Uw en mijn belastingcenten

De periode tussen mei en augustus is niet alleen de komkommertijd, maar ook de tijd van oeverloos geweeklaag over de salarissen van mensen met een goede baan. Of het toeval is dat dat samenvalt, weet ik niet, maar het lijkt er wel op dat alle topmannen hebben afgesproken om de publicatie van hun jaarverslag optimaal te spreiden, zodat het volk drie maanden lang schuimbekkend van woede rond kan lopen. Zo heeft de Nederlander het graag.

De NOS is voorlopig de laatste in de rij, en topsalarissen bij publieke instanties zijn altijd goed voor wat extra beroering. En ja hoor, Harm Bruins Slot ging er afgelopen jaar 8% op vooruit; hij inde een wereldschokkende 223.000 euro, nog exclusief 65.000 euro pensioenpremie. Publiek geld! Van uw en mijn belastingcenten!

Het is Holland op zijn smalst: bij Talpa mogen ze voor een godsvermogen voetbalwedstrijden uitzenden in een ondoorgrondelijke volgorde met derderangs commentatoren en om de haverklap reclame, zolang wij er maar niet naar hoeven kijken. Want wij willen met ons bord op schoot zien hoe Tom Egbers eerst Ajax met commentaar van Frank Snoeks aankondigt, zolang die twee dat maar op vrijwillige basis doen.

Nu stond ook in de krant dat Mart Smeets misschien wel heel veel geld had verdiend. Dat was natuurlijk niet zo’n goed voorbeeld, want die staat vrij hoog op mijn lijstje van te onteigenen personen. Maar als die babbelaar werkelijk zoveel verdiende, dan kan ik wel raden wie die andere sportpresentator is met dat brede inkomen… en nee, dat is niet Jack van Gelder.

Hoe dan ook, uit eigen ervaring weet ik dat er bij bedrijven die hun jaarverslag pas in augustus uitbrengen simpelweg veel te veel mensen werken. Over die tekst moet eindeloos vergaderd zijn, en dat doe je niet in je eentje. Dat al die overhead veel meer publiek geld opslorpt dan die enkele directeur, daar hoor je dan wonderlijk genoeg niemand over.

Oorlog

Het is 1 augustus, en dat betekent dat Nederland in een al maanden geleden aangekondigde oorlog verzeild is geraakt. Ik heb het uiteraard niet over onze mannen in Afghanistan, want die zijn vandaag begonnen met het opbouwen van een land, en er is geen grovere belediging denkbaar dan die nobele taak te verwarren met oorlogje spelen.

De oorlog waar ik het over heb, gaat tussen de groenen en de witten. Omdat de groenen de sterkste wapens in handen hebben, zoeken de witten hun heil in burgerlijke ongehoorzaamheid. Met hand en tand verzetten zij zich tegen de nieuwe regels van de bepaald niet ideeënloze ideeëloze Nederlandse Taalunie. Het lijken de Middeleeuwen middeleeuwen wel! Dat zelfs het Genootschap Onze Taal zich bij het verzet aansloot, moet voor de Taalunie een worst case scenario worstcasescenario zijn.

Maar geef ze eens ongelijk! Drie weken lang kijken we naar meedogenloze bombardementen waarbij honderden doden vallen, maar wat bedenkt de Taalunie? Juist, dat de Joden een hoofdletter krijgen. En om consequent te willen zijn moeten ook de Azteken, de Inca’s, de Kelten en de Vikingen er dan een krijgen, maar dat gebeurt vervolgens zonder enig overleg met de betrokkenen, walgelijk gewoon.

De gristenen (rode spelling) komen er zoals gebruikelijk bekaaid vanaf. Het zullen de moslimknuffelaars van de linkse kerk wel weer zijn geweest die ‘hun’ een Suikerfeest hebben gegeven en ‘ons’ slechts een kerstfeest. Maar er is ook goed nieuws: het CDA is op 25 jaar blijven steken. Helaas heeft Jan-Peter inmiddels bekendgemaakt dat zijn club onder de naam Christen Democratisch Appel mee zal doen aan de verkiezingen. En weet u waar ik nou zo bang voor ben? Dat die naam heel goed blijkt te passen bij hun appeltjesgroene uitstraling en de appeltjesrode wangen van Jan-Peter.

P.S. Het blijft gewoon iamzero.

Koud

Als je in een bomvolle trein moet staan, word je vanzelf chagrijnig. Als je trein vertraging heeft idem dito. Als je trein extreme vertraging heeft, moet je per definitie in een extreem bomvolle trein staan, met extreem chagrijn tot gevolg. Voeg daarbij de extreme temperaturen die ons teisteren, en je moet niet gek opkijken als de moordneigingen gaan toeslaan bij de geestelijk wat minder bedeelden.

Wonderlijk genoeg is het juist op die momenten – lotgenoten onder elkaar – gemoedelijkheid alom in de trein. Dat is in de gemiddelde Amsterdamse tram wel anders, waar de spanningen tussen passagiers ook hartje winter al snel tot het kookpunt stijgen. Als verzachtende omstandigheid geldt hierbij uiteraard wel de geestelijke achtergesteldheid van de personen in kwestie; treinreizigers zijn nu eenmaal wat ontwikkelder mensen.

Goed.

Misschien droeg ook de nogal prominent aanwezige airco in de trein zijn (airco is mannelijk, I presume) steentje bij aan de gemoedelijkheid. Mensen praatten zowaar met elkaar – één grote klaagzang op de weer- en treingoden, dat wel natuurlijk – en iedereen was blij dat het wachten buiten deze uitermate koele, jazelfs enigszins koude trein voorbij was.

En toen zagen we een man in een meertje zwemmen, de blauwalgen trotserend. We zagen hem allemaal en we fronsten allen onze wenkbrauwen. Die man is gek! Terwijl het hier zo verschrikkelijk koud is, doorklieft die malloot gewoon de ijsschotsen! Eén vrouw werd zelfs bevangen door een heuse rilling.

Een minuut later werden we ontvangen door een uitzinnige menigte die dolgraag naar Amsterdam wilde maar ook heel blij was om ons te zien aankomen. En toen was het weer gewoon 35 graden.

(OK, dat was een uitermate zwakke poging om ook u wat verkoeling te brengen, maar de intercity Haarlem-Maastricht is wel echt een afkoelaanrader. Als-ie rijdt dan.)

Strand

De een speelt met een bal, een ander met het zand: op het strand van Bloemendaal is altijd wat aan de hand.

Links van je scheldt iemand een volslagen onbekende verrot omdat haar kinderen het gore lef hebben om in het zand te spelen, hetgeen wel eens funest zou kunnen zijn voor zijn strandhuisje, rechts gaat iemand onverstoord verder met zijn half uur durende meditatie, en tussen de rest van tattoominnend Nederland in probeer je jezelf te onderscheiden door een boek te lezen.

Het opvallendst vandaag waren de Duitse Chinezen. Het was sowieso voor het eerst dat ik Chinezen op het strand zag (dat het Duitse waren wekt in de omstreken van Zandvoort minder verbazing), maar als deze hun enthousiasme weten over te brengen op hun landgenoten, kan het nog wel eens echt druk worden aan onze kust. Zeker als ze allemaal zo veel ruimte nodig hebben als deze familie.

Het begon nog tamelijk onschuldig met zo’n plastic uitklapcampingtafeltje met aan weerszijden twee stoeltjes, maar daarna volgde al snel de rest van de uitdragerij, waartoe in ieder geval een parasol, een videocamera op statief en een literfles Maggi behoorden. De rol van die fles is mij tot op het laatst onduidelijk gebleven, maar het is allemaal vastgelegd en binnenkort zal het mysterie ongetwijfeld via YouTube onthuld worden. In ieder geval werd er flink gegeten en gedlonken, een goed voorbeeld voor al die Nederlanders die te lui zijn om een broodje te smeren en te gierig om op locatie iets te kopen. Het scheelde weinig of ze waren nog loempia’s gaan bakken ook.

De kinderen intussen waren nog niet zo ingeburgerd dat zij kuilen aan het graven waren, maar ze waren wel bezig een soort muur te bouwen, toch iets wat Duitsers en Chinezen bindt kennelijk. Het bouwsel van zand zal uiteindelijk weggespoeld zijn door het opkomende water, tot grote hilariteit van degenen die dat later op dag zagen gebeuren in een sneak preview van Hong en Wang en de mysterieuze Maggi-fles.

Hoe dan ook, de Chinezen hadden het goed naar hun zin, tussen de kibbelende en beknibbelende Nederlanders. En ik denk altijd maar zo: als alle Chinezen blij zijn, gaat het goed met de wereld.

Betr.: Tafel (2)

Geachte heer, mevrouw,

Twee weken geleden heb ik u een brief die al in de inkt stond, niet gestuurd. Dat had te maken met mijn persoonlijke voorkeur om geschillen in der minne te schikken, en mijn niet aflatende vertrouwen in de mensheid – al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat de afhandeling van mijn bestelling door uw firma allerminst aanleiding geeft tot zulk een zachtaardige opstelling.

Enfin, gewapend met de leveringsvoorwaarden en uw lachwekkende excuusbrieven verwachtte ik zonder al te veel moeite die tweehonderdeneen euro terug te krijgen van de alleraardigste filiaalhoudster, die er natuurlijk ook allemaal niks aan kan doen. Dat vermoeden werd bevestigd door de begripvolle ontvangst (ik citeer: “Ja, dat kan toch niet? Verschrikkelijk!”) en de belofte dat het bedrag maandag – dan was mevrouw toch op kantoor – zou worden overgemaakt.

Ha, een belofte! Die heeft de firma J. inmiddels vaker gedaan. Geheel volgens traditie bleek ook deze schuld te maken. Ik moet toegeven dat mevrouw Jenci er niet bij vertelde op welke maandag ze het geld zou overmaken, maar alles wees er toch op dat ze afgelopen maandag bedoelde, en die ligt inmiddels een week achter ons.

Dit is nu al de tweede brief die ik u niet ga sturen. Maar zeker nu we bij uw concurrent inmiddels een nog mooiere tafel hebben gekocht, begrijpt u dat we de pecunia die ons rechtmatig toekomen goed kunnen gebruiken. U kunt er ook voor kiezen het geld nog even op uw spaarrekening te laten staan, want zo te zien hebt u al eerder rood gestaan. Maar vergewis u er in dat geval van dat niet alleen de banken hun rente verhogen.
Met vriendelijke groet,

zero.

(ik vrees dat er nog wel een paar episodes zullen volgen…)