Burgemeesters hebben het er maar druk mee, alle boze burgers die in deze tijden van thuisblijven de straat op willen voor de goede of de minder goede zaak. Ook gisteren was er weer een merkwaardige samenkomst van mensen, of mensachtigen – virologen vermoedelijk – die met een beroep op de cijfers van het RIVM eisten dat de maatregelen van het RIVM met onmiddellijke ingang stopgezet worden, of zoiets.
De bestuurders worstelen zichtbaar met de aanpak van de betogers, die zich doorgaans maar matig aan de afstandsregels houden. Niet ingrijpen maakt die maatregelen tot een wassen neus; wel ingrijpen wakkert de woede van de aanwezigen alleen maar verder aan. Bovendien is het nu elke week wel een paar keer raak; je moet als demonstrant inmiddels stad en land afreizen om je punt te kunnen maken. Dat kan een stuk efficiënter, en in coronatijd is dat hoog nodig ook.
Bij de UvA deed men afgelopen week een goede poging. Een #metoo-schandaal, aan het licht gebracht door NRC, wekte begrijpelijkerwijs de woede van velen. De organisatoren van een demonstratie echter vroegen behalve aandacht voor sociale onveiligheid óók om het ontslag van de betreffende docent, het aftreden van het College van Bestuur en de decaan, nieuwe klachtenregelingen, de afschaffing van alle vormen van hiërarchie, de dekolonisatie van het onderwijs, een vast contract voor alle docenten, halvering van het collegegeld én een einde aan de bezuinigingen van het kabinet. Voor degenen die dit volledige eisenpakket steunden bleek een grasveldje ruimschoots voldoende, mét inachtneming van de anderhalvemeterregels.
Dit combineren van demonstraties is een eenvoudige doch doeltreffende manier om de druk op politie en het openbaar vervoer te verlichten. Op het Malieveld deden ze het gisteren nog niet eens zo gek: men vroeg niet alleen om het einde van de lockdown, maar maakte ook gebruik van het vrije demonstratierecht om te protesteren tegen de dictatuur. Welk land men in beide gevallen voor ogen had, ontging me overigens, maar allicht dat mensen die het met één van de eisen niet eens waren, thuis zijn gebleven. Niettemin liep het uit de hand, en dat betekent dat het de volgende keer dus nog efficiënter moet.
Het Malieveld leent zich bij uitstek om in plaats van één grote demonstratie een groot aantal kleine demonstraties tegelijk aan te bieden. Knip de boel op en maak verschillende vakken, bijvoorbeeld eentje voor mensen die tegen racisme zijn, een eind willen aan de lockdown, J.P. Coen een lul vinden maar niet bang zijn voor 5G. Dat scheelt al gauw drie noodverordeningen en de autoriteiten kunnen het publiek ook veel gerichter informeren: ‘Kom niet meer naar Den Haag als u J.P. Coen een lul vindt. U kunt nog wel komen als u vóór Zwarte Piet bent.’
Kom je net te laat aan bij het vak voor mensen die van mening zijn dat kermis cultuur is, en die verder tegen politiegeweld zijn, vóór abortus, tegen de stikstofmaatregelen, vóór 5G en tegen bezuinigingen op het onderwijs, dan kun je mogelijk aansluiten in het belendende vak voor mensen dit ook allemaal vinden, maar die van mening zijn dat kermis géén cultuur is. Wie weet (al lijkt dit wat hoog gegrepen) blijkt de mening van een enkeling toch niet in beton gegoten; hoe dan ook kan het de onderlinge uitwisseling van argumenten alleen maar ten goede komen.
Mocht het onverhoopt misgaan en moet de ME alsnog het waterkanon inzetten tegen een groepje Antifa-demonstranten dat zich verzameld heeft om zich vóór Zwarte Piet, het leenstelsel en extra gaswinning in Groningen uit te spreken, dan kan het vrijgekomen vak ingezet worden voor een geschiedenisles voor eenieder die het neerhalen dan wel het behoud van een standbeeld bepleit zonder de lagere school afgemaakt te hebben.
Zo moeilijk is het allemaal niet.
Of anders een noodverordening dat uitsluitend geestdriftige voorstanders van het regeringsbeleid mogen demonstreren? Er zijn landen waar dat goed werkt…