Vorig jaar werd uw eigenste zero in het decembernummer van tijdschrift Onze Taal nog tot taalgebruiker van 2006 gekroond door vrouw Roze, maar bij gebrek aan bekenden tussen de ondervraagde prominenten van dit jaar, over wier autoriteit op het gebied van taalvaardigheid overigens te twisten valt, bleek prolongatie van die titel niet mogelijk – of 2007 was niet mijn taaljaar, dat kan natuurlijk ook.
Een van de taalgebruikers die de zes standaardvragen van Onze Taal dit jaar mochten beantwoorden, was Doekle Terpstra. Doekle was ooit van de vakbond, en je zou zeggen dat ze daar stevige woordenwisselingen over het algemeen niet schuwen. Toch was Doekles antwoord op de vraag naar de taalgebeurtenis of -trend van 2007 ‘de ver-Wildering van het taalgebruik in het publieke debat’, terwijl er natuurlijk al vanaf het Pleistoceen wordt geweeklaagd over de verruwing van het taalgebruik. Daarnaast vond Doekle ‘knettergek’, zoals gebruikt door Wilders in debat met Vogelaar, het ergste woord van 2007, en als klap op de vuurpijl noemde Doekle Wilders als beste taalgebruiker van het jaar ‘maar dan wel in de slechtste zin van het woord: hij gebruikt de taal om het debat dood te slaan.’
Onze Taal is een braaf, jazelfs enigszins truttig tijdschrift, gemaakt door een uitstervend ras van hobbyistische taalliefhebbers die vlak na het Pleistoceen zes vragen hebben bedacht die ze sindsdien aan het eind van ieder jaar aan een paar mensen stellen. Wie bij de beantwoording van deze zes brave, jazelfs enigszins truttige vragen drie keer Geert Wilders er met zijn beruchte haren bijsleept, moet wel bijzonder geobsedeerd zijn. Wat heet: luttele dagen later kondigt Doekle een protestbeweging Stop de VerWildering aan.
Zo braaf, zo truttig.
VerWildering is natuurlijk op de valreep het allerergste woord van 2007, compleet met tenenkrommende hoofdletter terwijl die meneer helemaal geen Wilder heet – tenzij Doekle zo ver achterloopt dat zijn ergernis het grove taalgebruik van Gene Wilder in Willy Wonka & the Chocolate Factory betreft.
Ik op mijn beurt zou nu graag The War on Terpstra willen uitroepen. Onze democratie wordt namelijk ondermijnd door terpstraristen die klaar staan om werkelijk alles op te blazen, zelfs de grootste non-issues. In alle geledingen van de samenleving tiert het terpstrarisme welig, zelfs onder vrouwen en jongeren, en ik durf zelfs niet uit te sluiten in uw eigen vriendenkring.
Tegen zijn kan Geert Wilders veel beter zelf. Zelfs tegen Geert Wilders zijn kan Geert Wilders veel beter zelf. Wat we nodig hebben, is een groepering die Geert Wilders niet verwaardigt met welke mening dan ook. De PvdO, de Partij van de O, of van de nul, dat mag ook, die het mooiste woord van het Nederlands (‘O’) in de strijd gooit.
‘Geert Wilders wil de Koran verbieden!’
‘O.’
‘Geert Wilders gaat een film maken waarin hij de Koran een fascistisch boek noemt!’
‘O.’
OK, misschien is dat het antwoord ook niet. Maar alsjeblieft, niet dat terpstraristische theeleutgeleuter over debatten die verziekt worden of groepen die monddood worden gemaakt. Geert Wilders is gewoon een parlementariër die af en toe een abject idee lanceert dat door een volwassen democratie vervolgens eenvoudigweg afgewezen wordt. Als Doekle Terpstra er als voorzitter van de HBO-raad nou gewoon voor zorgt dat de jongeren een beetje fatsoenlijk worden opgeleid, dan lost het probleem zich vanzelf op.
Maar op deze manier heeft Geert Wilders met vijanden als Doekle Terpstra geen vrienden meer nodig.