Bono

Een van de talloze redenen waarom er nooit een roman van mijn hand het levenslicht zal zien, is dat ik er nooit in zou slagen geschikte namen voor mijn hoofdpersonen te bedenken. Nu hoeft dat ook niet per se – kijk naar José Saramago die de Nobelprijs voor de Literatuur won met geniale boeken waarin geen eigennaam voorkomt, maar dat trucje is dus al eens gebruikt.

Literaire namen zijn nooit zomaar namen die je al wachtend op de trein hoort, zoals Petra Meijer. Ze moeten óf iets betekenen, óf ze moeten zo’n intrinsieke poëtische schoonheid bezitten dat ze een plaats op de kandidatenlijst voor de verkiezingen verdienen. Bij Harry Mulisch bijvoorbeeld heten ze Anton Steenwijk of Archibald Strohalm omdat zijn moeder toevallig ook A.S. als initialen had; Haruki Murakami doet wat minder ingewikkeld en noemt zijn hoofdpersoon die allemaal rare dingen meemaakt gewoon Kafka.

Ik heb wel eens gedacht om een boek te schrijven met in de hoofdrol een gemaskerde held, gekleed in zwarte cape en gewapend met een degen, maar de naam die ik voor hem in gedachten had en de gelijkenis met mijn eigen heldhaftige voorkomen lagen er veel te dik bovenop om voor literair te kunnen worden versleten.

Nog moeilijker dan voor fictie is het om gefingeerde namen te bedenken voor levende mensen van vleesch ende bloedt wier naam geheim moet blijven. Het gebeurt iedere maandagochtend in de rubriek ‘De rechtbank’, op pagina 2 van de Volkskrant. En toch, als ik daar lees over ene Mahmoud die iets met eerwraak te maken zou hebben, krijg ik niet de indruk dat het net zo goed over een uit de klei van Appelscha getrokken boerenzoon kan gaan. Ook zo’n gefingeerde naam is immers niet voor niets bedacht, en zo’n journalist kan de waarheid ook weer niet al te veel geweld aan doen.

De verdachte van vandaag stond terecht wegens (1) straatroof, (2) mishandeling, (3) vernieling van een restaurant, (4) maandenlang spijbelen, en (5) het niet kunnen tonen van een identiteitsbewijs. Voor al die feiten zit hij al 205 dagen in voorarrest, en daarvoor was hij al eens veroordeeld voor groepsverkrachting en berovingen. Zijn gefingeerde naam: Bono.

Tsja.

Bono is, zoals wij allen weten, de zanger van U2 en niets of niemand anders. Nou, misschien dat het irritante hondje uit die irritante LOI-reclame met die irritante vent ook Bono heet, dat kan ik niet helemaal goed verstaan. En misschien een paar poezen in tokkiegezinnen. Maar geen mens heet Bono. Als je echt Bono heet, kunnen ze je nooit aanrekenen dat je je identiteitsbewijs niet wilt laten zien.

En toch heeft de journalist deze verdachte Bono genoemd. Bono, de mandelaknuffelende vredestichter is hier plotseling groepsverkrachter en straatrover tegelijk. De oplettende lezer ziet al snel waarom. Bono blijkt twee gezichten te hebben. Het ene gezicht is dat van een aardige, intelligente gozer tegen wie de drie kinderrechters gewoon ‘jij’ zeggen, zoals gebruikelijk in de kinderrechtbank. Het andere gezicht echter is dat van een gesloten, gevoelloze tiener tegen wie een van de rechters per ongeluk ‘u’ zegt. Het halve artikel gaat over deze tutoyeerinconsequentie.

1 Jij, 2 U. Ergo: Bono. Dat had ik nou nooit kunnen bedenken, zoiets. Sterker nog, door deze uitgekiende naamkeuze heb ik de betreffende rubriek voor het eerst helemaal gelezen. Volgende week iets met Britney, Madonna of Prince?

Nieuwe stukjes in je mailbox?

Meld je aan en ontvang een mailtje bij elk ei dat gelegd is.
Loading

6 gedachtes over “Bono”

  1. Ik denk ook Bonno. Wat erg, dat wij onze herseninhoud verspillen aan dat soort weetjes.
    En dan aan de andere kant, na 16 jaar behoorlijk Gristelijk onderwijs, wel mooi vergeten wat Pinksteren ook alweer betekende.

  2. Wat heerlijk dat je je oplettendheid met ons deelt. Ik vraag me af of ik hier opgekomen zou zijn. En je hebt ongetwijfeld helemaal gelijk. Zouden de andere stukken posthuum nu ook beter te verteren zijn?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *