De knop om

Trouwe liefhebbers van oeverloos geouwehoer zullen wel even terugschrikken van het maagdelijke wit en de spaarzame woorden op deze pagina. Jarenlang verwees de URL www.iamzero.nl naar een forum waar de voornaamste doelstelling van de bezoekers was om het bij schijnbare overeenstemming zo snel mogelijk weer ergens oneens over te worden – en ook over die analyse zullen de meningen ongetwijfeld verdeeld zijn.

Op zich vaart een forum natuurlijk wel bij zoveel onenigheid, maar de lust om het nog met elkaar oneens te willen zijn verging bij meer en meer (en nog veel meer) gezichtsbepalende aanwezigen. En als dan uiteindelijk de grote roerganger zelve het bijltje erbij dreigt neer te leggen, wordt het tijd voor iets anders.

Vandaar dat het voortaan eenrichtingsverkeer zonder tegengas is op dit adres.

Maar niet getreurd voor degenen die nog niet meningenmoe zijn: praat gerust verder op www.iamzero.nl/forum (ook bereikbaar via de link rechts en de bookmark die je kunt aanpassen).

Groeten

Ter afsluiting van een mail kreeg ik van een collega niet een vriendelijke of hartelijke, maar een ‘digitale groet’. Niet bij wijze van grap van Iemand, maar van een serieuze collega die iets van me gedaan wilde krijgen. Ik werd er een beetje kriegel van, zoals van vakantiekaarten uit Spanje met ‘zonnige groetjes’. I mean, like, duh!

Sowieso vraag ik me altijd af wanneer een groet klein genoeg is om een groetje te worden, en waarom zou je ook meerdere groetjes doen als het ook met één normale groet kan? Helemaal het spoor bijster raak ik van mensen die ‘veel groeten’ doen; wat moet ik me daar in vredesnaam bij voorstellen? Hoe veel dan? En vind je mij dan aardiger dan mensen die je een enkele groet doet?

De digitale groet bleef gelukkig beperkt tot het enkelvoud, maar ik zat wel een beetje in mijn maag met mijn reactie. Een digitale groet terug kon ik in geen geval over mijn hart verkrijgen. Even speelde ik met de gedachte om de ganzenveer van zolder te halen en per postduif een ‘analoge groet’ te retourneren, maar uiteindelijk werd het een traditionele, prozaïsche, saaie, zakelijke, kale ‘groet’.

Toch nog jong

In tegenstelling tot eerdere berichten blijk ik toch nog jong te zijn. Ouderdom, zo ontdekte ik, heeft helemaal niets te maken met je fysieke of geestelijke gesteldheid (krijgt u ook zo’n jeuk van bejaarden die te pas en te onpas declameren dat ze zich nog steeds 18 voelen?), maar enkel en alleen met je gehoor.

Jongeren, immer inventief, maken sinds kort dankbaar gebruik van deze wetenschap. Ze hebben een ringtone ontwikkeld, genaamd The Mosquito, die ouderen niet kunnen horen. Reuze handig als je de ganse dag wilt sms’en zonder dat je leraar het doorheeft.

Nee mensen, geen komkommertijdbericht, het is echt zo. Want terwijl mijn hersenen ineenkrompen bij het horen van het afgrijswekkende piepsignaal, liet het geluid mijn oudere collega’s – toch al gauw zo’n 34 en 37 – volkomen koud, en dat wil dezer dagen wel iets zeggen. Ze hoorden niks, nada, niets.

Dubbel goed nieuws: dit bewijst niet alleen mijn ongekende jeugdigheid, maar ook dat ouder worden zo zijn voordelen heeft. Want wat een afschuwelijk geluid…

Testosteron

“(..) ja, dan mag ik daarnaartoe en dan moet ik er een review over schrijven.”
“…”
“Een review!”
“…”
“Ja, vet hè?”
“…”
“Ja, in die hitte is het best heavy, maar voor de rest gaat het wel rap ja.”
“…”
“Ik heb ook al een paar stukken gepubliceerd. Moet je anders effe op internet kijken. Die site heet testosteron, ken je dat goedje? tes-tos-te-ron, en dan line? Van online? El ie en ee. Puntennel. Ja, dus testosteronline.nl, testoster-online puntennel zeg maar.”
“…”
“Chill. Zeg, maar ik ga nu hangen want ik ben er bijna. Keep in touch hè?”
“…”
“Keep in touch.”

Waarom krijg ik nou nooit zo’n opdracht, om tijdens Angelina Jolie-week gratis naar Over the Hedge te mogen om daar een review over te schrijven?

Antz

Als je last hebt van mieren, moet je één ding niet doen, en dat is mierenlokdozen plaatsen. De naam zegt het eigenlijk al: een mierenlokdoos lokt mieren. Veel mieren. Grote mieren. Reuzenmieren.

Zeer zeldzaam in Nederland? Dan zijn de heren en dames van Wikipedia nog niet in mijn achtertuin geweest. Geflankeerd door gevleugelde kompanen die nauwelijks van bromvliegen te onderscheiden zijn, paraderen ze in groten getale over het tuinpad. Boeddhisten mijden de tuin inmiddels als de pest, want hier drie stappen doen zonder een mier naar gene zijde te helpen, is een godsonmogelijke opgave.

Aan het uit de weg ruimen van ongedierte bewaar ik wel meer slechte herinneringen. Toen mijn moeder mij jaren geleden in vergelijkbare temperaturen als nu een weekje op het huis liet passen, had ik binnen drie dagen maden in de kliko. De keukenprins in mij kon toen niets anders bedenken dan schoonmaakmiddelen om de krioelende menigte uit te roeien. Het lauwwarme bad van (toen nog) Jif, Ajax en WC Eend konden ze inderdaad maar matig waarderen, maar in plaats van een stille dood sterven kropen ze in allerijl omhoog, waarop ik in paniek de bak volspoot met water ‘want zwemmen zouden ze vast niet kunnen’. Maar zie dan maar eens een kliko met 100 liter water in de singel te dumpen…

Passiviteit en berusting dus bij het aanschouwen van de huidige mierenplaag. Ik zou ze natuurlijk een voor een aan een nader onderzoek met het vergrootglas kunnen onderwerpen. De zon biedt zijn medewerking aan dat spelletje volop aan, maar gelet op de smogverwachting (de hoogste van het land) kan ik me maar beter een beetje inhouden.

Vooruitgang

Ter compensatie voor het feit dat ik geen kinderen wil, denk ik wel eens na over hoe komende generaties ons zullen herinneren. Wij denken in de regel nogal neerbuigend over onze voorgangers, die eeuwenlang hebben geloofd in de platheid van de aarde en de geneeskrachtige werking van de aderlating. Lompe boeren waren het bovendien, die middeleeuwers met hun middeleeuwse tafelmanieren.

Vooruitgang, noemen we het ook wel. Iemand als Rembrandt, waar men tegenwoordig nogal de mond van vol heeft, had gewoon een vak kunnen leren in de tijd die hij had bespaard als hij voor zijn Nachtwacht gewoon de beschikking had gehad over een fotocamera in plaats van kwast en verf. Om over al dat geportretteerde werkschuwe tuig nog maar te zwijgen.

Waar we liever niet bij stilstaan, is dat die vooruitgang gewoon doorgaat – vooruitgaat, zeg maar. Je kan er dus donder op zeggen dat wij heilig overtuigd zijn van zaken waar onze achterkleinkinderen ons hartelijk om zullen uitlachen. De dood van God, het gelijk van links: het zijn zaken waarvan je voelt dat het wetenschappelijk bewijs in de lucht hangt.

Komende generaties zullen in ieder geval aan ons terugdenken als een lomp volk dat nog glimlachend in hun paspoort mocht staan. Aan die primitieve praktijk wordt nu, onder druk van vooruitgangsland nummer 1, een einde gemaakt. Dat de oorlog tegen terrorisme bijna vijf jaar moest duren voordat we daar eindelijk achter kwamen!

Maar ere wie ere toekomt: het is toch maar mooi onder Jan Peter Balkenende dat deze laatste verwijzing naar het fenomeen humor uit ons land verbannen is. Leve de vooruitgang!