The Killing Jar

L. doet niet anders, maar ze is er ook behoorlijk bedreven in: judging a book by its cover. Terwijl ik likkebaardend doch besluiteloos door de boekhandel drentel en niet kan kiezen tussen alles wat ik zou willen hebben, heeft L. haar stapeltje alweer afgerekend. “Wat is dat nou weer?”, vroeg ik bijvoorbeeld ook toen ze net Kafka on the Shore van Haruki Murakami had gekocht. “Ja, weet ik veel, het leek me gewoon leuk.”

Gewoon, alsof er naast die kennelijk nieuwsgierig makende kat, vissen en kraai niet ook een levensgrote sticker was die vermeldde dat zij zojuist 22 euri armer was geworden.

Maar goed, een paar maanden later had ik vrijwel alles van Murakami in de kast staan.

Ondanks dit levende bewijs dat een probeersel af en toe best de moeite waard kan zijn, laat ik me nog steeds zelden verleiden tot de aanschaf van iets waar ik nog nooit van gehoord heb. Laatst moest ik echter in de ‘3 for 2′ bij Waterstone’s nog één boek verzinnen naast Booker Prize-winnaar The Sea van John Banville en het dankzij de film weer actuele In cold blood van Truman Capote. Ik zal er niet geheimzinnig over doen dat ik uiteindelijk The Killing Jar van Nicola Monaghan uitkoos omdat ik me vagelijk kon herinneren daar iets positiefs over gehoord te hebben, en niet vanwege de cover. Maar de cover, die zou L. zo uitgekozen kunnen hebben; aan de noodzakelijke voorwaarde (een dier) is in ieder geval voldaan.

Hoe dan ook, het was een gok, te meer omdat ik nog altijd niet heb kunnen achterhalen waar ik dan van dit boek gehoord kan hebben. Het is nota bene nog geen twee maanden uit. Maar: het was een goede gok, en dat is op zich al een overwinning op mijzelf. Ik ben voor mijn leesplezier niet langer afhankelijk van Michaël Zeeman en Arjan Peters!

The Killing Jar vertelt het verhaal van Kerrie-Ann Hill, kind van een aan de drugs verslaafde moeder en een nooit meer gesignaleerde vader. Al in haar jongste jaren wordt het leven van Kerrie-Ann, ook wel Kez voor intimi, gedomineerd door drugs. Als haar moeder, toch al niet het meest verzorgende type, huis en haard verlaat en de nog niet volwassen Kez achterblijft met de zorg voor haar jongere broertje Jon, is het niet verwonderlijk dat de ingeslagen weg van afglijding wordt vervolgd. Kez legt haar lot in de handen van de enige die ze kan vertrouwen, haar jeugdvriend Mark. Als je je bedenkt dat dat vertrouwen onder andere gebaseerd is op de manier waarop Mark afrekent met scharrel Phil van wie Kez zwanger is geraakt – hij overgiet hem met benzine en steekt hem in de hens – weet je wel dat ook deze Mark Kez niet uit haar neerwaartse spiraal kan trekken. Gaandeweg het boek wordt Kez steeds meer heen en weer geslingerd tussen haar liefde voor haar broertje Jon, haar afhankelijkheid van Mark en haar eigen problemen, tot ze er letterlijk paranoïde van wordt.

Het is misschien geen vrolijke kost, maar zwaar op de hand is het (zeker gezien alle ellende die de revue passeert) zeker niet.

Nieuwe stukjes in je mailbox?

Meld je aan en ontvang een mailtje bij elk ei dat gelegd is.
Loading

2 gedachtes over “The Killing Jar”

  1. Hmm… daar maak ik me toch ook wel enigszins schuldig aan. Ondanks de tip om Murakami te lezen ging het toch pas echt doen toen ik het boek zag liggen en zoiets had van “hee… da’s vast een leuk boek, met zo’n gezellige kaft!” Triest maar waar. Ook wel een aardig boek trouwens: “Hypocrite in a pouffy white dress” van Susan Jane Gilman (vanaf midden leukst, begin is zo-zo). Wel lichte kost trouwens. 😉

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *