Kompel

Eerder dit jaar overleed de Portugese schrijver en Nobelprijswinnaar José Saramago. Dat de mensheid daarmee een groot genie is ontvallen, bewijze zijn laatste voltooide roman Kaïn, een hilarische bijbelsatire die zijn uitwerking op de lachspieren van de atheïst en hopelijk het gezond verstand van de gelovige niet mist. Iemand die op zijn 87e de pen nog zo vlijmscherp weet te hanteren had van mij nog wel even door mogen gaan.

Gelukkig vindt er momenteel onbedoeld een prachtig eerbetoon aan Saramago plaats in Chili, waar 33 mijnwerkers op de kop af een maand opgesloten zitten in een ruimte zo’n zevenhonderd meter onder de grond. Sowieso hebben kompels een beroep waarvan de literaire potentie altijd rijkelijk onderschat is; de reden dat zo weinig kinderen zeggen dat ze later kompel willen worden, is omdat hun woordenschat op het moment dat het ze gevraagd wordt niet verder reikt dan piloot, brandweerman en voetballer.

Dat er mijnwerkers vastzitten onder de grond omdat de weg naar buiten is ingestort, is op zich nog niks bijzonders. Het is eigenlijk een wonder dat er nog geen tv-format op bedacht is: So you wannabe a kompel?, of anders wel So you think you can dig?. Je zou er elke week eentje naar huis kunnen sturen (De zwakste kompel) of twee kompels van werkplek kunnen laten ruilen (Jouw mijn, mijn mijn).

Enfin. Wat wil het verhaal in Chili? De autoriteiten hebben bovengronds een centrum ingericht met de onheilspellende naam Campamento Esperanza (Kamp Hoop), waar familie en dierbaren kunnen verblijven in afwachting van de bevrijding van de geelhelmen. Schuldbewust heeft de regering ook een schadevergoedingsfonds in het leven geroepen, waarop de vrouwen van de mijnwerkers aanspraak kunnen maken. Zoals altijd begint de ellende pas goed op het moment dat er vrouwen bij betrokken worden: behalve de echtgenotes eisen ook allerhande minnaressen schadevergoeding. Terwijl ondergronds de mannen al klaverjassend de tijd proberen te doden, vliegen bovengronds de vrouwen elkaar in de haren, het liefst om elkaar te doden.

Wat voor de kompels begonnen is als een bevrijdingsactie, wordt door deze sublieme, op zich al Nobelprijswaardige wending in één klap omgedraaid in een tergend langzaam naderend maar onafwendbaar onheil. Ik bedoel: waar wil je, op het moment dat je vrouw erachter komt dat je er een buitenechtelijke relatie op nahoudt, liever zitten dan zevenhonderd meter onder de grond? En wat gebeurt er? Je wordt opgehaald in de wetenschap dat de dames je boven staan op te wachten om om opheldering te vragen.

Voor één kompel, de casanova van het stel, hebben zich zelfs vier vrouwen gemeld. Speciaal voor hem graven de autoriteiten een geheime extra schacht, zodat hij via een zij-uitgang kan verdwijnen. De rest heeft naar schatting nog twee tot drie maanden om een sluitend verhaal te bedenken, daartoe steeds nadrukkelijker aangespoord door het met de dag dichterbij komende geluid van de reddingswerkers. Voeg daarbij dat ze, liefhebbers van boren en schachten als ze zijn, hunkeren naar vrouwelijk vlees – waarschijnlijk vooral dat van de maîtresse – en alle ingrediënten voor een bloedstollende roman zijn daar.

José wist er wel raad mee.