De Vierde Man van Gerard Reve had een Boekenweekgeschenk moeten worden, maar werd het niet. De vierde man op het voetbalveld had scheidsrechter moeten worden, maar werd het evenmin.
De vierde man is het Boekenweekgeschenk van het voetbalveld. Je krijgt hem er gratis bij, maar met arbitrage (literatuur) heeft hij eigenlijk weinig van doen. Vierde man zijn is een soort Melkertbaan die sinds een jaar of twintig een heuse status heeft. Vroeger moest bij een wissel de grensrechter, die bijvoorbeeld net een corner had geconstateerd, in gestrekte draf naar de middellijn om daar te controleren of de noppen van de invaller wel in orde waren, om vervolgens als de sodemieter weer terug te keren om te kijken of de bal wel op acceptabele wijze in de cornerhoek geplaatst werd.
Dat kon op een gegeven moment natuurlijk niet langer zo. Niet dat er ooit ook maar één grensrechter een invaller de toegang tot het veld ontzegd heeft omdat zijn noppen niet deugden of omdat zijn veters incorrect gestrikt waren, maar het duurde gewoon te lang met die trage grensrechters, zeker als je je bedenkt dat er in die tijd nog geen reclameblokken bestonden om de tijd op te vullen. Een briljante geest bedacht dat de terreinknecht die de borden met de rugnummers van gewisselde en invaller omhooghield ook best de noppencontrole voor zijn rekening kon nemen; de vierde man was geboren.
(Het is me overigens een raadsel waarom het grensrechtersgilde hiertegen niet in het verweer is gekomen. Grensrechters beheersten dit métier veel beter, en gaven de invaller bijvoorbeeld zo’n bemoedigend tikje op de bips van “maak er nog wat van, knul” – dat heb ik een vierde man nog nooit zien doen.)
Gaandeweg heeft de vierde man er steeds meer taken bijgekregen. Zo moet de vierde man erop toezien dat de coaches van beide elftallen niet buiten hun perkjes treden – perkjes die overigens ook ongetwijfeld uit het brein van een vierde man ontsproten zijn – en moet de vierde man alle toeschouwers laten zien hoeveel minuten blessuretijd de eerste man bij wil trekken. Dat laatste overigens zeer tegen zijn zin, want de zeer ambtelijk ingestelde vierde man is van mening dat 45 minuten toch gewoon 45 minuten zijn, en niet de ene keer 46 en de andere keer wel 50.
Ik zou nog wel wat andere klusjes voor de vierde man weten. Laat die man bijvoorbeeld lekker televisie kijken en per geval aangeven of er al dan niet sprake is van buitenspel. Het is net als bij grote bedrijven: investeer in een talentvolle kracht en je kunt er twee ontslaan. Ik vrees echter dat het niet zal lukken. De taakomschrijving is de vierde man inmiddels zo boven de pet gegroeid dat ik heb begrepen dat hij tegenwoordig een assistent heeft: de vijfde man. Of deze vijfde man uitsluitend toezicht houdt op het functioneren van de vierde man, of dat het gewoon Franz Beckenbauer is, weet ik niet, maar ik vraag me wel af waar dit eindigt. Een arbitraal kwintet! Straks is iets pas een overtreding als een twaalfkoppige jury dat unaniem heeft vastgesteld.
Die twaalfde man is er natuurlijk al sinds tijden. En ook die klaagt over toegenomen werkdruk, met al die arbitrale mannen die steeds maar uitgescholden moeten worden.