29

Live Aid, Bob Geldofs bijdrage aan mijn achtste verjaardag, is alweer eenentwintig jaar geleden. Ik herinner mij nog goed (alsof ik het vergeten was, herinnerde iemand mij er gisteren nog aan dat ik ‘echt alles’ onthoud – waarvan akte) het cadeau van mijn ouders dat jaar: een heuse Olivetti typemachine(tje) met van dat fraaie rood-met-zwarte typelint! Raar cadeau voor een kind van acht, denkt u allicht, maar u moet weten: destijds had ik al hele boeken achter mijn naam staan.

In de middag, het was net zulk mooi weer als vandaag, kwamen vriendjes van school langs om te voetballen, maar daar kon natuurlijk geen sprake van zijn. Er moest getypt worden. De vraag was alleen wat. Het werden de standen van de Tour de France. Gele trui, bolletjestrui, groene trui, witte trui en zelfs nog de rode trui, een zielige trui die toen nog bestond en die de Nederlander Frans Maassen altijd had. Als kind van acht kon ik de lol van gedrogeerde mannen op een fiets kennelijk nog wel inzien.

Jaren later, toen de computer zijn intrede deed, waren er mensen die als een bezetene op het toetsenbord ramden omdat ze een typemachine gewend waren. Ik was er daar een van. Ik was gewoon een van die mensen die de letters op het toetsenbord stuksloegen omdat ze dachten dat dat nodig was om letters op het scherm te krijgen.

Godallemachtig, wat ben ik oud.

Betr.: Tafel

Geachte heer, mevrouw,

Begin mei (2006, dat wel) hebben mijn vriendin en ik bij uw filiaal te H. een bank en een tafel besteld. Daarbij kwamen de verkoper en wij een alleszins te billijken levertijd van plusminus acht weken overeen. Nog geen twee weken na de bestelling meldde u dat het ‘ondanks [uw] inspanning’ niet ging lukken binnen die termijn. Dat deed u weliswaar op het adres van ons nieuwe huis, dat wij pas een maand later zouden betrekken, maar dat doet aan de stiptheid van de melding natuurlijk niets af.

U ondertekende de brief vertrouwend op ons begrip voor deze vertraging. Daarmee rekende u buiten de waard. Dat de leverancier drie weken gesloten was, kon voor u nauwelijks een verrassing zijn, maar leek ons al helemaal geen reden om de levertijd met zesenhalve week te verlengen. Na enig aandringen bleek dan ook plotseling dat de bank wel geleverd kon worden.

Die bank staat inmiddels, en ik moet u zeggen: het is een juweeltje. Jammer dat het beloofde kussentje niet werd afgeleverd, maar ook kussentjesfabrikanten hebben behoefte aan vakantie, zullen we maar denken. Inmiddels hebben we zelf een kussentje gekocht, dat echter nogal vloekt bij de door uw concurrent ruimschoots op tijd bezorgde eetkamerstoelen.

In afwachting van onze tafel ontvingen wij vandaag een nieuw schrijven uwerzijds. Tot onze grote verbazing lazen wij dat de levering uitgesteld moest worden naar ‘ongeveer eind september’ in verband met een brand in Zevenhuizen.

En wij maar denken dat die exclusieve meubels helemaal uit Italië moesten komen!

Ik weet niet hoe het met uw definitie van ‘plusminus acht weken’ gesteld is, maar voor ons valt 21 weken daar net buiten. Met een beroep op artikel 5 van de leveringsvoorwaarden verklaar ik onze overeenkomst daarom ontbonden, en verzoek ik u per omgaande het aanbetaalde bedrag van € 201, zegge tweehonderdeneen euro, te retourneren op girorekening … t.n.v. zero te H., vermeerderd met de wettelijke rente.

En laat dat kussentje ook maar zitten.

Met vriendelijke groet,

zero.

Moordenaar

De hoop dat de vlucht van Poes naar het dak een eenmalige was, was uiteraard vergeefs. Maar gelukkig kent-ie inmiddels ook de weg terug, en horen we af en toe een geruststellend klepperen van het kattenluikje.

Geruststellend, tot Poes op het idee komt Muis uit te nodigen voor een wedstrijdje kat-en-muis rond de stonde van vijf des nachts. De keuze tussen een dode en een halfdode muis in mijn huis leidt na een korte innerlijke strijd tot het laakbare besluit dat ik hoop dat Poes dit spelletje gaat winnen.

Poes draagt Muis naar een comfortabeler plekje in de gang en gaat vervolgens met zijn poot op Muis’ staart staan, een overtreding die onbestraft blijft. Dan gaat muis piepen, haast onhoorbaar maar het gaat door merg en been. Poes laat een paar keer los om weerloze Muis vervolgens weer tot de orde te roepen. Zo gaat het een kwartiertje door. Ik kan het niet meer aanzien en doe de deur dicht.

Dan is het stil, het laatste piepsignaal heeft geklonken. Muis is niet meer.

In de wetenschap dat ik de slaap niet meer zal kunnen vatten, bedenk ik vast hoe ik Muis straks ga opruimen. Ik zie het al gebeuren dat ik Muis op een krant probeer te leggen en hij wegrent omdat-ie helemaal niet dood is en Poes slechts zijn interesse in hem heeft verloren. Die angst blijkt ongegrond als er gesmek aan de andere kant van de deur klinkt. Poes zal toch niet…? Jazeker. Alsof er een zak chips wordt leeggegeten klinkt het gekraak van de botjes – Poes is Muis zelf aan het opruimen.

Als het weer stil is, móet ik wel achter de deur gaan kijken. Een half aangevreten muis, een bebloede bek van Poes, met dat soort beelden kom ik zeker niet meer in slaap.

Achter de deur is alles pais en vree. Er heeft hier niets gruwelijks plaatsgevonden. Poes geeft een kopje, springt op bed en valt in slaap. Even denk ik nog een boertje te horen.

Avontuur

Groot was de opluchting toen bij thuiskomst uit het werk de poes gewoon in de tuin rondliep. Het was zijn – ik moet eigenlijk zeggen ‘haar’, maar zo’n kat is voor mij per definitie mannelijk, of liever nog: onzijdig – eerste dag alleen buiten geweest, en met al die drukte eromheen moet je er toch niet aan denken dat dat scharminkel zou ontsnappen. Maar de muren waren vooralsnog net hoog genoeg gebleken. Of het terugverlangen naar de serene rust van het oude adres te klein, dat kan natuurlijk ook.

Hoe dan ook, het moet de opluchting zijn geweest die het moment van onachtzaamheid veroorzaakte. Eén raampje net iets te ver opengeklapt en de poes zat op het dak.

Hij keek over de rand omlaag en dacht meteen: “Shit, hoe kom ik hier in vredesnaam af?”
Ik keek over de rand omhoog en dacht meteen: “Shit, hoe kom ik daar in godsjezusnaam op?”

Toen de gammele constructie van trapleer op tuintafel eenmaal stond, bleek het terrein dat door het poezenbeest werd verkend, inmiddels uitgebreid tot enkele daken verderop. Voor de duvel niet bang durfde hij zelfs het huis te betreden van de bovenburen, waar momenteel een stel hele enge Russen vertoeven die ik ervan verdenk in staat te zijn tot hele enge dingen met poezen. Maar aanstalten om naar het baasje terug te keren, ho maar.

Ik kan u verzekeren: je staat knap voor joker, met zo’n pluchen roze speeltje aan een touwtje, bovenop een trapleer bovenop een tuintafel.

Uiteindelijk bleek er toch niks mis met het instinct van het beest. Een van de Russen verscheen in zijn blikveld, en dat was aanleiding voor een heldhaftige sprong naar de veilige haven van de begane grond. Nu maar hopen dat-ie het echt heel erg eng heeft gevonden.