Argwaan

Die hele bevrijding van Ingrid Betancourt kan natuurlijk linea recta de klassieke mythologie in. Geen schot gelost maar een sluwe list bedacht die gebruikmaakt van de domheid van de tegenstander: zo deden die Grieken dat ook altijd. Als die guerrilla’s in de bossen van Colombia ook maar enigszins klassiek geschoold waren geweest, hadden ze vast wel eens van het Paard van Troje gehoord, en waren ze die witgeverfde helikopter wel met wat meer argwaan tegemoet getreden.

Op mij komt het hele scenario anno 2008 nogal amateuristisch en achterhaald over. Als je bijvoorbeeld een witte helikopter nodig hebt, waarom zou je dan een zwarte kopen die je wit moet schilderen als je ook gewoon meteen een witte kunt nemen? Maar vooral de wijze waarop contact gelegd zou zijn met de rebellenleiders, van wie er een nota bene Cesar wordt genoemd, is natuurlijk zeer onwaarschijnlijk.

“Yo Cesar! Che hier!”
“Che?”
“Ja, je weet wel, van die bevriende hulporganisatie!”
“Ik weet niet waar je het over hebt. Heb je wel het goede nummer?”
“Doe niet zo gek Cesar! Natuurlijk ken je me, we zijn beste vrienden! Heb je gesnoven of zo?”
“Ehh… nou, ehh…”
“Luister Cesar, we willen even langskomen met een helikopter en dan jullie gevangenen meenemen. Wanneer schikt het?”
“Gevangenen meenemen met een helikopter? Maar daar komt niks van in!”
“Maar hij is wit, die helikopter! We zijn bevriend, hoe vaak moet ik het nog zeggen?”
“O, nee, dan is het goed. Nou, donderdag bijvoorbeeld? Gezellig!”
“Mooi. En dan nog één ding Cesar: zodra jij die helikopter binnenstapt, moet je meteen je pistool inleveren, OK?”
“Tuurlijk, dat spreekt voor zich, we zijn bevriend uiteindelijk.”
“Zo mag ik het horen. Tot donderdag, Cesar.”
“Tot donderdag, Che.”

En dus geen enkele argwaan bij die arme Cesar, omdat er een witte helikopter in het spel is. En wij maar weer klagen als bij de eerstvolgende oorlog een VN-konvooi wordt gebombardeerd.

Prachtig woord is dat toch, argwaan. Het moment waarop je wordt overvallen door de meestal terechte waan van argh, wat een fout type heb ik hier tegenover me. De Belastingdienst gaat er nu ook gebruik van maken door inspecteurs op pad te sturen die zich door onderbuikgevoel laten leiden. Met andere woorden: uitkeringstrekkers met een te dikke Mercedes onder hun kont, of zelfs maar met een te dikke onderbuik (‘Heb jij geen honger? Je hebt toch een uitkering? Hoe kom je aan die pens dan? Nou?’) krijgen het zwaar te verduren de komende tijd, evenals mensen die Harry Mens heten.

Een fantastisch initiatief van de Belastingdienst; ik heb direct een open sollicitatie geschreven, want het lijkt me geweldig werk waar ik ook uitermate geschikt voor ben. Ik heb daar oog voor. Mocht u zelf iets te verbergen hebben en er staat op een gegeven moment een vreemde kerel voor de deur: de belastinginspecteur is te herkennen aan het verkeerde formulier dat hij altijd bij zich heeft.

Nieuwe stukjes in je mailbox?

Meld je aan en ontvang een mailtje bij elk ei dat gelegd is.
Loading

2 gedachtes over “Argwaan”

  1. en dat noemen ze dan: “risicogebaseerd inspecteren”, oftewel “als je je onderbuik maar op papier zet komen we ermee weg dat we altijd dezelfde controleren”. En dat allemaal omdat de Algemene Rekenkamer vindt dat het zo moet…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *