Het begon, kort na de uitbraak, allemaal met een gereedschapskist in de strijd tegen het coronavirus. Gisteren bleek dat daar een grote, lompe hamer in zit, die hopelijk groot genoeg is om minuscule druppeltjes en aerosolen mee plat te slaan. In de tussentijd zijn met die hamer een gammele app en een dashboard gebouwd; daarna is een dito escalatieladder in elkaar getimmerd, die nu is opgelierd tot routekaart.
Na een half jaar crisis beginnen we met zijn allen wel wat persconferentiemoe te worden; sommigen vinden zelfs ronduit dat het kabinet moet oplieren. Het trucje kennen we zo langzamerhand wel: een dag voor de persco worden de maatregelen in de week gelegd (in vakjargon: uitgelierd) om te kijken wat de mensen ervan vinden; Xander van der Wulp mag vlak voor aanvang raden wat Rutte zal gaan zeggen, waarna Rutte de voorspelde maatregelen een voor een opliert, waarna Xander ze nog een keertje mag samenlieren, met als gevolg dat de maatregelen helemaal uitgekauwd en opgelierd zijn nog voordat ze goed en wel in werking treden.
Het is nog nauwelijks voorgekomen dat de vooraf gelekte maatregelen ook maar enigszins zijn aangelierd naar aanleiding van wat uitgelierd is. Wat dat betreft zou het kabinet beter niet de voorgenomen maatregelen, maar de voorgenomen woordkeus en beeldspraak in de persconferentie van tevoren kunnen uitlieren. Nu kan het gebeuren dat de premier het na een half jaar nog steeds heeft over ‘oplieren’ zonder dat hij weet waar hij het over heeft. Anderhalve week geleden zei hij op een partijbijeenkomst bijvoorbeeld dat de VVD met Klaas Dijkhoff als lijsttrekker alleen maar zou kunnen oplieren – drie dagen later maakte Dijkhoff zijn vertrek uit de politiek bekend.
Het laat zich raden waar dit te pas en te onpas incorrecte gebruik van ‘oplieren’ vandaan komt. Rutte groeide op in Den Haag, onder de rook van De Lier, waar hij veel in het huishouden moest doen. ‘Mark, lier jij de aardappelen nog even op?’, vroeg zijn moeder dan. Op school kon hij aardig lieren, maar hij werd erg gepest omdat hij geen piano of viool maar lier speelde. Uiteindelijk heeft hij zichzelf opgelierd, en als dan zo’n klier tegen hem zei: ‘Lier op!’, dan zei hij: ‘Lier zelf op! Gewoon je lier houden!’. Op een zekere winteravond kwam het inzicht, en sprak hij met een brok van zo’n hete, opgelierde aardappel in zijn keel: ‘Moeder, ik ben er zeker van, ik word klassiek lieraal.’
De rest is geschiedenis; we zijn er met zijn allen ingelierd en vandaag is Mark Rutte op de kop af tien jaar onze minister-president. Critici zijn niet altijd even lyrisch, maar dat interesseert Mark geen lier. Zijn premierschap liep aanvankelijk als een lier, tot Nederland werd opgelierd door het coronavirus. Nu liert laait het virus weer op en ligt de lier, het gemiddeld aantal besmettingen per 100.000 inwoners zoals gemeten in De Lier, rond de 50. De maatregelen worden opgelierd, dat is logisch. Maar intussen zitten we opgelierd met een lier die blijft lieren over ‘oplieren’, en dat liert ons geen lier. Is Rutte niet een beetje opgelierd? Het gevaar ligt op de lier dat het volk, autochtoon of Somaliër, de vingers in de oren stopt en heel hard ‘lierlierlierlierlier’ gaat lieren.
Het tegenovergestelde van oplieren is aflieren, maar daarvan is op de routekaart nog geen sprake. Toch zou ik een dringend advies aan onze Grote Lier willen geven – geen plicht, dat zou wat belierend zijn – om het gebruik van ‘oplieren’ met spoed af te lieren.
Mooi goed en helder artikel. Ondertussen ben ik wel benieuwd wat mijn oud-collega “Pieter van Lierop” van dit artikel vindt.