Iedereen kent ze wel, de filmpjes van de zwemmer uit Equatoriaal Guinea die in het tempo van Sybrand Niessen op een dinsdagochtend in het Sportfondsenbad baantjes trok in het Olympisch zwembad, of de Ghanese skiër die voor het eerst echte sneeuw zag maar zich toch met ware doodsverachting van een berg stortte om zijn Olympische droom in vervulling te laten gaan. We kijken er met een mix van vertedering en ongemak naar, zonder er echt bij stil te staan hoe het eigenlijk kan dat het Afrikaanse continent, ondanks het fysiek van zijn inwoners, zo weinig medailles bij het zwemmen ophaalt. Meedoen is belangrijker dan winnen, of zo.
Dit jaar deden twee heuse kamelendrijvers uit Eritrea en Algerije mee aan de Olympische wielertijdrit. Het is de vraag of deze Amanuel ‘Koning van het Mulle Zand’ Ghebreigzabhier en Azzedine Lagab, alias de Woestijntijger, zich niet beter voor het mountainbiken had kunnen inschrijven; nu moesten zij hun geluk beproeven op het asfalt, en dat ging natuurlijk voor geen meter. Al spoedig werden beide heren ingehaald door de achter hen gestarte Duitser Nikias Arndt, na een handige tip van diens coach, Patrick Moster: “Haal ze in, die kamelendrijvers!”
Het hoeft geen verbazing te wekken dat deze uitspraak meteen enorme ophef veroorzaakte. Hierbij moet als verzachtende omstandigheid wel aangemerkt worden dat zo’n coach in een split second aanwijzingen moet geven; zijn pupil flitst werkelijk voorbij, en dan heb je geen tijd voor een rustig gesprek:
“Hé Nikias, alles kits? Zeg, ik stel voor, als je je daarin kunt vinden, dat je die mensen daar voorbij rijdt.”
“Wie, die in dat driedelige pak?”
“Nee, die met die helmen op.”
“Je bedoelt die daar dat brandje staan te blussen?”
“Nee, die op de fiets, die net nog vlak voor je reden op de weg.”
“O die! Oké coach, ik ga het proberen.”
Het moet allemaal snel en to the point, zoveel is duidelijk. Arndt begreep door de niet mis te verstane boodschap van zijn coach direct hem te doen stond: inhalen, die kamelendrijvers. Toch is het wat merkwaardig om hier de beroepen van de mederenners bij te halen; je moet maar net weten dat deze twee de kost verdienen door in de woestijn met een stel kamelen rond te banjeren. Had het Germaanse wielertalent niet beter een paar rondjes extra kunnen trainen dan de broodwinning van al zijn concurrenten in het hoofd te stampen? En wat als hij niet net toevallig achter de twee kamelendrijvers had gereden, maar achter een van de talloze ict-consultants? Dan had hij een waardeloze aanwijzing gekregen.
Bovendien, wat is het ook voor aanmoediging voor een wielrenner, om anderen in te halen? Heeft die jongen zo veel last van concentratieproblemen dat hij na een paar kilometer fietsen vergeet wat de bedoeling is? Dit is net zoiets als een bondscoach die zegt “Vort, Memphis, geef een trap tegen het leder opdat het tegen de touwen eindige, voorbij die spaghettivreter!” (toegegeven, niet het allerbeste voorbeeld want misschien best nuttig om eens uit te leggen).
Waarschijnlijker is dat de Duitse coach slechts een goedbedoelde waarschuwing aan zijn pupil mee wilde geven. Zo’n knul leest natuurlijk ook wel eens een krant en weet dat het passeren van Eritreeërs en Noord-Afrikanen de nodige risico’s met zich mee kan brengen. Maar kom op, jongen, als je kans wilt maken op eremetaal zul je ze toch voorbij moeten gaan. Inhalen, die kamelendrijvers!
We kunnen nu die arme Duitse coach wel gaan kapittelen, maar dit gebeurt natuurlijk al aan de lopende band. Wie een olympische droom koestert, moet nietsontziend te werk gaan. Dafne Schippers kon die knetterstonede rumzuipende reggaefreak toch zeker wel achter zich houden? “Peddel die linksrijdende bleekscheten voorbij!”, roept de stuurman van de Holland Acht steevast. En gisteren nog, de Japanse judocoach: “Werp die superspreadkaaskop op de rug!”
Achter Nikias Arndt reed Tom Dumoulin. “Godverdomme, Tom”, riep zijn coach, “die rotmof gaat er met je fiets vandoor! Erachteraan, wat ik je brom, en zorg dat je je Fahrrad zurückbekommt. Und später auch noch dein Radio!”
Daar hoor je dan weer niemand over. Dumoulin werd tweede. De tijdrit werd overigens gewonnen door een Sloveen. Geen coach die daar iets generaliserends over kon verzinnen.
Het valt niet altijd mee. Bijvoorbeeld om de inpandige video te bekijken. Daartoe wil meneer Google een kopie van mijn identiteitsbewijs of een cent die wordt afgeschreven van mijn non-existente kredietkaart.
Fraai is dat! Meteen censuur erop. De video die er nu staat, mag kennelijk (nog) wel door kinderen bekeken worden.