Zijn handen zoeken steun bij een kastje en mijn arm, en met een ultieme krachtsinspanning lukt het hem om overeind te komen. Dan volgt onvermijdelijk het trillen. Het zoeken naar evenwicht, het zoeken naar een restje spierkracht, en de onzekerheid of de benen, die alweer een tijdje niets hebben gedaan, nog wel zullen gehoorzamen aan de opdrachten van boven. Voor de toeschouwer lijkt het alsof hij is vergeten hoe het ook alweer moet, lopen.
Het lukt om een pasje opzij te schuifelen, en dan nog een en dan nog een. Eenmaal in beweging gaat het altijd wat beter.
‘Waar wil je heen, pap? Wil je naar de badkamer?’
‘Nee, gewoon een paar stapjes zetten.’
De drie pasjes opzij worden teruggezet, en dan laat hij zich weer op het bed zakken. Dat was het dan, de workout voor vandaag. Hij moet ervan bijkomen alsof hij zojuist de marathon heeft volbracht.
Een zware deken van hitte en somberheid ligt over de kamer. Buiten is het benauwd; in de verte zijn in de druilerige regen nog wat kinderen aan het spelen.
Dan komen de tranen.
‘Het moet voor jou toch vreselijk zijn om je vader zo te zien.’
Ik kijk naar mijn vader, naakt in al zijn kwetsbaarheid. Voor schaamte is allang geen plaats meer. Het valt niet te ontkennen dat het moeilijk is hem zo te zien, maar het moet nog vele malen vreselijker zijn om hem te zijn op dit moment, gevangen in dat lichaam dat van binnenuit wordt aangevreten. Het nimmer aflatende optimisme waarmee hij zijn ziekte jarenlang heeft weggelachen, heeft plaatsgemaakt voor berusting, en het begin van acceptatie van het onvermijdelijke. Er zit ook weinig anders op; de verdediging is in puin geschoten.
‘Ja joh’, verzucht hij als we alles wat er te zeggen valt gezegd hebben.
‘Ja’, zeg ik dan maar. Soms ben je gewoon uitgeluld.
En hij weer: ‘Ja.’
Het lichaam is verworden tot een (nauwelijks nog) wandelende chemiefabriek, waarin de bijwerking van het ene medicijn bestreden wordt met het andere, dat weer bijwerkingen met zich meebrengt die tegengegaan worden met het volgende. Maar het is nog steeds een mooi lichaam, zoals een gebouw in verval ook zijn schoonheid kan behouden. De verf is afgebladderd, de kozijnen verrot, en de elementen hebben inmiddels ook vrij spel op het interieur. Maar het karakter blijft, en komt nu misschien zelfs juist nog sterker aan de oppervlakte.
Alles toont hier de sporen van een slopend gevecht op leven en dood, dat zich inmiddels over een periode van zo’n twee decennia uitstrekt. Op de buik een littekenbreuk die herinnert aan die eerste operatie, rond de eeuwwisseling. Een buikwandcorrectie werd jarenlang door de artsen afgehouden – naar later bleek omdat zij zo’n cosmetische ingreep volstrekt overbodig achtten voor iemand die er over een paar jaar toch niet meer zou zijn. Dat was buiten mijn vader gerekend. Als een kat negen levens heeft, heeft hij er twintig.
Talloze medicijnen, diverse hormoonkuren en negenentwintig chemokuren hebben zijn lichaam gered, gesloopt en ingrijpend veranderd. Twee behandelingen met radium waren de laatste reddingsboei én aanslag.
De volgende ochtend wacht een veel zwaardere workout. Er staat bloedonderzoek in het ziekenhuis op het programma, en om daar te komen zal hij toch echt de trap af moeten.
‘Eerst even naar de badkamer.’
‘Moet je poepen?’
Nee, hij wil zijn haar kammen. Goedkeurend bekijkt de zieke man zichzelf in de spiegel. ‘Stuk beter zo.’
’s Middags brengt de oncoloog het slechte nieuws. De bloedwaarden zijn zodanig dat een nieuwe behandeling onverantwoord is. We weten wat dit betekent, en het blijft niet onuitgesproken.
‘Maar toch hè. We zitten zo gezellig te kletsen, en als ik zo lig, heb ik geen pijn.’
Zijn vrouw en ik wisselen een blik van ongeloof uit.
‘Ja joh.’
‘…’
‘Ja.’
‘Ja.’
‘Ja.’
Sterkte Bart, voor je vader, voor jou, je broer en andere dierbaren. Je hebt het mooi opgeschreven.
Mooi geshreven Bart, het is zoals het is. Ik heb er geen woorden voor
Bijzonder en knap hoe je dit onder woorden brengt Bart. Veel sterkte voor jullie in deze moeilijke periode.
Jeetje Bart, ik weet nog toen ie voor het eerst ziek werd. Toen was de prognose niet zo hoopvol. Maar dat gold gelukkig niet voor je vader. Hij heeft zeker 20 levens. Sterkte voor jou en Hans.
Sterkte, Bart. Voor jullie allemaal.
Zo vreselijk voor hem. En niets kunnen doen wat hem er weer bovenop brengt.
Sterkte jongen….fijn dat je bij hem kan zijn.
Heel mooi verwoord Bart.
Mooi beschreven. Het leven is niet altijd makkelijk. Sterkte.
Sterkte Bart. Fijn dat je dit doet voor je vader.
Hoi Bart, dit is zo mooi geschreven dat ik er stil van word heel veel sterkte dit heb ik pas mogen lezen.
Sorry Bart Het is wat anders overgekomen maar aangezien ik het in moet spreken komt het wel eens anders over Conny van huuksloot
Zo mooi.