Net zoals voor de Duitse taal miste ik op de middelbare school het Fingerspitzengefühl voor economie. Op mijn achtste verjaardag werd Live Aid gehouden, en het moet ongeveer toen geweest zijn dat ik bedacht dat het met persen van wat extra geld de armoede snel de wereld uit zou moeten zijn. Sindsdien ben ik nog nooit iemand tegengekomen die me echt goed heeft kunnen uitleggen waarom dat in al zijn eenvoud niet gewoon een briljant idee is.
Ja, wordt er dan gezegd, als er meer geld in omloop komt, wordt het minder waard en dan wordt alles duurder. Ik op mijn beurt denk dan: dat is maar net wat je met zijn allen afspreekt. Als Albert Heijn de prijs voor een bakje aardbeien gewoon op die alleszins schappelijke 3 euro 49 handhaaft (in de bonus, mind you) en er zijn meer mensen die dat kunnen betalen, is niet iedereen dan enorm blij? Die prijzen zullen toch niet vanzelf stijgen? Iemand moet het toch doen?
Daar lijkt de schoen te wringen, want kennelijk gaat het wel degelijk vanzelf. Ik ging er altijd van uit dat die hele geldhandel door ons mensen zelf bedacht is, maar in dezelfde woestijn in de Verenigde Staten waar ooit de atoombom werd getest, zetelt een geheim concilie van geldgoden die de wereldwijde economie bestieren. Op hun moderne Olympus, berg van geld, spelen ze met ons lot, de god van de olie, de god van de hypotheek, de god van de rente en natuurlijk de oppergod, Beurs, de god van de aandelenkoersen, en zijn vrouw Inphlatos.
Meestal zijn ze ons gunstig gezind, maar ze kunnen ook in toorn ontvlammen en dan bijvoorbeeld mensen veranderen in hongerige wolven. Wanneer de toorn der goden gewekt is, haasten de mensen zich tot het brengen van welhaast rituele offers. Meestal verkondigt de baas van de bank dan met veel aplomb dat hij de rente heeft verlaagd ‘om het vertrouwen in de economie te herstellen’. Ik weet niet hoe dat bij u zit, maar ik vertrouw het meestal voor geen cent als iemand zegt dat hij iets doet om vertrouwen te wekken. De goden echter zien dat het goed is en herstellen bij iedere renteverlaging opnieuw het consumentenvertrouwen.
Je vraagt je af waarom er überhaupt ooit problemen zijn als het echt zo makkelijk is om dit soort wetmatigheden in gang te zetten, maar zo eenvoudig schijnt het dan ook weer niet te zijn. Zo zijn deze week de twee grootste hypotheekverstrekkers van Amerika kopje onder gegaan. Ik zou een gat in de lucht springen als het bedrijf waar ik iedere maand honderden euro’s aan kwijt ben er ineens niet meer is, maar dat schijn ik ook al verkeerd te begrijpen. Het is een grote ramp waardoor de hele wereldeconomie kan instorten, behálve wanneer de Amerikaanse regering het komische duo Freddie Mac en Fannie Mae (aan zulke namen kunnen de oude Grieken nog een puntje zuigen) redt. En dat doen ze dan maar, schoorvoetend.
U begrijpt dat ik wel lichtelijk in paniek ben geraakt door de ontdekking dat de wereldeconomie als los zand aan elkaar hangt en afhankelijk is van de nukken van een stel naïeve opperwezens – we weten allemaal hoeveel ellende een gemiddelde god kan veroorzaken. Maar als ik de krant goed heb gelezen, moet ik daar niet te veel van laten merken, want dat is slecht voor de economie. Gaat u dus s.v.p. vertrouwelijk met deze informatie om.
Volgens mij is het simpel: we hebben een papieren stelsel bedacht en zullen er aan ten onder gaan. de mens is destructief in alle opzichten nietwaar.
Het verhaal klopt helemaal. Een kleine correctie. Het is niet de woestijn van de Verenigde Staten, maar van de Verenigde Arabische Emiraten. Verschrijvinkje, kan de beste overkomen.
Zweet, poep… argwaan. Tankink, pies. Kredietcrisis!
De titels op deze blog laten zich lezen als een psychologische thriller. Een ware pageturner. Ben benieuwd naar de volgende titel. 😉
Mij is ook Duits en Economie totaal ontgaan. Ik begrijp je blog/dit onderwerp niet eens dit keer (ok, wel vaker niet, maar dan weet ik dit nog te verhullen).
Hopelijk heb je een fijne uitbundige geldverslindende Birthday gehad!
De winst uit de pool is bijna op(gedronken dan wel -gerookt).
Ik had de pech Duits en economie van dezelfde leraar te krijgen, een nogal stoffige man die zijn enthousiasme voor het doceren al heel lang verloren was. Ook ik heb van die vakken dus nooit wat opgestoken 🙂
Ik snap dat dus ook nooit, die geldontwaarding. Ja, wel het algemene principe maar niet hoe het nu concreet plaatsgrijpt.
Vooral internationaal niet: wie of wat beslist waar en hoe hoeveel dollar je voor een euro krijgt bijvoorbeeld?