Belegen

Vanavond voel ik de jeugd door mijn knokige eeltvingers glippen.

Ik word aan mijn nieuwe collega’s voorgesteld als senior webredacteur. Of: ‘de man van het web’, in tegenstelling tot ‘de jongen van de website’, nog maar een paar maanden geleden.
De herinneringen aan telefoonnummers en nummerborden van vroeger vervagen.
De enkel die vijf weken geleden een klein tikje kreeg, doet nog steeds zeer.
In de spiegel zie ik een chagrijnige knorrige brompot.
De grijze haren zijn onmiskenbaar aanwezig, de rimpels breken door.
Kijk, daar vormt zich al een (gezien de eraan ten grondslag liggende consumptie overigens nog zeer bescheiden, maar toch) bierpensje.
En het kan alleen nog maar erger worden. Dit is pas het begin, er is geen weg meer terug.

Dertig.

Nog vijf vier drie twee anderhalf uur (geloof nooit een weblogger die zegt dat hij zijn stukjes in tien minuten schrijft) en ik laat mijn jonge jaren definitief achter me. Heeft u een enkel opbeurend woord voor mij over?

(Dit alles is natuurlijk de grootste aanstelleritis die ooit is opgetekend, ik kan het piepsignaal waar ik het vorig jaar over had uiteindelijk nog steeds horen, maar het is mijn feestje, dus als ik melodramatisch wil doen, dan doe ik melodramatisch, begrepen?

En het goede nieuws is natuurlijk dat alles relatief is. U lijkt mij gemiddeld ook de jongste niet meer, blijkens de interesse die mijn belegen bijdragen klaarblijkelijk bij u wekken. Kijk maar (en wel eerlijk zijn, mensen, dit is mijn cadeau aan u bij mijn dertigste verjaardag, een gloednieuwe feature op iamzero.nl: de poll – en wat krijg ik ervoor terug? nou? nou?):

En hoe oud bent u nou eigenlijk?

View Results

Laden ... Laden ...

)

Easy as Hell

Tot u spreekt een totaal herboren Zero. Fysiek ben ik in omvang fors toegenomen, maar dat is met het stijgen der jaren onvermijdelijk. Alles wat je bezit moet je immers maar meetorsen, ook al heb je veel te veel om bij te kunnen houden. Met het oog daarop besloot ik ook maar meteen flink te investeren in mijn geheugen, en over oog gesproken: op dit beeldscherm zou zelfs mijn blinde oma weer kunnen zien.

Er is tegenwoordig geen zak meer aan, aan dat hele nieuwecomputergebeuren. Het is nog maar een paar jaar geleden dat je tijdens de installatie net die ene configuratie-instelling van je modem aanpaste waardoor je ook op je oude computer geen verbinding meer had, zodat je ook daar niet meer op internet op kon zoeken hoe het nou eigenlijk in elkaar zat, en dat had je dan natuurlijk ook nergens opgeschreven of in een offline webpagina beschikbaar EN DUS MAAR WANT dat je daar dan heel zenuwachtig van werd. En dat je dan minimaal een week in de weer was met cd-rommetjes om de documenten die je uiteindelijk toch nooit meer zou inzien veilig over te zetten.

Een gedegen, noodzakelijk geachte voorbereiding leverde een uitgebreid stappenplan van wel 53 stappen op. Bij stap 3 deed alles het al.

Ja hoor eens, zo is er geen lol meer aan. Ik denk dat ik deze maar een tijdje ga houden.

Het spannendst van de hele exercitie was nog wel het telefoongesprek met de mevrouw van de klantenservice, die me op de hoogte bracht over het moment van bezorgen. No way dat die in enig veld of enige weg op dit suffe schaap leek. Nee, deze had weelderige donkere krullen en rode lippenstift, en behalve hockey speelt ze ook vast in reclames voor tandpasta. En die stem! Ja, echt een stem geboetseerd voor de klantenservice. ‘Geen probleem, meneer Zero’, ‘Tot uw dienst, meneer Zero’; ik werd een beetje zenuwachtig van zoveel (klant)vriendelijkheid op de vroege ochtend.

Wee uw gebeente, lezer, als de onvermijdelijke woordgrap ‘Het was zeker een delletje?’ in u opborrelt.

Tandarts

Vandaag heb ik voor het eerst in mijn leven een tandartsassistente gezien. Dat komt doordat ik voor het eerst in mijn leven van tandarts ben geswitcht, en de oude er geen had. Het was maar een merkwaardige tandarts, die oude, met zijn humeur onder continue hoogspanning, zijn assistentloze praktijk waar gedurende die twintig jaar dat ik er kwam helemaal niets veranderde, en zijn barbaarse methoden in zijn War on Tandsteen.

Voordat de nieuwe me pijn ging doen, lichtte hij eerst even de regels van het huis toe. Een afspraak moet maximaal 24 uur van tevoren geannuleerd worden, anders wordt het consult hoe dan ook in rekening gebracht, klonk het streng. Hoewel ik altijd heel stipt ben in afspraken, stelde de opmerking me weinig gerust, zo vlak voor de eerste blik in wat nu ongetwijfeld een ivoren kerkhof zou blijken.

Gelukkig bleek het allemaal mee te vallen, en kon ook deze tandarts geen enkel gaatje ontdekken. Wel een hoop tandsteen natuurlijk. Hij was nog maar net begonnen met het altijd prettige wiiiiiiiieeeeeeuuu-wiiiiiiieeeeeuuu-wieltje toen de assistente boven het gepiep uitriep dat Richard van kwart voor drie aan de telefoon hing. Richard van kwart voor drie had om kwart voor drie een afspraak, zo zei de computer, maar Richard zelf dacht daar, het was inmiddels half vier, anders over: zijn vriendin had hem laten weten dat de stoel pas om vier uur voor hem klaarstond.

Dit soort misverstanden had mijn oude tandarts met zijn papieren administratie nou nooit aan de hand, dacht ik nog. Maar deze tandarts rook zijn kans en gebood de assistente een nieuwe afspraak te maken en voor de niet nagekomen afspraak een gepeperde rekening te sturen. Geconcentreerd wijdde hij zich weer aan het verwijderen van mijn tandsteen.

“Karel?”, klonk het even later uit het assistentenhok. “Richard gaat die rekening niet betalen.”

Karel moest er zelf aan te pas komen om Richard te overtuigen. Geduldig legde hij uit dat hij nu een halfuur had zitten duimendraaien, dat tijd sinds de Romeinen ook wel synoniem stond voor geld, geld dat op zijn beurt geen onwelgevallige geur verspreidt, en, om kort te gaan, dat er toch echt kwart voor drie in de computer stond, hij zag het hier met eigen ogen.

Toen Richard in zijn onschuld bleef volharden, suggereerde Karel dat Richards vriendin misschien wel iets verkeerd had doorgegeven. Vanaf dat moment werd het gesprek grimmiger en Karel steeds geïrriteerder. Af en toe keek hij om of te controleren of zijn bebloede nieuwe patiënt er niet stilletjes tussenuit was geknepen. Maar natuurlijk zat ik er nog; ik was wel benieuwd op welke verdonkiaanse wijze hier naleving van de huisregels werd afgedwongen.

“Kijk Richard, het kan natuurlijk ook zo zijn,” insinueerde Karel met enig venijn, en vermoedelijk had hij het bij het rechte eind, “dat je er om kwart over drie achter kwam dat je je afspraak was vergeten, en nu beweert dat die afspraak om vier uur is.”

Van die rechtse directe had Richard natuurlijk niet van terug. Acht tellen later, tegenstander groggy op de grond, volgde de verrassende ontknoping: “Weet je wat, Richard, ik strijk deze keer met mijn hand over mijn hart en scheld die rekening kwijt, maar laten we dan voortaan onze afspraken zwart op wit vastleggen, OK?”

Het is altijd lente in de ogen van de tandarts. Maar die assistentes, dat was niet veel soeps.