Kneuterig

Televisie is soms een schrikbarend (fritsbarond) medium. Als je dingen van vroeger terugziet, het maakt niet uit van hoe lang geleden, dan schrik je steevast van de enorme veranderingen die in de tussentijd hebben plaatsgevonden. Het taalgebruik waarmee men elkaar op zwart-witbeelden bejegent, herkennen we nauwelijks meer als Nederlands, maar we hoeven niet eens zo ver terug. Die shirtjes en veel te korte broekjes bijvoorbeeld waarmee Oranje in 1988 Europees Kampioen werd, die kunnen met terugwerkende kracht echt niet! En laatst zag ik Clarence Seedorf als twaalfjarig jongetje bij Teds Familiespelshow een kast van televisie winnen met de omvang van Clarence’ afrokapsel van destijds – en ik kan u verzekeren: die tv kunt u in uw huiskamer nauwelijks kwijt. Alles aan dat beeld was hopeloos verouderd: Clarence Seedorf blij met iets futiels als een televisie, de kleding, het kapsel, Ted de Braak, de omvang van de tv… zo voorbij, zo kneuterig ook.

Het beangstigende is dat wij anno 2007 dus ook dingen doen en erbij lopen op een manier waarover men zich over vijftien jaar een breuk lacht. Ik vraag me serieus af welk aspect van bijvoorbeeld een Dance Parade men straks kneuterig gaat vinden, maar soms komen er gelukkig ook beelden voorbij die je nu al herkent als hopeloos achterhaald. Gisteravond was er zo’n moment, in de verslaggeving over De Storm.

Een paar jaar terug waren we al getuige van live verslaggeving op CNN over de orkaan Rita. Naar aanleiding van de verwoestingen van collega Katrina, een paar weken eerder, rukte het journaille met al zijn manschappen uit om Rita te trotseren.

(Mooi trouwens hoe de naamgeving bij die orkanen werkt: om en om een mannen- en vrouwennaam, in volgorde van alfabet. Na Katrina kwamen kleine zuchtjes wind voorbij met de brave namen Lee, Maria, Nate, Ophelia en Philippe, maar bij de R aanbeland en in afwachting van een allesverwoestende storm werd natuurlijk voor Rita gekozen.)

Goed, Rita was dus live op CNN. Hele cameraploegen werden door het oog van de orkaan meegesleurd en drie kilometer verderop weer gedropt, waarna ze verder gingen met hun verslaggeving.

Nee, dan het NOS Journaal. De crew was ’s ochtends in IJmuiden begonnen en was vervolgens voor de storm uit richting het hoge noorden gereisd. Eenmaal neergestreken in Harlingen haalde de verslaggever voor het oog van de storm camera opgelucht adem: tijdens de reis had hij toch wel ‘enkele beangstigende momenten’ meegemaakt.

Nu stond hij dus in Harlingen, zoals hij zelf zei beschut achter een gebouw, maar voor hetzelfde geld was alles drie dagen eerder opgenomen: van enig zuchtje wind was nauwelijks iets te merken. Een vrouw kwam voorbij met haar hond.

‘Mevrouw, mag ik u iets vragen?’
‘(…)’
‘Bent u uw hond aan het uitlaten?’ (goh)
‘Ja, dat moet ook gebeuren hè?’
‘In dit weer, met deze wind?’ (goh)
‘Ja, nou, gelukkig heb ik een hoop houvast aan hem.’

(ze knikte naar beneden, waar haar hond zich moest bevinden, maar die bleef buiten beeld, waardoor ongewis bleef of het een stoere dobermann was of een Maltezer leeuwtje)

‘En thuis, heeft u thuis nog voorzorgsmaatregelen getroffen?’
‘Ja, ik heb de bloempotten wat verschoven, maar verders niets hoor.’

Nederland anno 2007 maakte zich nog druk om windkracht 10 en bracht de bloempotten in veiligheid. Zo voorbij, zo kneuterig ook.

Nieuwe stukjes in je mailbox?

Meld je aan en ontvang een mailtje bij elk ei dat gelegd is.
Loading

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *