Allah

Als bij de volgende verkiezingen de PVV verpulverd wordt en links een comfortabele meerderheid behaalt, moet ik nog zien dat ik de straat op ga om met mijn kalashnikov in de lucht te gaan schieten. In de Arabische wereld is dat wel een gebruikelijke manier om een politieke omwenteling te bejubelen; daar heeft iedereen kennelijk een AK-47 naast de schoorsteenmantel staan.

De euforie die zich van de Libiërs meester maakt nu Kadhafi dan eindelijk verslagen is, heeft wel iets weg van de gekte die bij ons zou losbreken als we wereldkampioen voetbal zouden worden (waarmee onze klaagcultuur meteen mooi in perspectief geplaatst is) – met naast dat wapengekletter dit verschil dat wij beschikken over een heel arsenaal aan folkloristische vreugdeliederen als Campeones campeones ole ole ole, Hup Holland Hup of zelfs maar gewoon Holland! [klapklapklap] Holland!, terwijl de Arabieren, van Tripoli tot Damascus, het moeten doen met het sleetse Allah is groot, gevolgd door een nederig salvo kogels in diens richting.

Geen vrouw te bekennen op straat, maar wel veel gewapende mannen die Allah danken voor de revolutie: het geeft mijn vertrouwen in een snelle ontwikkeling van Libië tot een seculiere staat nog niet bepaald een boost. Allah is blijkbaar groot omdat hij de ellende voor het Libische volk heeft weten te beperken tot slechts 42 jaar en de dictator nu eigenhandig heeft verdreven. Alsof niet Britse en Franse gevechtspiloten hun precisiebommen hebben laten vallen op Kadhafi’s hoofdkwartier, maar Hijzelf plaats heeft genomen in de cockpit.

Natuurlijk wordt dan bedoeld dat Hij gewild heeft dat de NAVO een handje hielp en de uitkomst van het conflict heeft bepaald, maar dan nog. Als ik een almachtige God was geweest en blijk zou willen geven van enige arbeidsethos en hart voor de zaak, dan zou ik om te beginnen een clown als Moammar Kadhafi nooit laten bestaan. Sterker nog: ik denk dat mijn fantasie ernstig tekort zou schieten om een dergelijke mafkees überhaupt te kunnen bedenken. Maar goed, met de verbeeldingskracht van opperwezens valt nu eenmaal niet te spotten.

Gesteld dus dat Moammar Kadhafi bestaat en weg moet, uiteraard niet omdat het volk het wil maar omdat ik het wil, dan zou ik hem bijvoorbeeld ook een acute hartaanval of een onbetrouwbare lijfwacht hebben kunnen geven. Of een brainwave waardoor hij plotseling toch uit zichzelf en vreedzaam opstapt. Of in ieder geval iets waarbij niet duizenden onschuldige burgerslachtoffers vallen. En bij voorkeur wat sneller dan na bijna een halve eeuw. Moet dat nou echt allemaal zo ingewikkeld, Allah?

Hij zal er wel zijn voor gewone stervelingen ongrijpbare bedoelingen mee hebben, zoals er ook ongetwijfeld uitstekende redenen zijn om de zaken in Syrië vooralsnog rustig op hun beloop te laten. Het is ook niet het moment om de Libiërs kwalijk te nemen dat zij een hogere macht verantwoordelijk achten voor het werkelijkheid laten worden van het onmogelijk geachte. Maar als de Arabische Lente er straks voor gezorgd heeft dat al die tirannen verdreven zijn, dan wordt het wellicht tijd om ook het opperwezen eens wat kritischer te beschouwen. Het einde van het regime van Moammar Kadhafi lijkt mij daarvoor overigens een belangrijke eerste stap.

Hardleers

Stel je voor dat je een lezing moet houden over het liberalisme en dat je daar zo ontzettend weinig zin in hebt dat je besluit je tekst dusdanig krenkend te maken tegenover D66 en de VVD dat die partijen zich zullen beijveren om het uitspreken van de rede te verbieden. Wie dat probeert, kruipt onwillekeurig automatisch in de huid van een PVV’er, maar zelfs dan is moeilijk voorstelbaar welke aantijgingen nodig zijn om je doel te bereiken. Waarschijnlijk kun je gewoon je gang gaan en word je achteraf voor het gerecht gesleept als je hebt opgeroepen tot geweld; vrijheid van meningsuiting vinden ze namelijk een groot goed, daar bij de liberalen.

Thomas von der Dunk is het afgelopen week wel gelukt de PVV zodanig op stang te jagen dat het CDA en de VVD, want dat is de inmiddels geijkte constructie, zich genoodzaakt zagen die hele Arondéuslezing af te gelasten. Het moet gezegd dat Thomas er aardig zijn best voor gedaan heeft. Hij godwint er als vanouds op los, en rechtvaardigt dat met een fascinerende redenering: de vergelijking met de Tweede Wereldoorlog is zo beladen geworden dat we hem ook niet meer durven te maken als hij terecht is – en nu is hij terecht, dus maakt hij hem. Dat is nog eens een makkelijke manier om recht te praten wat krom is; misschien kan Robert M. nog bepleiten dat de kinderen met wie hij seks had zo veel van hem hielden.

Hoewel het woord ‘censuur’ in de hele lezing niet voorkwam, menen velen dat de interventie van Hero Brinkman en kornuiten het gelijk van Von der Dunk niet minder dan perfect bewijst. Dat is niet helemaal terecht, omdat op dat punt de vergelijking dus niet gemaakt werd. Maar er is wel een ander argument waarmee Von der Dunk de spijker op de kop lijkt te hebben willen slaan, namelijk ‘het gemak waarmee door een deel van de maatschappelijke elite uit politiek opportunisme (..) basale uitgangspunten worden opgegeven en dingen aanvaardbaar, ‘nor­maal’ gevonden worden, die men even eerder nog volstrekt onacceptabel en ondenk­baar had geacht.’

Het is niet geheel duidelijk waarom dit argument niet gewoon op zich kan staan en de NSB er per se met de haren bij gesleept moet worden, maar dat deze normvervaging van toepassing is op de omgang met de PVV moge wel blijken uit het volledig uitblijven van ook maar enige verontwaardiging in politiek Den Haag. Waar de heren en dames politici elkaar eerder deze week nog verdrongen rond de roze microfoon van PowNews om hun gal te spuwen over obligate negers en winstgenererende eskimo’s, schoten zij vrijdag schielijk een Naardense kerk in om zich urenlang onder te dompelen in de Matthäus Passion – om vervolgens via de achterdeur te ontsnappen. Geen overtogen woord over de vrijheid van meningsbeperking waarover de PVV kennelijk beschikt.

Minister Leers doet er nog een schepje bovenop door uitgerekend dit weekend in een interview met het AD te zeggen dat hij die hele Wilders bij nader inzien toch best een plezierige en betrouwbare vent vindt. Gerd heeft er nog eens een nachtje over geslapen en is tot inzicht gekomen. In plaats van naar paaseitjes speurt Gerd vandaag met zijn kinderen naar de asielzoekers voor wie hij destijds als burgemeester in de bres is gesprongen, maar die hij nu voor Geert graag alsnog het land uit knikkert: plezierig en betrouwbaar.

Dat ‘vent’ ook vooral. Het gaat hier om een politicus met, of je het nu leuk vindt of niet, een belangrijke positie. Die noem je een plezierige collega of een betrouwbare politicus, een aardige man desnoods, maar ‘een plezierige vent’ zeg je alleen als je met knikkende knieën over de grond kruipt, laag bij de grond, terwijl het dun langs je benen loopt en je je armen tot het uiterste moet strekken om nog een veer in het achterwerk te prikken bij de man die zo ver boven je staat, en die al zo veel veren in zijn achterste heeft dat je eindelijk begint te begrijpen waarom men het toch altijd over een blonde kuif heeft.

Het is voor Gerd Leers te hopen dat hij zijn interview heeft afgegeven vóór de afgelasting van de Arondéuslezing, en dat zijn voorlichter sindsdien geniet van een lang paasweekend (CDA, nietwaar). Het lijkt er echter meer op dat we het simpelweg nooit leren. We hoeven niet zozeer bang te zijn voor Geert Wilders, alswel voor de bangebroeken door wie hij wordt omringd.

Femke

Het nieuws over het vertrek van Femke Halsema uit de Tweede Kamer is de laatste dagen wat ondergesneeuwd, maar daarom niet minder schokkend. Femke, wat flik je ons nu?

Een half jaar geleden was de keuze nog aan ons: we hadden kunnen aangeven dat we het na twaalf jaar aanhoren van die stem wel genoeg vonden. We besloten massaal anders, en hoewel ik niet tot de 577.126 voorkeurstemmers behoorde, zou ik hen desgevraagd uit volle overtuiging gedogen. Als Gerdi Verbeet van tijd tot tijd een stemvervormer op de interruptiemicrofoon zou kunnen activeren, dan was het helemaal perfect geweest, maar het gaat er natuurlijk om wát er gezegd wordt, en dat zat bij Halsema meestal wel goed.

Zes maanden na de verkiezingen is de keuze aan Halsema om het bijltje erbij neer te leggen. Ze heeft er twaalfenhalf jaar op zitten en vindt daarom dat het genoeg is geweest. Ze heeft GroenLinks niet in het centrum van de macht kunnen brengen en stapt daarom nu op. Of ze kan ’s ochtends niet meer op tijd in de Kamer zijn nu ze haar kinderen naar een andere school moet brengen, waar moeders zonder hoofddoek staan die – help – oeverloze verhalen ophangen. Kan allemaal en doet er ook niet toe: ze stopt ermee.

Laat ik vooropstellen dat het Kamerlidmaatschap mij een dusdanige hondenbaan lijkt dat ik het onvoorstelbaar vind dat er überhaupt lieden zijn die het voor zo’n relatief schamel loon langer dan vier jaar volhouden. Rancuneuze verwijten over kiezersbedrog of wachtgeld zijn grotesk en zult u mij dus niet horen maken. Het is ook niet zo dat ik Femke Halsema geen leven buiten de politiek gun. Zelfs het feit dat ik het meestal wel met haar eens was is niet de voornaamste reden waarom ik haar vertrek betreur. Mijn bezwaar is veel fundamenteler.

Van een buschauffeur verwacht ik dat hij zijn papieren heeft, niet dronken achter het stuur kruipt en mij veilig op de plek van bestemming aflevert. Er zijn er een heleboel die dat prima kunnen, dus als er eentje is die halverwege zijn werkzame leven besluit om zich toe te leggen op het bakken van brood, geen probleem, dan zoeken we een nieuwe buschauffeur. Misschien is er wel ergens een bakker die na twintig jaar deegrollen een keer iets anders wil: in een bus mensen rondbrengen bijvoorbeeld.

Zo’n bakker of buschauffeur is eenvoudig te vervangen, en daarom wordt loopbaanontwikkeling in de meeste sectoren alleen maar aangemoedigd. Maar een veelbelovende wetenschapper die plotseling zijn hersenen aan de wilgen hangt om brood te gaan bakken: niks ten nadele van het bakkersgilde, maar als we daardoor het medicijn tegen AIDS mislopen geeft dat toch een onbevredigend gevoel. En als Wesley Sneijder volgend jaar aankondigt meer tijd aan zijn gezin te willen besteden, dan zullen we nooit weten of (maar wel altijd zeggen dat) we met hem erbij wel Europees Kampioen 2012 waren geworden.

Als er één beroep is waarvan je wilt dat het door de beste mensen wordt uitgeoefend – ja, dat je dat als klant zelfs kunt eisen – dan is het wel Kamerlid. Feitelijk zou het uit eigen wil opstappen van een volksvertegenwoordiger een onmogelijkheid moeten zijn, een contradictio in terminis. Te allen tijde zou je wensen, nee, mogen verwachten, nee, mogen eisen dat alle partijen hun allerbeste spelers op de been brengen. De PVV doet dat bijvoorbeeld ook braaf en komt dus met kermisklanten en tweedehandsautohandelaren – hadden ook kinderverkrachters en huurmoordenaars kunnen zijn.

Van GroenLinks weten we nu dat ze niet in hun sterkste opstelling spelen, en dat geldt natuurlijk al langer voor andere partijen sinds het bon ton is om als politicus aan je gezin te denken. We worden vertegenwoordigd door de tweede, derde of misschien wel vierde keuze – en we weten het. Die wetenschap knaagt, hoezeer de vertrokken individuen ook hun rustige leven gegund is.

Femke, blijf toch gewoon in de Kamer. Het is zo glad als je naar buiten gaat.

Geert (2)

Voordat ik mij vanaf het eind van deze week stort in de uitdaging van Tien dagen zonder een enkele gedachte aan seks – ik doe weer mee aan het Corus Chess Tournament – moet ik eerst even wat post afhandelen.

Te beginnen met meneer E. uit L.K.net, die mij toebeet dat ik in de valkuil was gestapt die Geert Wilders gegraven heeft. Dat is niet zo’n vriendelijke, om niet te zeggen: ronduit beledigende beeldspraak in het geval van iemand die al jaren ondergronds moet leven omdat hij met de dood wordt bedreigd, maar het bleek te gaan om een figuurlijke valkuil die zegt dat je ofwel voor, ofwel tegen Geert Wilders bent.

Deze meneer E. heeft het niet goed begrepen. De kern van mijn hele betoog was nu juist dat er een derde weg is, die je in de gelegenheid stelt om Geert Wilders enerzijds een gigantische mafkees te vinden, maar anderzijds zijn recht om een gigantische mafkees te zijn te vuur en te zwaard te verdedigen. De bedoelde valkuil is niet door Wilders zelf gegraven, maar door een politiek correcte elite die er vervolgens zelf massaal instapt (een selffulfilling pitfall, als het ware) door stelselmatig iedere verdediging van Wilders, op welk vlak dan ook, op te vatten als een inhoudelijke steunbetuiging aan zijn adres, die echter in mijn gehele artikel in geen velden of wegen, niet in of tussen de regels door, te vinden was. Ik begon nota bene met de opmerking dat ik het helemaal niet over Geert Wilders wilde hebben.

Meneer E. beschreef voorts op ostentatieve wijze de mate waarin hij rekening houdt met gelovigen, en hij zei dat het goed was. Meneer E. verdient voor deze invulling van zijn burgerschap alle lof en misschien ooit wel een lintje, vooral voor het feit dat hij in zijn hele verhaal slechts eenmaal het woord ‘respect’ nodig had. Het spijt mij echter te moeten constateren dat ook hier volledig voorbijgegaan werd aan de kern van mijn betoog. We weten natuurlijk allemaal wel hoe we ons fatsoenlijk moeten gedragen, we doen ook allemaal ons best, met wisselend succes, en als we vergeten zijn hoe het ook alweer moest, legt oom Doekle het gewoon nog een keer uit.

Maar als we dan hebben vastgesteld hoe we idealiter met elkaar omgaan, dan kunnen we wel iemand gaan bewieroken die in de tram opstaat voor een bejaarde, maar het is natuurlijk veel interessanter om te kijken wat er gebeurt als iemand zich niet aan die omgangsvormen houdt, en geen rekening houdt met de gevoelens van anderen, of nog extremer: deze moedwillig krenkt. Daar ging mijn stukje natuurlijk over, maar dit werd in de reacties zorgvuldig vermeden.

Volgens mij zijn de opties beperkt. Je kunt zo’n beledigende uitspraak inhoudelijk afkeuren. Je kunt hem op ethische gronden afkeuren. Je kunt de betreffende mafkees verzoeken het in het vervolg wat rustiger aan te doen. Je kunt iets naars terugzeggen. En je kunt zo iemand voor de rechter dagen. Maar alleen als die rechter oordeelt dat de mafkees schuldig is, kun je stellen dat deze zijn uitspraken niet had mogen doen; in alle andere gevallen is de uitspraak rechtmatig, en iedere afkeuring ervan subjectief.

Om mijn punt nog duidelijker te maken, wil ik het u nog sterker vertellen, maar dan moet u wel beloven dat u mij niet verkeerd begrijpt. Denk dus eens na voor u verder leest.

Stel nu eens dat Geert Wilders een bijzonder sterk ontwikkeld fatsoensbesef heeft en daarnaast beschikt over een uitzonderlijk visionair vermogen. Kortom, hij heeft gelijk, en als wij niets doen, nemen de subversieve elementen (wier bestaan hopelijk niet ontkend wordt) het van ons over. Misschien doet Geert Wilders dan wel het fatsoenlijkst denkbare door nu als een bezetene tekeer te gaan. Ik zeg er voor de zekerheid maar even bij dat ik persoonlijk niet denk dat het zo’n vaart zal lopen, ik zie de boze reacties alweer binnenstromen, maar ik vraag me wel af op welke objectieve, en vergeet u dat woord niet als u straks in de comments uw gelijk probeert aan te tonen, gronden men nu kan zeggen dat Geert Wilders zijn toon moet matigen. Ik zou me nog iets kunnen voorstellen bij een stellingname dat het ‘beter of constructiever zou zijn als…’, maar de idiootste reden om idiote uitspraken af te keuren is wel de angst voor nog idiotere reacties (daarom schrijf ik deze stukjes ook gewoon).

En daarom zie ik in Doekle Terpstra ook eerder een doodsbenauwd wezeltje dan een autoritaire schoolmeester die de kiftende partijen tot de orde roept, zoals mevrouw Z.Z. uit A. voor ogen heeft. Als we die vergelijking doortrekken, dan zou dat betekenen dat meester Doekle gezag heeft, en zijn leerlingen naar hem luisteren. Ik zie ze al voor me, twee moslimfundi’s, de een met een plattegrond van Schiphol op schoot, de ander driftig in de weer met rode en blauwe kabeltjes en de montagehandleiding, en dan *plof*, daar valt de Trouw op de deurmat, Moet je nu eens zien, zegt de een, een interessant artikel van Doekle Terpstra van wel twee pagina’s lang, Zoveel tijd hebben we niet, zegt de ander, Ons vliegtuig gaat al om kwart over acht, en de handleiding is nogal onduidelijk, Maar hij heeft zinvolle dingen te melden, die Doekle, laten we verdraagzaam zijn en de boel af- in plaats van opblazen, Goed, dat doen we.

Of begrijp ik het verkeerd en wordt alleen van Geert Wilders verwacht dat hij zich verdraagzamer opstelt?

Zo blijkt maar weer eens hoe relevant het zou zijn als iemand zich bij zijn aanval op Wilders wel zou uitspreken voor diens recht op domme en beledigende meningen en tegen de nog veel dommere en bedreigender reacties van beledigde gelovigen. Het stelselmatige stilzwijgen op dit punt heeft toch iets vergoelijkends. Zou het zo kunnen zijn dat Terpstra c.s. stiekem nog veel banger zijn en denken dat we de dans ontspringen als we iedereen maar te vriend houden? En geef toe, sluiten we niet allemaal af en toe onze ogen voor dreigingen waar we liever niet aan denken, in de hoop dat het dan wel overwaait?

Ik durf dat best toe te geven, en ik kan me zelfs voorstellen dat publieke figuren het verstandig achten om bepaalde opvattingen niet naar buiten te brengen. Maar laten we wel even vaststellen dat er dan iets grondig mis is, en niet zozeer met degene die zo’n kwalijke opvatting toch openlijk uitspreekt, alswel met de waanzinnige types die daar niet mee om kunnen gaan. Als iamzero.nl dus binnenkort weer gehackt wordt, wat ik gelet op gebrekkige beveiliging zeker niet uitsluit, dan mag ik toch hopen dat mij geen enkele blaam treft. Ook in dit stukje ben ik eigenlijk weer heel vriendelijk geweest.

Geert

Lieve mensen, ik wil het dit jaar niet met u over Geert Wilders hebben, dat doen al genoeg anderen, maar over de strijdwijze van zijn tegenstanders. Want Wilders mag dan af en toe idiote ideeën verkondigen, de manier waarop er doorgaans op hem gereageerd wordt, is pas echt staatsgevaarlijk.

Allereerst is daar natuurlijk Doekle Terpstra. In mijn vorige stukje probeerde ik zijn zaaddodend naïef-vredelievende aanval op Wilders nog te ridiculiseren door een willekeurig kamerlid met een nog dommer idee op dezelfde manier te beschimpen. Dat ging natuurlijk over Terpstra, en helemaal niet over Atsma, maar uw reacties beperkten zich tot het weer, en dat is toch wel tekenend.

De aanpak van Terpstra is die van het jongetje op de lagere school dat gepest wordt en dan in een hoek gaat zitten janken dat het niet éérlijk is, dat je niet mág pesten. Daar kun je dan gelijk in hebben, je hebt verdomd weinig aan die constatering, en de aanstichter van het kwaad zal er eerder een schepje bovenop doen dan dat hij in het vervolg wat meer rekening met je zal houden. De oproep van Terpstra leidt dus in het geheel nergens toe, behalve dan tot een weeë zemelsmaak in je mond. En de krant die twee hele pagina’s voor zoiets futiels uittrekt, de eerste twee zelfs, is trouwens misschien toch wel niet de beste van Nederland.

Een andere krant meldt al drie weken lang dat er misschien wel rellen en wereldwijde boycots gaan komen na de uitzending van Wilders’ film over de Koran. Ik weet niet wat de redactie bezielt om dit bericht iedere dag opnieuw te plaatsen, maar het lijkt mij dat degene die het nu nog waagt om stampij te gaan schoppen, echt tuig van de richel is. Ze hoeven echt niet te wachten tot die film uitgezonden is om te weten dat Wilders hun vriend niet is, en de film zal heus geen zoetsappig romantisch drama worden.

Geen enkele aanleiding dus om na de vertoning van dat YouTube-filmpje de straat op te gaan. Toch zal het gebeuren, en de reactie van de terpstraristen zal dan niet zijn dat stokslagen en handafhakkingen op hun plaats zijn, maar vooral dat Wilders wel echt heel erg provocerend bezig is geweest.

‘Je mag zeggen wat je wilt, MAAR…’, dat soort geneuzel, en we weten allemaal dat wat op ‘maar’ volgt, altijd zwaarder weegt. Onzin! Je mag zeggen wat je wilt PUNT. Al tientallen jaren worden de christenen, ik kan ze ook gerust gristenhonden noemen, geen haan die ernaar kraait, op de meest respectloze wijze geschoffeerd, en dat wordt volkomen geaccepteerd, doorgaans óók door de lijdende voorwerpen. Hoe kunnen we dan toch tegelijkertijd blijven volhouden dat Wilders zijn toon moet matigen en dat er met de islam niets aan de hand is?

Wilders zegt dan dat de islam een fascistisch geloof is dat ons bedreigt en dat bestreden dient te worden. De subtiliteit en ook de noodzaak van die woordkeuze is ver te zoeken, maar als je er de weinig smakelijke en door Wilders wat overdreven gedoseerde saus van het populisme afschraapt, blijft over dat zich in onze samenleving enkele subversieve elementen bevinden die de islam als grootste gemene deler hebben. En dat is ineens een analyse die zelfs gedeeld zou kunnen worden door dragers van sokken gemaakt van dieren die men wel op de kinderboerderij aantreft en waar al dan niet mee gecopuleerd is.

Maar daar gaat het dus om: dat Wilders het niet zo mag zeggen. Zijn collega’s die door hem gepest worden, gaan massaal in de hoek zitten janke-balkenende-pruillip-opzetten: ‘Zo praat een politicus niet’. ‘Een kamerlid maakt een minister niet uit voor ‘knettergek”.

Nou, wel dus. Ik bedoel, mijn stijl is het ook niet, maar het valt moeilijk te ontkennen dat we het hier hebben over een democratisch gekozen volksvertegenwoordiger die dus helaas wél zo praat en de minister wél voor knettergek uitmaakt. Dus: deal with it, of zoek een andere baan.

Het gevolg van de oververhitte reacties op iedere scheet van Wilders is inmiddels zelfs dat mensen hun meningen gaan bijstellen uit angst de verdenking op zich te laden dat ze het misschien wel met het Kwaad (© Doekle 2007) eens zijn. Neem nu Geerts mislukte proefballonnetje over het uit de regering zetten van Beatrix na haar mierzoete kersttoespraak. Van de PvdA weten we al een tijdje dat zij uit electorale overwegingen het koningshuis met rust laat, maar dit pleidooi zou normaal gesproken toch op warme belangstelling van verklaarde republikeinen van D66- en SP-huize mogen rekenen. Nee hoor, Geerts uitspraken werden kamerbreed verworpen.

En wie staat er, nu het dreigende zwaard van een internationale boycot boven ons hoofd bungelt, vast op om vol vuur en ondubbelzinnig te verklaren dat hoe verwerpelijk Geerts boodschap ook is, hij wel de vrijheid heeft om deze te verkondigen? Dat wij in Nederland abjecte ideeën verkiezen boven fundamentalistisch geweld van godsdienstwaanzinnigen? Niemand! Een levensgevaarlijke knieval.

Balkenende, maar ja, moeten we het daar dan van hebben, was nog de enige die deed wat je moet doen: de man compleet negeren of, beter, uitnodigen voor een goed gesprek. Jamaar, wordt er dan gepiept vanuit de jank- en pruilhoek, dat heeft toch geen zin want daar gaat hij toch nooit op in. Nee, vind je het gek als er geen enkele sanctie op staat; je hoort er simpelweg niks meer over en Wilders komt er keer op keer mee weg.

Ik weet nog wel een goed plekje op pagina 3 van de Volkskrant, waar nu dagelijks wordt bericht over relletjes die in de toekomst wellicht ooit zouden kunnen gaan plaatsvinden, in plaats waarvan onze minister-president ons er ook dagelijks aan zou kunnen herinneren dat Wilders nog steeds niet heeft gereageerd op zijn uitnodiging. En als Wilders dan over een tijdje weer met een voorstel komt – laten we zeggen dat alle moskeeën in Saoedische olie gedrenkt moeten worden en vervolgens het rookverbod in het huis van Allah moet worden opgeheven – en Balkenende wordt om een reactie gevraagd, dan moet hij dat gewoon niet doen en zeggen: ‘Geert Wilders? Dat is toch die man met die grote mond die altijd weigert om te praten?’

Of zet voor mijn part Geert Wilders op marktplaats.nl (maar dan wel https, in verband met een beveiligde omgeving). Maar in ieder geval, om Rita Verdonk in incorrect Nederlands te citeren: doe wat! – grijp ook eens het initiatief, doe eens iets terug (en niet meteen zo verongelijkt) en laat je niet als een mak schaap onverdoofd naar de slachtbank leiden.

Politie(k)

De wedstrijden Feyenoord-AZ en Ajax-PSV zijn dit weekeinde afgelast in verband met acties van de politiebonden. Een vreemd besluit, omdat in confrontaties tussen supportersgroepen de wedstrijd zelf altijd de enige 2×45 minuten zijn waarin de politiemannen niet hoeven op te treden. Waarom de wedstrijden worden afgelast, en niet de rellen, is dan ook een raadsel, net zoals het een mysterie is waarom de supporters niet als de wiedeweerga een weiland langs de snelweg uitkiezen voor een stevige matpartij nu ze weten dat oom agent met zijn gezin weekend viert op Texel.

De KNVB maakt zich intussen niet populair door de actievoerders bij monde van directeur Henk Kesler als ‘verwende kereltjes’ en ‘gefrustreerde vakbondsbaasjes’ te diskwalificeren. Zo’n hautaine woordkeuze, die bovendien blijk geeft van een weerzinwekkende politieke opvatting die zich weinig gelegen laat liggen aan de meest basale grondrechten in onze samenleving, vraagt natuurlijk om een aframmeling met de wapenstok. Het is dus maar goed voor Kesler dat de agenten juist een rustig weekend hadden ingepland.

Maar goed, de politie is nu nog bozer dan zij al was, en dat doet bij mij de vraag rijzen wie de orde gaat handhaven als dit tot wilde acties gaat leiden.

Kesler heeft natuurlijk wel degelijk een punt. De sterke arm wil er netto 200 euro per maand bij, en omdat dat niet zonder slag of stoot gegeven wordt, gaan ze maar staken. Zo 1917 is dat. En dat terwijl de agenten iedere week gratis naar het voetbal mogen en tijdens de wedstrijd gewoon doorbetaald worden. Ik bedoel: waar vind je dat soort arbeidsvoorwaarden nog?

Het vuile werk opknappen, noemen ze dat dan. En volgens mij tekent zich daar het motivatieprobleem af dat uiteindelijk ten grondslag ligt aan de acties. Het is namelijk gewoon het normale werk van de politie om de orde te handhaven, en op televisiebeelden lijkt het ook altijd alsof ze er best schik in hebben om onruststokende amoebes (of spijbelende jongeren, for that matter) af te rossen. Maar als je dat vuil werk vindt, dan had je geen politieagent maar kantoorklerk moeten worden.

Alsof het dreigende reglementaire verlies en de twee ton schade voor Feyenoord nog niet vriendelijk genoeg waren, volgen er komende week ‘publieksvriendelijke’ acties die ten koste gaan van de schatkist van minister Bos. Ik vraag me af of de vakbonden beseffen van wie die schatkist uiteindelijk is, en hoe publieksvriendelijk de acties in dat licht dan nog zijn. Bovendien is het de vraag of die 200 euro netto via wat omwegen niet uit datzelfde kistje komen.

De politie moet gewoon boeven vangen en niet zelf voor dief gaan spelen, zelfs niet van de eigen portemonnee. Kortom, de KNVB tegen de politie was een dramatisch slecht duel dat geen winnaar verdiende: een bloedeloze 0-0. Volgende week de topper Politie-Ter Horst, vermoedelijk op neutraal terrein.

Identiteit

Als de gemiddelde asielzoeker na zijn eerste Nederlandse les naar je toekomt en vraagt ‘Wat ben jij?’, dan zijn daar uiteenlopende antwoorden op mogelijk. Allereerst zou je een hekelende opmerking kunnen plaatsen over het feit dat onze nieuwe landgenoten door het lerarentekort de Nederlandse taal moeten leren van de eerste de beste vmbo-dropout, en dat hij waarschijnlijk ‘Wie ben jij?’ bedoelde. Maar daarmee diskwalificeer je de (kans)arme asielzoeker bij voorbaat, en dat zou ik persoonlijk een verkeerd signaal zeggen. Ik zou het anders aanpakken.

‘Mbeki,’ zou ik zeggen, ‘in onze pluriforme samenleving meten wij onszelf dagelijks tientallen rollen aan.’ En als Mbeki me dan niet-begrijpend aankijkt, zal ik uitleggen dat ik in de eerste plaats een aantrekkelijk manspersoon ben met wie het aangenaam verpozen is, maar dat het bijvoorbeeld geheel van de situatie afhangt of ik mijzelf jong of oud zal noemen. Overdag noemen ze me senior webredacteur, ’s avonds en in het weekend ben ik als ik daar zin in heb een mediocre weblogger.

Tussen twee haakjes, hier komt de eerste: (schrijf je mediocre echt zo? je leert nog eens wat, in voorbereiding op het dictee haakje sluiten).

Ik ben een schaker, Mbeki, maar zeg dat niet tegen Topalov of Kramnik. Ik ben een fervent lezer en ik houd van bier en van whisky, als je dat soms bedoelt. Ik ben ook wars van opsmuk, maar dat is alleen omdat ik dat zo leuk vind om te zeggen. Of wil je soms weten dat ik nog steeds, ondanks alles, Spartaan ben?

‘Nee, nee!! Bedoel niet!’, zal Mbeki uitroepen, en de wanhoop op zijn gezicht verraadt wat hij wel wil weten. Het maakt voor hem nogal wat uit of hij met Rita Verdonk of Ella Vogelaar van doen heeft. ‘O, als je dat bedoelt, Mbeki, dan ben ik PvdA’er’. Ook daar schaam ik me allerminst voor; er is immers geen enkel zinvol alternatief, of het moest D66 zijn en nou, dan weet je eigenlijk wel genoeg, of GroenLinks, maar dat is lood om oud ijzer, al vinden de GL’ers dat nooit zo leuk om te horen, maar ondanks de brede glimlach die zich op Mbeki’s gezicht zal aftekenen, zal het weer met tegenzin uit mijn mond gekomen zijn: ik ben PvdA’er.

Ik ben lid van de PvdA, ik heb nooit anders gestemd dan PvdA (behalve bij gebrek aan alternatieven overigens ook omdat ik tot op heden nooit de noodzaak heb gezien om het niet te doen), ik ben politiek zeer betrokken, 1+1+1=3 zou je zeggen, maar toch ben ik zoveel andere dingen eerder dan PvdA’er.

Laat ik nu net worden uitgenodigd om op een politiek, links georiënteerd weblog te komen schrijven vanwege het feit dat ik PvdA’er ben. Die hadden ze nog niet daar. Geen wonder, denk ik dan, want wie durft daar tegenwoordig nog voor uit te komen? De salonsocialist is allang niet meer salonfähig.

Het probleem is dat wanneer je zegt dat je PvdA’er bent, je op een of andere magische wijze gehouden bent aan, of op zijn minst verantwoording schuldig voor alle ideologisch onverantwoorde concessies die een partij nu eenmaal doet wanneer zij bij voortduring, en toegegeven, wellicht iets te vaak, vuile handen maakt. De PvdA’er vindt dat die fantastische politieke maar niet militaire steun voor de oorlog in Irak niet meer onderzocht hoeft te worden. Is Trots op Vogelaar (ToV). En juicht het toe dat de topinkomens ongemoeid blijven als daarmee de grootste prutsers tegen ontslag beschermd blijven.

Ik beken pas weer met plezier dat ik PvdA’er ben als dat net zo veel, of liever net zo weinig, betekent als ‘ik ben een schaker’. Tot het zover is voel ik er weinig voor om dingen namens de PvdA of ‘als PvdA’er’ te vinden. Bovenal ben ik volslagen onbekwaam om een ook maar enigszins relevante bijdrage aan welk debat dan ook te leveren; daar heeft de PvdA veel capabeler mensen voor in huis.

Ik heb dus geweigerd, maar ook dat een beetje met tegenzin. En Mbeki, die snapt er helemaal niks meer van.