Een goede Spartaan op leeftijd vertelde laatst dat hij vroeger op maandag voor dag en dauw opstond en dan naar de straathoek rende waar hij zo vroeg mogelijk een krant kon kopen. Het was de snelste manier om te achterhalen wat Sparta de dag ervoor had gedaan.
Het is tegenwoordig onvoorstelbaar, maar aan de andere kant: je hebt nog steeds mensen die op zondag tussen kwart over vier en zeven met hun hand over hun oren doorbrengen, al ‘ik wil het niet weten’ schreeuwend, er op hun manier van overtuigd dat je de voetbaluitslagen pas kent als je de doelpunten in samenvatting gemaakt hebt zien worden.
Om te achterhalen welke goede boeken er zoal verschenen zijn, kun je tegenwoordig ook gebruikmaken van internet, of anders wel van de wekelijkse literaire bijlage van je krant. Ik hoop overigens dat de begrippen ‘krant’ en ‘boek’ voor een publiek van webloglezers nog bekend zijn. Het zijn allebei eigenlijk een soort weblogs; de een gaat vooral, hoewel steeds minder, over nieuws en de tweede is wat omvangrijker, beter geschreven en springt wat minder van de hak op de tak dan een weblog.
Echt een aanrader hoor, een boek.
Om erachter te komen welke goede nieuwe boeken er zoal zijn verschenen, hanteer ik de oude methode. Ik wandel gewoon af en toe een boekwinkel binnen, die bestaan immers nog, en dan maak ik een (steeds langer durend) rondje langs alle schrijvers van wie ik nog wel eens een nieuw boek zou willen lezen. Een bijzonder weinig productieve methode, waardoor ik mezelf uiteindelijk meestal opzadel met b-keuzes, zoals ik nu eindelijk toch maar Extremely loud & incredibly close van die vreselijke Jonathan Safran Foer heb gekocht. Maar u begrijpt dat mijn hart af en toe een sprongetje maakt als daar ineens wél iets nieuws van een van mijn favoriete auteurs ligt.
Een tijdje geleden schrok ik op van Schrik, de nieuwe roman van Vladimir Makanin; in 2006 al uitgebracht maar nu pas in vertaling beschikbaar. Vladimir Makanin ontdekte ik ooit bij toeval toen ik werkmatig door het Tijdschrift voor Slavische letterkunde bladerde en daar een lofzang op het fenomeen vertaler las, omdat we zonder hun bestaan nooit kennis zouden kunnen nemen van een briljante roman als Underground. De hoofdpersoon in dat boek was een verward Raskolnikov-type, die onder invloed van de nodige wodka hier en daar uit nood een moord pleegt. En een briljante roman was het zeker.
Schrik is wat minder groots opgezet, maar de hoofdpersoon is niet minder vermakelijk: in dit geval een arme oude viespeuk die op zomerhuisjes past maar zijn kennis van de huisjes liever toepast om bij de bij voorkeur jonge dames in bed te kruipen als de mannen van huis zijn. Het meest enerverende avontuur beleeft hij met Dasja, met wie hij in 1993 in het parlementsgebouw in Moskou belandt op de avond dat de communisten de macht proberen terug te grijpen – het ultieme symbool voor de clash tussen het oude en het nieuwe Rusland die in de roman centraal staat.
Jammer dat deze geweldige schrijver niet wat meer aandacht krijgt in het Nederlandse taalgebied, welnu, hierbij dan.
Dasja: “Aj. Sad…”
Als ik dat hier zo lees.