Ramplessen

Hoewel het zeker geen linkse hobby is, is het maken van generalisaties van onschatbare waarde voor de kwaliteit van ons bestaan – ja, generalisaties helpen ons zelfs overleven. Dat begint al op jonge leeftijd: als een klein kind zijn vingers brandt aan een pan met kokend water, dan weet het dat het in het vervolg moet oppassen in de keuken, maar het is niet zo dat het meteen het hele huis mijdt, of de straat, de stad of het land verlaat (‘Nederland, veel te gevaarlijk voor mij’).

Sinds wij door angst bevlogen zijn, is ons vermogen tot het maken van relevante generalisaties enigszins aangetast. Velen zien angst als een bijproduct van het populisme en zullen de beschuldigende vinger in de richting van Fortuyn wijzen, maar het zou ook wel eens de vuurwerkramp in Enschede geweest kunnen zijn waar het allemaal mee begon. Direct na die ramp, op 13 mei 2000, werd namelijk de brandveiligheid van alle vuurwerkfabrieken in Nederland uitvoerig gecontroleerd. Niemand die op het idee kwam dat, om een dwarsstraat te noemen, ook cafés wellicht in vlammen op zouden kunnen gaan; daar was de nieuwjaarsbrand in café Het Hemeltje voor nodig. Naar aanleiding daarvan werden in heel Nederland de cafés op hun brandveiligheid gecontroleerd: dus niet alleen die met licht ontvlambare kerstversiering, niet alleen die met twee verdiepingen, niet alleen die in Volendam of Noord-Holland – maar dus bijvoorbeeld ook niet die in België en Duitsland, waar ze naar de spreekwoordelijke Hel(l) konden. En alleen de cafés: nou ja, misschien hier en daar ook een disco maar zeker geen, om maar weer iets te noemen, chemische fabrieken.

Met de grote terroristische aanslagen gaat het al net zo. We weten allemaal dat 9/11 de wereld voorgoed veranderde: de wereld van de vliegtuigpassagier dan met name. De generalisatie die we uit 9/11 trokken, was dat het alleen oppassen geblazen was in het vliegverkeer, en dat we daarom alle vliegtuigpassagiers binnenstebuiten moesten keren; dus niet in alle vormen van publiek transport alleen de mannen met bruine ogen of alleen de moslims, want dat zou een foute generalisatie zijn. Er moest een aanslag (door vermoedelijk bruinogige mannen, radicale moslims bovendien) op een forenzentrein in Madrid aan te pas komen om ons te doen beseffen dat er überhaupt nog andere vormen van vervoer bestonden die het doelwit van aanslagen konden zijn. En dus kom je sindsdien in Spanje geen intercity meer in zonder dat je bagage gescand wordt (forenzentreinen wel, merkwaardig genoeg), maar kun je in 2005 nog wel probleemloos een bom in de Londense metro plaatsen, waarna we ook in Amsterdam liever even met de tram gaan. Of met de bus, want er mag dan ook een dubbeldekker opgeblazen zijn, maar die hebben we hier niet.

Inmiddels is het zover dat wie in de WK-finale een kans voor open doel mist, een half jaar niet meer durft te voetballen.

Het is eng hoe dat werkt, angst. Want iedereen weet: als sinds de oerknal, mocht die zich op Nederlands grondgebied hebben afgespeeld, nog nooit een vuurwerkramp van Enschedese proporties heeft plaatsgevonden en het gebeurt een keer, dan is er statistisch gezien een dag later nauwelijks een veiliger plek te bedenken dan een willekeurige andere vuurwerkfabriek in Nederland. En toch gaan we na ‘Moerdijk’ natuurlijk kijken naar de veiligheid bij chemische bedrijven – en niet bij de branche waarin het volgende ongeluk gaat plaatsvinden.

Ach, die arme Pavlov en zijn trouwe viervoeter, die hadden het toch allemaal zo kwaad niet bedoeld.

Gedood

In de wereld van de actualiteit is er onmiskenbaar een tweedeling tussen goed nieuws en slecht nieuws. Aan het een is een chronisch gebrek en het ander is er in overvloed, maar iets als neutraal nieuws bestaat nu eenmaal niet; hooguit kan nieuws tegelijk goed nieuws zijn voor de een (zoals een aswolk voor een boer die zijn land vruchtbaarder ziet worden) en slecht nieuws voor de ander (zoals een aswolk voor een boer op reis of een boer die zich heeft opgewerkt tot directeur in de luchtvaartbranche).

Deze week was er een leider van Al Qaida gedood. Dat gebeurde in Irak, waar ook regelmatig onschuldige burgers omkomen of Amerikaanse soldaten sneuvelen. Dat is in beide gevallen slecht nieuws, vandaar ook dat ze omkomen (tragisch) of sneuvelen (sneu). Daarmee bedoelen we dat het volledig buiten hun schuld ligt dat ze aan hun eind zijn gekomen.

Bij een leider van Al Qaida ligt dat anders. Hij is niet onschuldig en ook geen soldaat, maar een strijder. Terroristenleiders en andere strijders worden gedood, wat zoveel wil zeggen als dat ze het er zelf ook wel een beetje naar gemaakt hebben. Leiders van soevereine staten daarentegen kunnen niet gedood worden, maar slechts vermoord – en vermoord is dan weer heel slecht nieuws. Of ze verongelukken in dichte mist: ook slecht nieuws, zelfs als we dan stiekem denken dat we mooi van een geflipte staatsman verlost zijn. Sterker nog: we doen dan zelfs beleefd alsof het ons enorm spijt wanneer een aswolk (hoe ironisch) ons belemmert bij de uitvaart aanwezig te zijn.

Er zit niets anders op dan te concluderen dat ‘gedood’ het eufemisme is dat je gebruikt wanneer je wil zeggen dat een moord goed nieuws is. Vroeger gingen we nog wel eens praten met een regering die ons ongunstig gezind was; nu onze vijanden niet langer langs landsgrenzen gedefinieerd kunnen worden, is het kennelijk acceptabel om te doden. Je zult nooit iemand horen betreuren dat een ander gedood is.

De dood van een Al Qaida-strijder: misschien is het wel helemaal geen nieuws. En dat is ook goed nieuws.

Eierflauwekul

Sacha de Boer doet nu al een week alsof ‘Eyjafjallajökull’ net zo makkelijk uit te spreken is als ‘Etna’, en dat irriteert me mateloos. Er is zo langzamerhand al meer troep over die hele eierflauwekul uitgespuwd dan door die vulkaan. Geen beter bewijs daarvoor dan het eerste vliegtuig dat vanavond weer opsteeg: dat betekende natuurlijk niet dat er nu ineens weer wel gevlogen kan worden, maar dat het klaarblijkelijk de hele tijd al had gekund – in de omstandigheden is althans niks veranderd.

Geleerde tongen beweren dat een eerdere eruptie van de Eyjafjallajökull in 1783 de aanzet vormde tot de Franse revolutie. In het inferno dat volgde mislukten namelijk jaren achtereen alle oogsten, maar dat weerhoudt ons er nu niet van om te beweren dat de boeren juist baat hebben bij de neerdalende as. In de achttiende eeuw echter stegen de prijzen, begon er onderhuids iets te borrelen bij het volk en kwam het zes jaar later tot een uitbarsting. Frankrijk zal dus wel weer Europees kampioen worden in 2016.

De enige reden waarom er nu een Europees vliegverbod is afgekondigd, is volgens mij omdat er in 1783 ook geen vliegverkeer was. En o ja, er was ook nog een hobbypiloot van de KLM die een jaar of dertig geleden een keer voor de lol door de krater van een vuurspuwende vulkaan meende te moeten vliegen, en zijn kist vervolgens ternauwernood weer aan de grond kreeg.

Conclusie: aswolken zijn eng, ook al kun je er gewoon omheen vliegen.
Had de wind deze maand iets anders gestaan, dan hadden we dichte mist uit het westen van Rusland heel eng gevonden, maar het lot viel op de aswolk. Dat weten we dan ook meteen: als er de komende tien jaar ook maar ergens een vulkaan uitbarst, wordt direct het vliegverkeer in de halve wereld lamgelegd – ongeveer zoals er nu alleen géén tsunamiwaarschuwing volgt als er een aardbeving in het centrum van Mongolië plaatsvindt, en dan nog alleen als het epicentrum zich een kilometertje of vijf onder de aardkorst bevindt.

Gelukkig hebben wij dan nog even Camiel Eurlings. Als een pauw zo trots kondigde hij aan dat wij nog veel eerder dan gepland onze intercontinentale vluchten zouden hervatten, zonder daar overigens bij te vermelden hoe we, eenmaal aanbeland boven Breda, Maastricht of Arnhem de nog potdicht zittende luchtruimen van onze buurlanden zouden omzeilen. Alleen voor Camiel ben ik blij dat we ons weer een week door angst hebben laten regeren; prachtig om hem zo te zien glunderen terwijl je weet dat hij de hele week al geen tijd aan zijn gezin heeft kunnen besteden.

Het ontbrak er nog maar aan of hij bood de gestrande reizigers in navolging van het zoutkaartje van de NS een lavakaartje van de KLM aan.

Risicoloos

Als ik de verhalen mag geloven, hebben inmiddels een kleine 63 miljoen Nederlanders de Mexicaanse griep onder de leden gehad, en zijn daaraan al 22, grotendeels voordien al doodzieke patiënten bezweken. Om te voorkomen dat dit schrikbarende aantal nog verder zal stijgen, worden nu nog eens een slordige 42 miljoen Nederlanders gevaccineerd omdat ze tot een zogenaamde risicogroep behoren. Minister Klink staart zich hierbij echter volkomen blind op de zwakkeren in onze samenleving. We zien hier de machtswellusteling in optima forma: zich opstellend als de redder van het volk, maar intussen mogen degenen die een potentiële bedreiging vormen voor zijn positie er dood bij neervallen.

Van zijn ambtsgenoot van Financiën had ik toch een iets pragmatischer houding verwacht, en niet alleen vanwege de alleszins plausibele redenering dat het vaccin juist bij de zwakkeren wellicht veel minder goed aanslaat. Waarom zou Bos’ mantra van de sterkste schouders die de zwaarste lasten moeten dragen ook op de Mexicaanse griep van toepassing moeten zijn? In zijn strijd tegen de crisis zou je de groepen die nu als risicogroep worden aangeduid juist als kansgroepen moeten zien.

Wat is immers het risico van bejaarden die massaal het loodje leggen? Nou, bijvoorbeeld minder vergrijzing, minder uitkeringen, minder wachtlijsten, minder druk op ons zorgstelsel en minder geweeklaag over te weinig handen aan het bed. En misschien wel dat we met terugwerkende kracht alsnog niet door hoeven te werken tot ons 67e. Als de onbeschermde kracht van de natie die leeftijd onder de huidige omstandigheden überhaupt haalt natuurlijk.

Ook mensen met een zwakke gezondheid krijgen een prik, terwijl hun arbeidsparticipatie benedengemiddeld is. Je kunt je afvragen of het terecht is om hun voorrang te verlenen boven kerngezonde harde werkers als straks ook de pleuris nog eens uitbreekt. En zo is er op iedere risicogroep wel iets aan te merken.

Feyenoord-aanhangers bijvoorbeeld. Geen twijfel over mogelijk dat zij onder alle omstandigheden als risicogroep aangemerkt dienen te worden, maar om die mensachtigen nu extra te gaan beschermen tegen een enge ziekte? Ik weet het niet.
Peuters vaccineren? Ik zag eerder een kans om de bakfietsenindustrie een flinke dreun toe te brengen.
De ouders van die kinderen? Ik zeg: eigen schuld.
Werknemers in de medische sector? De hoofdschuldigen voor alle ellende, aangezien zij bovenstaande groepen uit alle macht in leven houden.

Maar goed, daar zit je dan met je goede gedrag: in geen enkele risicogroep. Het zal weliswaar niet lang duren voordat de mensen die in geen enkele risicogroep vallen vanzelf een risicogroep worden omdat zij straks als enigen niet gevaccineerd zijn, maar tot die tijd voel je je toch behoorlijk buitengesloten. Een beetje zoals die Q-koortspatiënten die nu maar met hun laatste krachten een vereniging hebben opgericht omdat hun bestaan volkomen genegeerd wordt.

Als risicoloze zou ik ook wel behoefte hebben aan zo’n vereniging voor lotgenoten. Je gaat op een gegeven moment toch op zoek naar je eigen risicogroep. Ik heb er uiteindelijk een gevonden: die van mensen die die prik eigenlijk helemaal niet willen. Maar of dat zoveel indruk zal maken op de dokter? ‘Dokter, ik wil dat vaccin niet, dus wilt u mij vaccineren?’

Kom tot mij, o griep

Dat er mensen zijn die roekeloos met hun gezondheid omgaan, is een bekend gegeven, en dat moeten die mensen vooral zelf weten. Wanneer daarentegen de overheid roekeloos omgaat met de gezondheid van haar burgers, is er sprake van een kwalijke zaak.

Neem nu die Mexicaanse griep. Je kunt tegenwoordig geen halfje bruin meer halen of de bakker begint omstandig zijn antigriepmaatregelen te verkondigen, daartoe aangespoord door het ministerie van volksgezondheid. Op radio en tv, in de krant, op je werk, op school: overal krijg je ervan langs met die zo-houden-we-grip-op-griep-kolder, en als je een huurcontract tekent, krijg je niet eens meer een hand. Het ontbreekt er nog maar aan of Page wordt verplicht om alle maatregelen op zijn toiletrollen af te drukken.

Nu vind ik persoonlijk alles beter dan die weeïge kuthondjes, maar wat ik wil zeggen: de griepangst gaat wel wat ver. Wie de voorlichting namelijk nuchter tot zich neemt, ontdekt al snel een wetenswaardigheid waar in de media verdacht weinig aandacht aan wordt besteed: je kunt de Mexicaanse griep slechts één keer krijgen.

Ondanks dat stelt de overheid zichzelf voor een even godsonmogelijke als onnodige opgave, namelijk het houden van grip op de griep. Waar hadden we economisch al niet gestaan als we aan het begin van de zomer met een gerichte infectie-actie met zijn allen hadden bedacht let’s get it over with? Niet alleen had heel werkend Nederland dan noodgedwongen zijn vakantie met koorts in eigen land moeten doorbrengen, waarmee volgens staatssecretaris Heemskerk in één klap alle economische sores al tot het verleden hadden behoord – nee, we hadden dan op dit moment, aan het begin van het nieuwe academische en dus economische jaar, fris en fruitig in de startblokken gestaan om onbekommerd (want voorgoed genezen) de rest van de zieke wereld draaiende te houden. Wat had dát voor onze concurrentiepositie in de wereld betekend! Maar nee hoor, in plaats daarvan gaan we zielig in een hoek de griep een beetje in toom zitten houden.

Waar de overheid faalt, is het zaak om individueel in actie te komen. Ik moet en zal die griep krijgen voordat hij muteert en echt dood en verderf gaat zaaien. Ik kan u echter verzekeren dat dat niet meevalt, want op alle fronten word je tegengewerkt.

Ik begon nog vol goede hoop met een misschien wat naïef telefoontje naar de NUON. Of ik dan misschien langs mocht bij die mevrouw met Mexicaanse griep die al vijf dagen zonder warm water zat en waar geen monteur langs mocht gaan. Werd er doodleuk opgehangen. Later deed ik nog mee aan een schaaktoernooi, waar ik negen dagen lang minstens tweemaal per dag de hand van een schaker schudde en in de tussentijd geregeld neus, mond en ogen betastte bij wijze van nadenkende houding (die nota bene nog de krant haalde, maar dat terzijde). Nog altijd kreeg ik er geen griep van.

Pas weken later, ik was al bijna ten einde raad, plofte de griepfolder op de deurmat. Hierin stonden voldoende aanwijzingen om de griep te voorkomen, die, als je de hysterie mocht geloven, onherroepelijk de griep tot gevolg moesten hebben als je ze met voeten zou treden. Sindsdien was ik mijn handen niet meer, slaap ik in een hermetisch afgesloten ruimte en sleep ik alle vrouwen die ik vaker dan twee keer per dag hoor kuchen mee naar een speciaal voor de gelegenheid aangelegd ongeventileerd hol, alweer ik hen dwing tot handelingen die ik hier niet op schrift zal stellen maar die, gelooft u mij, uitsluitend gericht zijn op de overdracht van griepbacillen – waarbij andere transacties helaas niet uit te sluiten zijn. En de mannen krijgen een hand.

Maar: nog steeds geen griep. Inmiddels struin ik de afvalbakken af op zoek naar gebruikte zakdoekjes en heb ik me toegelegd op de plaatsen waar mensen het vaakst met hun vieze handen aan zitten. Dan loop ik bijvoorbeeld een metro in en lik ik zo’n stang waar iedereen zich aan vasthoudt van onder tot boven af.

Zo langzamerhand begin ik dit alles een beetje armoedig te vinden. Toen Guusje ter Horst opriep tot een opstand van de elite, stelde ik me daar toch iets anders bij voor. Graag draag ik mijn steentje bij, maar er beginnen zich nu merkwaardige blaasjes op mijn tong te vormen, ik ruik niet meer zo fris en bijvoorbeeld in zo’n metro kijken mensen me soms aan alsof ik iets heel raars aan het doen ben, helemaal wanneer ik uitleg dat ik mijn leven aan het redden ben. Is dat nou allemaal nodig?, vraag ik mij dan af. En vooral: kan dat niet wat makkelijker?

Dus:

Geachte influenza,
Beste griep,
Ha Eén en Eén,

Verlos mij en kom tot mij. En snel graag een beetje.

Terror

Dat zul je net zien: heb ik net omstandig uitgelegd dat tegenwoordig alles met de crisis lijkt samen te hangen, of er gebeurt iets waarbij het verband er wel zo duimendik bovenop ligt – en dan legt ineens niemand de link.

Ik bedoel: die aanslag!

Het is natuurlijk volkomen logisch dat in de terrorismebranche de zwaarste klappen vallen; dat is wel vaker het geval. Zo is in de CAO voor zelfmoordterroristen de oudedagvoorziening op zijn zachtst gezegd beroerd geregeld, en als er dan eens onderhandelingen plaatsvinden, is er altijd wel weer iemand die het overleg opblaast. De grote baas van het bedrijf laat zich ook nooit zien, of het is in smoezelige YouTube-filmpjes waarin hij slechts vage opdrachten verstrekt. En een gedegen opleiding voor toekomstig personeel is duur, terwijl iedere tegemoetkoming van de overheid, al was het maar in de vorm van een symbolische OV-kaart voor Afghanistan, ontbreekt.

Kortom, het terreurbedrijf kampt in deze tijden van crisis met een zwaar ondergekwalificeerd personeelsbestand – mensen die dus op het idee komen om, of all places, de ArenA Boulevard op te blazen. In welk Afghaans trainingskamp wordt dat als doelwit geadviseerd? Zou de leider van het stel misschien op een lumineus idee gekomen zijn na het horen van de slogan Retteketet, naar Beter Bed!?

Om de crisis te boven te komen, lijkt het mij dat ook de terroristen moeten werken aan hun vertrouwen; dat is toch waar het steeds maar weer om draait. Dus bekleed twintig zelfmoordenaars met bomgordels en laat ze zichzelf tegelijkertijd opblazen op vijf verlaten weilanden in Drenthe, Gelderland en Overijssel – dan kun je tenminste een keer spreken van een geslaagde aanslag. Of als de halve Vijzelgracht straks instort: gewoon opeisen! Niet omdat je iets hebt gedaan, maar om het vertrouwen op te, ehm, vijzelen.

Overigens blinkt het optreden van de AIVD ook niet bepaald uit in doortastendheid. We wachten al jaren op een grote aanslag in Nederland, en die gaat een keer komen, of we nu willen of niet. Dreigende aanslagen op treinen vol hardwerkende forenzen moet je dan natuurlijk zien te voorkomen, al was het maar vanwege de crisis. Maar nu diende zich een aanslag aan met te verwaarlozen materiële schade en nauwelijks negatieve, misschien zelfs positieve gevolgen voor de bevolkingssamenstelling. Ik had die kans om voor jaren van dat angstige gedoe af te zijn met beide handen gegrepen en gezegd: we hebben een deal.

Intussen leven we dus wel in een wereld waarin een anoniem telefoontje van iemand met toevallig nog wat beltegoed het verschil kan maken tussen enerzijds complete chaos, jarenlange angst, verder toenemende polarisatie, onderzoeken die jaren later aantonen dat er van alles niet deugde en het voorkomen had kunnen en moeten worden, ministers die ten tijde van de aanslag nog in de luiers lagen maar door het onderzoek toch moeten opstappen omdat ze die verantwoordelijkheid dragen, vergeldingsacties, feestvierende moslims in Ede waarvan dan later blijkt dat ze op één hand te tellen waren, nou goed, dat soort dingen dus allemaal enerzijds, en anderzijds het oorverdovend geruisloze schouderophalen van nu. Wonderlijk.

Nu definitief: crisis

Er gingen al langere tijd geruchten, maar nu is het eindelijk officieel: we zitten in een diepe crisis, mensen. Het ultieme oordeel werd niet geveld door het CPB dat 0,75 procent krimp becijferde, door Nout Wellink die dat nog te voorzichtig noemde of door onze minister-president die achter op de fiets bij Wouter Bos ontdekte dat wij Nederlanders een beetje tegenwind helemaal niet zo erg vinden. De tijd van subjectieve meningen uit diverse monden is sowieso voorbij; we hebben nu keiharde cijfers die iedere alternatieve verklaring lijken uit te sluiten.

Het CBS maakte namelijk vandaag bekend dat er in 2008 (nu al!) meer kinderen zijn geboren dan vorig jaar, waarmee een jarenlange trend van dalende geboortecijfers doorbroken is. En we weten allemaal: juist op momenten dat het bestaan op aarde in een nachtmerrie verandert, komt de mens collectief op het idee om volgende generaties deelgenoot van al zijn ellende te maken. Leven we in een paradijs, dan houden we dat het liefst voor onszelf.

Dat klinkt paradoxaal, maar het is natuurlijk volstrekt logisch. Je bent net je baan kwijtgeraakt, je hebt afstand moeten doen van je Hummer om je hypotheek te kunnen betalen (en zelfs dan), je overleeft inmiddels op een dieet van Unox tomatensoep met balletjes en casinobrood als ontbijt, je breedbeeld-tv heeft het begeven, vakantie zit er voorlopig ook niet meer in, wat te doen, je kijkt eens naast je op de bank en hee, verrek, daar zit nog iemand die zich te pletter verveelt en hatsikidee, daar valt ook nog eens het licht uit. Als echt alles kut is, ga je vanzelf neuken, bedoel ik maar te zeggen.

En dan is die stijging in 2008 natuurlijk nog maar veroorzaakt door de angsthazen die eind vorig jaar de bui al zagen hangen. Nu de crisis zich in al onze poriën genesteld heeft, voorzie ik voor 2009 een baby-explosie die zijn weerga niet kent. Let u tijdens de feestdagen vooral goed op de buikjes van de aanwezige vrouwen in de vruchtbare leeftijd; de eerste tekenen van de crisis zullen daar ongetwijfeld al zichtbaar zijn.

Daarna is het gedaan met de dikke buiken. Er zullen meer mondjes gevoed moeten worden, maar geld om dat te doen is er niet. Creperen zullen we in het jaar van honger en ontbering; de mollige vrouw wordt sinds lange tijd weer het schoonheidsideaal waar iedereen aan wil maar niemand aan kan voldoen. De mensen zullen groter moeten gaan wonen, maar niemand krijgt nog een hypotheek. We zullen de auto moeten laten staan en de fiets moeten pakken; goed nieuws voor het klimaat, dat echter van slag zal raken en ons dagelijks met harde tegenwind zal confronteren, zowel op de heen- als de terugweg naar, ja, waarheen eigenlijk, want werk is er niet meer, maar hoe dan ook zullen we dagelijks, terwijl we tegen die wind in beuken aan Jan Peter Balkenende moeten denken die zei dat Nederlanders vrolijk zijn als ze tegen de wind in fietsen, godverdomme, de hemel opent zijn poortenen jij bent alleen maar chagrijnig want tegenwind is kut, en dus duik je onderweg een kroeg in, een rookvrije wel te verstaan, ook al kut, waar je je laatste geld verbrast aan glazen bier à raison de 2 euro 40 per stuk, de uitbater moet zijn geld immers ook ergens vandaan halen, en dan komt er een moment waarop je naar huis moet, waar hongerige oogjes je versuft verwelkomen en je ongeruste maar niettemin razende partner de onvermijdelijke vraag stelt of je nog eten voor de hond hebt meegenomen, wat je natuurlijk niet hebt gedaan, met nog meer ruzie tot gevolg, en ruzie, het mag inmiddels als bekend worden verondersteld, moet ook weer goedgemaakt worden.

Kortom, 2009 wordt een jaar vol met crisis. Een liefdevol jaar met andere woorden.