Als je last hebt van mieren, moet je één ding niet doen, en dat is mierenlokdozen plaatsen. De naam zegt het eigenlijk al: een mierenlokdoos lokt mieren. Veel mieren. Grote mieren. Reuzenmieren.
Zeer zeldzaam in Nederland? Dan zijn de heren en dames van Wikipedia nog niet in mijn achtertuin geweest. Geflankeerd door gevleugelde kompanen die nauwelijks van bromvliegen te onderscheiden zijn, paraderen ze in groten getale over het tuinpad. Boeddhisten mijden de tuin inmiddels als de pest, want hier drie stappen doen zonder een mier naar gene zijde te helpen, is een godsonmogelijke opgave.
Aan het uit de weg ruimen van ongedierte bewaar ik wel meer slechte herinneringen. Toen mijn moeder mij jaren geleden in vergelijkbare temperaturen als nu een weekje op het huis liet passen, had ik binnen drie dagen maden in de kliko. De keukenprins in mij kon toen niets anders bedenken dan schoonmaakmiddelen om de krioelende menigte uit te roeien. Het lauwwarme bad van (toen nog) Jif, Ajax en WC Eend konden ze inderdaad maar matig waarderen, maar in plaats van een stille dood sterven kropen ze in allerijl omhoog, waarop ik in paniek de bak volspoot met water ‘want zwemmen zouden ze vast niet kunnen’. Maar zie dan maar eens een kliko met 100 liter water in de singel te dumpen…
Passiviteit en berusting dus bij het aanschouwen van de huidige mierenplaag. Ik zou ze natuurlijk een voor een aan een nader onderzoek met het vergrootglas kunnen onderwerpen. De zon biedt zijn medewerking aan dat spelletje volop aan, maar gelet op de smogverwachting (de hoogste van het land) kan ik me maar beter een beetje inhouden.
Moet je maar geen huis met tuin nemen… 😛