbekende verrot omdat haar kinderen het gore lef hebben om in het zand te spelen, hetgeen wel eens funest zou kunnen zijn voor zijn strandhuisje, rechts gaat iemand onverstoord verder met zijn half uur durende meditatie, en tussen de rest van tattoominnend Nederland in probeer je jezelf te onderscheiden door een boek te lezen.

Het opvallendst vandaag waren de Duitse Chinezen. Het was sowieso voor het eerst dat ik Chinezen op het strand zag (dat het Duitse waren wekt in de omstreken van Zandvoort minder verbazing), maar als deze hun enthousiasme weten over te brengen op hun landgenoten, kan het nog wel eens echt druk worden aan onze kust. Zeker als ze allemaal zo veel ruimte nodig hebben als deze familie.

Het begon nog tamelijk onschuldig met zo’n plastic uitklapcampingtafeltje met aan weerszijden twee stoeltjes, maar daarna volgde al snel de rest van de uitdragerij, waartoe in ieder geval een parasol, een videocamera op statief en een literfles Maggi behoorden. De rol van die fles is mij tot op het laatst onduidelijk gebleven, maar het is allemaal vastgelegd en binnenkort zal het mysterie ongetwijfeld via YouTube onthuld worden. In ieder geval werd er flink gegeten en gedlonken, een goed voorbeeld voor al die Nederlanders die te lui zijn om een broodje te smeren en te gierig om op locatie iets te kopen. Het scheelde weinig of ze waren nog loempia’s gaan bakken ook.

De kinderen intussen waren nog niet zo ingeburgerd dat zij kuilen aan het graven waren, maar ze waren wel bezig een soort muur te bouwen, toch iets wat Duitsers en Chinezen bindt kennelijk. Het bouwsel van zand zal uiteindelijk weggespoeld zijn door het opkomende water, tot grote hilariteit van degenen die dat later op dag zagen gebeuren in een sneak preview van Hong en Wang en de mysterieuze Maggi-fles.

Hoe dan ook, de Chinezen hadden het goed naar hun zin, tussen de kibbelende en beknibbelende Nederlanders. En ik denk altijd maar zo: als alle Chinezen blij zijn, gaat het goed met de wereld.

Betr.: Tafel (2)

Geachte heer, mevrouw,

Twee weken geleden heb ik u een brief die al in de inkt stond, niet gestuurd. Dat had te maken met mijn persoonlijke voorkeur om geschillen in der minne te schikken, en mijn niet aflatende vertrouwen in de mensheid – al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat de afhandeling van mijn bestelling door uw firma allerminst aanleiding geeft tot zulk een zachtaardige opstelling.

Enfin, gewapend met de leveringsvoorwaarden en uw lachwekkende excuusbrieven verwachtte ik zonder al te veel moeite die tweehonderdeneen euro terug te krijgen van de alleraardigste filiaalhoudster, die er natuurlijk ook allemaal niks aan kan doen. Dat vermoeden werd bevestigd door de begripvolle ontvangst (ik citeer: “Ja, dat kan toch niet? Verschrikkelijk!”) en de belofte dat het bedrag maandag – dan was mevrouw toch op kantoor – zou worden overgemaakt.

Ha, een belofte! Die heeft de firma J. inmiddels vaker gedaan. Geheel volgens traditie bleek ook deze schuld te maken. Ik moet toegeven dat mevrouw Jenci er niet bij vertelde op welke maandag ze het geld zou overmaken, maar alles wees er toch op dat ze afgelopen maandag bedoelde, en die ligt inmiddels een week achter ons.

Dit is nu al de tweede brief die ik u niet ga sturen. Maar zeker nu we bij uw concurrent inmiddels een nog mooiere tafel hebben gekocht, begrijpt u dat we de pecunia die ons rechtmatig toekomen goed kunnen gebruiken. U kunt er ook voor kiezen het geld nog even op uw spaarrekening te laten staan, want zo te zien hebt u al eerder rood gestaan. Maar vergewis u er in dat geval van dat niet alleen de banken hun rente verhogen.
Met vriendelijke groet,

zero.

(ik vrees dat er nog wel een paar episodes zullen volgen…)