Ook Jan Marijnissen gunt zijn collega’s het allerbeste, en Geert Wilders en Rita Verdonk zullen de electorale windeieren die hun karakterisering door de SP-leider als ‘levensgevaarlijk’ respectievelijk ‘extreem-rechts’ vast niet heeft gelegd, ongetwijfeld met genoegen rapen – voor zover je niet gelegde windeieren kunt en wilt rapen dan.
Als Marijnissen werkelijk denkt dat dit de manier is om het trotse duo te bestrijden, dan is hij nog naïever dan ik altijd al dacht. Het feit alleen al dat zijn bestempeling tot ‘extreem-rechts’ tot nieuwsfeit gepromoveerd wordt, zegt al genoeg. Wilders zou kunnen zeggen dat de subsidie voor de extreem-linkse publieke omroep moet worden stopgezet vanwege de staatspropaganda die blijkt uit de gehanteerde allochtonenquota’s, en dan blijft als nieuwsfeit over dat wat Wilders betreft de geldkraan voor de publieken dichtgedraaid moet worden, maar heeft hij het hele bestel en passant wel even als extreem-links en propagandistisch weg kunnen zetten.
Het is de vrij eenvoudige retorische truc van de many questions: vraag iemand of hij zijn vriendin nog steeds slaat, en of diegene nu bevestigend of ontkennend antwoordt, hij geeft ermee toe dat er een tijd was dat hij zijn partner bont en blauw mepte. Stel dat de extreem-linkse publieke omroep geen geld meer mag krijgen, en het uitgangspunt van iedere discussie is dat de publieke omroep extreem-links is. Het is de taal van de underdog, en Wilders is er onovertroffen in. Staatspropaganda, Marokkaanse straatterroristen, de boerka is een pinguïnpak en de premier een beroepslafaard: hij zegt steeds net iets meer dan hij zegt (overigens geheel overbodig want aan onduidelijkheid over zijn opvattingen geen gebrek) en komt ermee weg omdat men gedwongen wordt uitsluitend op de inhoud te reageren. Wie immers verwijten maakt over de toon in het debat is maar al te makkelijk mikpunt van honende spot, ook al zijn de geplaatste kanttekeningen objectief gezien, voor zover mogelijk, nog zo terecht.
En dat is nu precies de paradox van de politiek: die vraagt idealiter om bestuurders die gelijk hebben, terwijl het uiteindelijk neerkomt op gelijk krijgen, namelijk bij de verkiezingen. Wanneer Rita Verdonk het heeft over de verderfelijke oude politiek, dan doelt zij op politici die vanuit hun eigen overtuiging proberen te verwezenlijken wat goed is voor de mensen; daartegenover stelt zij het beeld van de Tweede Kamer als bordeel: verhoereerd aan gans het volk en volledig overgeleverd aan zijn grillen. Als we de files willen oplossen door een atoombom op de Randstad te laten vallen, dan hangt Rita al met haar B-52 in de lucht.
Femke Halsema heeft groot gelijk als zij Marijnissen kapittelt over diens merkwaardige uitspraken waarin hij de levensgevaarlijkheid van Wilders verbindt met de genocide in Rwanda: er is geen enkele aanleiding voor Marijnissen om exact te doen waartegen hij zo zegt te ageren. Tegelijkertijd is Halsema’s oproep tot een gematigder toon – in haar ogen noodzakelijk omdat er nu angst verspreid zou worden, en door haarzelf uit voorzorg vast naïef en soft genoemd, welk een vooruitziende blik! – echter een zwaktebod, omdat zij op haar beurt getuigt van angst voor die niet-gematigde toon.
Ik heb het al eerder gezegd: of die politici het nu leuk vinden of niet, ze moeten maar eens accepteren dat die ongenuanceerde toon nu eenmaal gehanteerd wordt, en wie een willekeurige familieverjaardag bezoekt kan toch ook moeilijk volhouden dat daarmee niet een deel van het volk vertegenwoordigd zou worden. Dus: deal with it! Beschouw die man gewoon eens als een van die andere 149, die als hij straks gaat regeren ook compromissen moet sluiten en ontdekt dat er toch wel heel veel ambtenaren nodig zijn. Zeg eens dat zijn haar zo normaal zit, benadruk eens dat je het hartgrondig met hem eens bent; dat moet die man allemaal verschrikkelijk vinden.
Overigens begrijp ik nog altijd niet waarom Marijnissen Rita Verdonk extreem-rechts noemde. Waarschijnlijk doordat de site waarmee wij straks haar meningen gaan vormen nog niet af is, heb ik haar nog altijd niet op enige stellingname kunnen betrappen, behalve dan dat ze het fileprobleem gaat oplossen – en wat dat betreft stelt ze zich juist op achter degenen die zich op het asfalt extreem links gedragen.
Oh! Ik ben het zó met je oneens dat Femke getuigt van angst voor die niet-gematigde toon. Ik vind haar argumenten heel rationeel, in niets angstig en ze horen bij les 1 van ‘debatteren voor beginners’. Goed, je kunt zeggen dat het gevecht bij voorbaat verloren is, want ik denk dat haar rationele appel aan een gezonde debatcultuur nauwelijks post zal vatten bij de niet-rationele Wildersen en Verdonks van deze wereld. Maar dat er angst van zou uitgaan…? Neuh.
@jan: het debat aangaan is dus niet roepen dat hij levensgevaarlijk is. En om Wilders aan de praat te krijgen is weinig nodig. Maar alsjeblieft, laten de gevestigde politici niet gaan proberen hem met gelijke munt terug te betalen, want ze zijn er zoveel slechter in. Dwing die man in de rol dat hij een van de 150 is, daag hem continu uit voor een inhoudelijk debat en kom er dan ook verdomme eens op terug als hij daar niet op ingaat. Ik zet mijn geld inmiddels op Pechtold (je moet wat).
Jij hebt regelmatig gezegd dat politici te weinig het debat aan gaan met Wilders. Nu doet Marijnissen een poging om hem uit de tent te lokken en nu schrijf je daar negatief over. Ik begrijp dat je de manier waarop Marijnissen dat doet niet goed vindt. Maar ik ben bang dat het de enige manier is om Wilders aan de praat te krijgen. Dat is geen man waarmee je op een normale manier kunt debatteren. Hij spuit oneliners en gaat dan vergenoegzaam achterover hangen om te kijken welk effect hij daarmee sorteert. Door de manier waarop hij probeert het Nederlandse Volk op te zetten tegen moslims is hij voor mij niet één van de 150 Kamerleden. Dat vereist ook een onorthodoxe aanpak.