Corona

Covid, dan toch

Niets menselijks is mij vreemd, dus ten langen leste ben ik dan toch ook maar geïnfecteerd geraakt met het SARS-CoV-2-virus – net op het moment dat alle antivax-Neanderthalers weer massaal uit hun holen zijn gekropen om de najaarsgolf die iedereen van verre aan zag komen kritisch te bevragen met verfrissende observaties waarvan de meeste nu al ruim twee jaar volledig weerlegd zijn.

Het zou merkwaardig zijn om als bescheiden pandemiechroniqueur deze belangwekkende gebeurtenis niet te boekstaven, al was het maar om het onderwerp waar verder alles wel over gezegd is af te sluiten. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik (anders dan over de vaccinatie) maar zeer matig te spreken ben over dit hele infectiegebeuren. Behalve de zelftest is er bar weinig positiefs te melden, of het moet de constatering zijn dat ik mijn leven tot op heden voortreffelijk heb ingedeeld door nog nooit te hebben genetflixt, waardoor ik nu wat over heb om naar te kijken; dat bevalt een stuk beter dan de oeverloze stroom aan Tel Sell-reclames en afleveringen van Seabert die ik in mijn tienerjaren bij ziekte moest bingen.

Voor het overige is de malaise langdurig ende algeheel. Er is weliswaar geen koorts (meer), geen nare kuch, geen hoofdpijn en nauwelijks verkoudheid, maar het lichaam brandt, het zeurt en het trekt op een manier die duidelijk anders is dan anders; mysterieus welhaast, ongrijpbaar als een onzichtbare inbreker die je huis leegrooft. Misschien is dat (en dat netflixen natuurlijk) ook wel de reden waarom ik nu al bijna een week lang iedere ochtend in een bad van zweet ontwaak; steeds geringer, dat wel gelukkig.

Het mantra mag dan zijn dat we corona alleen samen onder controle krijgen – ik krijg toch sterk de indruk dat het opruimen van dat virus in dit geval toch vooral van mij moet komen. Sowieso: we zijn in Nederland nu met meer dan 17 miljoen, maar van de meesten hoor je gewoon helemaal niks op dit soort momenten. Die campagne kan Ernst Kuipers dus ook gevoeglijk door de plee spoelen.

Als we nog aan bron- en contactonderzoek hadden gedaan – weet u nog wel, van toen we nog weleens wat ondernamen om het virus onder controle te houden – dan had ik gezegd dat ik, samen met ten minste twee anderen, ik zal u de namen en telefoonnummers straks doorgeven, besmet ben geraakt op zaterdag 8 oktober 2022 tussen 19.43 en 22.27 uur, voorafgaand aan of tijdens het concert van de Britse band Suede in de Oude Zaal van poppodium Melkweg, gevestigd aan de Lijnbaansgracht 234a te Amsterdam, op ongeveer rij zeven recht voor het podium, iets naar rechts, en/of bij de bar waar ik mij, ik geef het maar toe, binnen de genoemde tijdsspanne regelmatig vervoegde, en/of bij de toiletgelegenheid die ik bijgevolg diende te frequenteren, zij het dankzij de uitmuntende staat van mijn blaas slechts eenmaal, en wel tussen 21.19 en 21.22 uur, zozo, een flinke plas hoor ik u denken, maar wat wil je met al dat bier, ik zag in de tussentijd minstens drie nieuwe heerschappen naast mij verschijnen en weer beteuterd, ehm, afdruipen – maar inmiddels kan ik gerust volstaan met de melding dat de besmetting hoogstwaarschijnlijk plaatsvond tijdens een concert.

Eigen domme rotschuld, met andere woorden. Je hoort mij dan ook niet mopperen over externe omstandigheden, al zou ik die klootzak die achter ons doodleuk om de haverklap stond te niezen nog wel eens willen spreken (benieuwd wat zijn favoriete nummer was).

Bovendien behoorde het optreden tot de allerbeste die ik ooit heb bijgewoond. “Het was het meer dan waard”, is dan al snel de consensus. Dat was het ook, maar het is wel voer voor allerlei (hopelijk) filosofische kwesties. Is het met terugwerkende kracht nog steeds zo leuk als jij, of iemand anders, blijvende klachten overhoudt aan zo’n bezoek? En hoe groot is zo’n klootzak dan wel niet die daar zijn bacillen staat rond te blaffen? Aan de andere kant: zou je zelf wegblijven van iets waar je maandenlang naar uit hebt gekeken, als je slechts wat loopt te snotteren, maar de zelftest nog negatief uitslaat?

Er was een tijd dat de overheid dit soort dilemma’s voor ons oploste. Laat het aan ons over en we kunnen de kleinste verleiding niet weerstaan.

Nieuwe stukjes in je mailbox?

Meld je aan en ontvang een mailtje bij elk ei dat gelegd is.
Loading

13 gedachtes over “Covid, dan toch”

  1. Beterschap met je covid-19 perikelen.
    Ik heb sowieso een gloeiende hekel aan mensen die in tram of bus naast of tegenover mij zitten en hoesten, snotteren en niezen. Dat had ik al voor corona. Deze hekel is ingegeven door een andere: ik haat verkouden zijn. Ik weet het, het stelt niets voor, het gaat gewoon vanzelf weer weg, maar wat heb ik een hekel aan verkouden zijn.
    Toen zag ik op tv een Chinese mevrouw die aangaf dat het idee van mensen in het westen dat het in China veel gedragen mondkapje alleen i.v.m. de luchtvervuiling in de steden wordt gedragen, niet juist is. Men draagt in China ook een mondkapje als men verkouden is, vanuit het oogpunt anderen niet te willen besmetten. En dan ben ik op dit punt onder de indruk van ‘het rekening houden met anderen’ van de Chinese burger.

  2. Herkenbaar vervelend, die COVID. En ook herkenbaar vervelend: zo’n hoestende gast in je buurt.

    Fijn dat je er weer bent maar, zoals anderen ook opmerkten, het is echt belangrijk om goed uit te zieken! Een voorspoedige en volledige beterschap gewenst 🍀

  3. Wat heb ik je gemist.
    Maar allereerst beterschap.
    Morgen weer een booster halen.
    Wel cynisch dat jij, rondom gevaccineerd, het oploopt
    Groet,
    Rob

  4. Het moment die je wist die zou komen, is eindelijk hier. 🎶 Het kan echt wel een tijdje duren, heel irritant, maar als je geen long COVID krijgt, is een dag dat je denkt: hé, ik ben er weer. En dat is ook fijn. Beterschap!

  5. Beterschap. Je kan een tijdje moe blijven. Maar het komt goed. Tijdje niet geschreven trouwens. Leuk om weer iets van je te lezen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *