De ontwerper van de iPod, en dan in het bijzonder die van de bijbehorende oordopjes, zou zich bij voorbaat verkeerd om in zijn graf laten leggen bij het aanschouwen van het afgerafelde snoer dat een maand of vier de verbinding was tussen zero’s iPod en diens gehoor. Ik weet nog goed hoe koud het was toen ik de Apple-winkel betrad om uit voorzorg een nieuwe te kopen. Vergeefs, want de oordopjes bleken alleen te koop in combinatie met de o zo nuttige, nooit gebruikte en dus nog prima functionerende afstandsbediening, een banale aanduiding voor de iPod Remote waarvoor Jonathan Ive zich ongetwijfeld eveneens in zijn graf zou omkeren. Uiteindelijk werden het dus nog banalere dopjes, die vervolgens ongebruikt hun garantieperiode zagen verstrijken omdat het gehavende snoer standhield.
Vanmiddag luisterde ik voor het eerst en voor het laatst naar de nieuwe cd van Thom Yorke. Pas na vijf nummers had ik door dat het snoertje nu eindelijk definitief de geest had gegeven. Ik dacht eerst dat het hoorde, die combinatie van geruis, gekraak en steeds vaker wegvallen van het geluid in het linkeroor.
(vraagje tussendoor naar aanleiding van de eerste zin: wat is het tegengestelde van ‘postuum’?)