Groots

Toen wij collectief op zoek waren naar onze grootste landgenoot ooit, hadden zelfs de programmamakers van De Grootste Nederlander niet door dat ‘grootst’ hier de overtreffende trap was van ‘groots’, en niet van ‘groot’. Zelfs het kleine meisje Anne Frank werd almaar neergezet als grote Nederlander.

Nu de NPS van literatuurminnend Nederland wil weten van welk boek men het meest genoten heeft, spreekt men liever van het beste boek, in plaats van het grootste boek.

Begrijpelijk.

Het ware echter verstandig geweest als men in plaats van hetbesteboek.nl de domeinnaam hetbestevanoorsprongnederlandstaligeboek.nl had geclaimd. Of: hetaardigsteboekvannederlands-vlaamsebodem.nl.

Want als je de longlist bekijkt, kun je niet anders dan concluderen dat het droevig gesteld is met de Nederlandse literatuur. Het is niet eens gelukt een lijst samen te stellen waarvan de gemiddelde neerlandicus zegt: ja, natuurlijk! – sterker nog: zo ongeveer de helft van de boeken zegt mij he-le-maal niets.

De teller van de samenstellers ging kennelijk niet verder terug dan 1772 (van die vreselijke Betje Wolff en Aagje Deken word ik ’s nachts nog wel eens badend in het zweet wakker). Daarom geen grootse werken als Karel ende Elegast, geen Van den Vos Reinaerde, geen Gijsbrecht van Aemstel en geen Lof der Zotheid.

Maar wel: De vuilnisroos van Ben Borgart. De schuiftrompet van C.C.S. Crone. Uit de suiker in de tabak van P.A. Daum. Moorddadige meimaand van Harriët Freezer. Dood weermiddel van F.B. Hotz. Twee vorstinnen en een vorst van R.J. Peskens. De lijfarts van Maria Stahlie. De vlaschaard van Stijn Streuvels. Rubber van M.H. Székely-Lulofs. Het gevecht met de engel van Herman Teirlinck.

En ga zo maar door. Fascinerende en nieuwsgierig makende titels, stuk voor stuk, maar echt nog-nooit-van-gehoord.

Ronduit verstandig van de organisatie is het geweest om de eerste schifting geruisloos achter de schermen te laten plaatsvinden, zodat de lievelingen van het grote (maar bepaald niet grootse) publiek al zijn afgevallen. Geen Giphart, geen Grunberg en geen Joe Speedboot Tommy Wieringa dus op de shortlist – al blijft het een mysterie wat Kader Abdolah daar te zoeken heeft. Normaal gesproken gaat de strijd op 11 maart tussen Max Havelaar en De avonden.

Ach, laat ik eens gek doen en mij ook aan een shortlist wagen.

  • Louis Couperus – Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan
  • Willem Elsschot – Villa des Roses
  • A.F.Th. van der Heijden – Advocaat van de hanen
  • W.F. Hermans – De tranen de acacia’s
  • Arthur Japin – De zwarte met het witte hart
  • Harry Mulisch – Het stenen bruidsbed
  • Thomas Rosenboom – Publieke werken
  • Gerard Reve – De avonden
  • F. Springer – Teheran, een zwanezang
  • Simon Vestdijk – Ivoren wachters

Maar u begrijpt dat ik nu natuurlijk ook benieuwd ben naar uw favorieten.

Nieuwe stukjes in je mailbox?

Meld je aan en ontvang een mailtje bij elk ei dat gelegd is.
Loading

11 gedachtes over “Groots”

  1. Es denken.
    Reve wel, maar niet De Avonden: Op weg naar het einde en Nader tot u; Werther Nieland
    Slauerhoff wel, maar dan Het lente-eiland
    Elsschot, verzameld werk
    Brusselmans, nu men het zegt, dat is net Reve: het gaat nergens over maar dat is dan wel prachtig beschreven
    Vestdijk, Mulisch, Wolters, Hermans, brrr, daar word ik toch zo droevig van, van die neuzelende ouwe zeuren over zichzelf.
    De Camera Obscura is dan wel weer fris en ooit kon ik ook Busken Huet wel waarderen, maar pin me er niet op vast, dat is wel heel lang geleden
    Lucebert. O nee, poëzie
    Het valt niet mee, nee
    Drs P, die kan het, maar ja, die doet het niet
    Ik lees vast de verkeerden.

  2. 1 S. Vestdijk: Meneer Vissers hellevaart
    2 T. Rosenboom: Publieke werken
    3 J. Slauerhoff: Het verboden rijk
    4 F. Springer: Teheran een zwanenzang
    5 G. Reve: De avonden
    6 N. Beets: Camera Obscura

    het valt inderdaad niet mee om een aardige best-of lijst te maken. Zo merk je maar weer dat in den vreemde veel beter geschreven wordt.

  3. Omdat je er zo beleefd naar vraagt.
    Ik vind dat Jan Wolkers bij de eerste 10 moet: “Terug naar Oegstgeest” dan. Ik ben ook wel fan van Maarten ’t Hart. “Het woeden …” vond ik indrukwekkend. En er moet toch minstens 1 Vlaming in de top 10: “Het verdriet …” van Claus en desnoods Brusselmans, ik heb me zeer vermaakt met de bundel “En toen gebeurde er niets”. Althans ik denk dat die bundel zo heet, maar op http://www.Brusselmans.be kan ik die titel niet vinden…

  4. Ik mis Nescio. Voor mij nummer 1. Wolkers en Voskuil zijn wel aardig. Elschot ook geloof ik, maar dat is al weer lang geleden. Voor de rest heb ik niet zoveel met Nederlandse boeken. De Avonden vond ik onleesbaar. Mulisch en De Winter een ramp.

  5. Gisterenavond laat las ik de laatste bladzijde van Saskia Noort’s boek, Nieuwe Buren. Op de voorkant stond: literaire thriller. Nadat ik het laatste hoofdstuk uit had en dus het boek sloot, besloot ik dat een hoofdstuk afraffelen tot literatuur gold.

    Ben de Amerikaanse literatuur gewend. Ik zou geen Nederlandse schrijver kunnen opnoemen waar ik oprechte literaire trots voor voel.

  6. net niet Moring, Japin, v Schendel en Belcampo:

    Gerard Reve – De avonden (1947)
    J.J. Voskuil: Het bureau (1996-2000)
    Harry Mulisch: De ontdekking van de hemel (1992)
    Louis Paul Boon: De Kapellekensbaan (1953)
    Willem Frederik Hermans: De donkere kamer van Damokles (1958)
    J. Slauerhoff: Het verboden rijk (1932)
    S. Vestdijk: De kellner en de levenden (1949)
    Cees Nooteboom: Rituelen (1980)
    F. Springer: Bougainville (1981)
    Leon de Winter: De ruimte van Sokolov (1992)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *